Deel 9: Een schokkend verhaal
Kleine meisjes worden groot.
Er was een belangrijke dag aangekomen: Dendronephtya werd een tiener en zou daarmee het leven van een niet-zo-onschuldig meisje inruilen voor het zijn van een rebelse tiener en zou vervolgens naar de middelbare school gaan.
Er was een belangrijke dag aangekomen: Dendronephtya werd een tiener en zou daarmee het leven van een niet-zo-onschuldig meisje inruilen voor het zijn van een rebelse tiener en zou vervolgens naar de middelbare school gaan.
"Ik ben nu eindelijk een echte zeemeermin!" riep ze enthousiast en liep langs Learco heen naar buiten, om te zwemmen en te zien hoe haar staart er uit ziet. Learco bleef dan maar in zijn eentje achter bij de taart, waar hij met tegenzin een stukje van nam. Hij was al drieëndertig.
Even later kwam ze terug het water uit gekropen en ging ze terug naar de woonboot. Learco was ondertussen een talenten en -interessestest van de universiteit aan het nemen, Die eigenlijk voor Dendronephtya bedoelt was. Elke tiener krijgt er zo eentje.
"Ook zin om even te doen?" vroeg hij aan het meisje, dat hem verbaasd aan keek. "Is het daar nog niet een beetje te vroeg voor?" vroeg ze even later verlegen terug. "Nee. Als je al weet wat je op je achttiende gaat doen kan je wat je nu doet daar op baseren",
"Juist ja", antwoordde ze sceptisch en ging terug naar binnen.
"Ook zin om even te doen?" vroeg hij aan het meisje, dat hem verbaasd aan keek. "Is het daar nog niet een beetje te vroeg voor?" vroeg ze even later verlegen terug. "Nee. Als je al weet wat je op je achttiende gaat doen kan je wat je nu doet daar op baseren",
"Juist ja", antwoordde ze sceptisch en ging terug naar binnen.
"Zij lijkt echt veel te goed op mij", zei Learco lichtjes geërgerd in zichzelf terwijl hij nog een antwoord aanvinkte. Hij was niet van plan om nu nog een universiteitsdiploma te gaan halen, maar eerlijk is eerlijk: met die test was er niks mis. Wanneer hij dan ook nog eens een onderscheidende award haalde voor all richtingen behalve communicatie en wetenschappen - wat niet zo verwonderlijk was - was daar ook nog eens pure trots bij gekomen.
Het ultieme "Zij lijkt veel te goed op mij", - moment moest nog komen.
"Tya? Wat doe je hier nog," vroeg Learco verbaasd wanneer het al bijna negen uur was en ze nog steeds niet naar school was vertrokken. "Je gaat de laat zijn." Ze keek hem gapend aan, niet van plan om een antwoord te geven. "Weet ik. Jij gign ook amper naar school", zei ze uiteindelijk zo droog als iets en maakte plannen om een boek uit de boekenkast te nemen en op haar gemak te lezen.
Learco was lichtjes overdonderd door haar nogal vastberaden aanpak. "Heb ik haar dan zo opgevoed?" vroeg hij zich af en wou haar een preek geven, wat vaders horen te doen als hun dertienjarige dochters niet naar school willen, maar dat mondde uit op een heleboel gestotter. Hij was zowel negen op de tien keer extreem slecht in communiceren met Dendronephtya, die zo onverschillig was en zo goed op haar moeder leek qua uiterlijk, als ze had simpelweg gelijk. Hij is nu niet bepaald een goed voorbeeld voor een kind.
"Tya? Wat doe je hier nog," vroeg Learco verbaasd wanneer het al bijna negen uur was en ze nog steeds niet naar school was vertrokken. "Je gaat de laat zijn." Ze keek hem gapend aan, niet van plan om een antwoord te geven. "Weet ik. Jij gign ook amper naar school", zei ze uiteindelijk zo droog als iets en maakte plannen om een boek uit de boekenkast te nemen en op haar gemak te lezen.
Learco was lichtjes overdonderd door haar nogal vastberaden aanpak. "Heb ik haar dan zo opgevoed?" vroeg hij zich af en wou haar een preek geven, wat vaders horen te doen als hun dertienjarige dochters niet naar school willen, maar dat mondde uit op een heleboel gestotter. Hij was zowel negen op de tien keer extreem slecht in communiceren met Dendronephtya, die zo onverschillig was en zo goed op haar moeder leek qua uiterlijk, als ze had simpelweg gelijk. Hij is nu niet bepaald een goed voorbeeld voor een kind.
Dat was dus besloten. Dendronephtya ging niet naar school - vandaag toch niet - maar verslond de ene na de andere encyclopedie en Learco spendeerde zijn tijd aan computerspelletjes spelen en zich bezighouden met Neor, die ondanks het beestje al zo'n vijf jaar oud was - wat niet jong is voor zo'n klein vogeltje - nog steeds leefde.
Zijn dag was daarnaast ook gevuld met liedjes instuderen - hij zou nooit écht iets met muziek maar you never know - en Dendronephtya in de gaten houden. Wat niks opleverde. Ze was dan niet zo'n grote fan van 'school' (waar ze een te groot genie voor was, zei ze) maar voor de rest deed dat kind echt geen stoute dingen.
Tot er plots werd aangebeld. Learco kwam naar buiten en zag niemand midner dan Triton - sinds kort met wandelstok - op het terras staan. "Hallo", zei hij met tegenzin. "Hallo", zei Triton terug. "Lang niet gezien hè? Ik kwam in de buurt en ik dacht..."
"Doet alsjeblieft niet alsof er niks gebeurd is. Ik weet zeker dat je meer weet dan je wilt vertellen",
Hij weigerde de man aan te kijken. Hij had de laatste jaren het zo in zijn hoofd gepland dat die man een leugenaar was, een hypocriet. Nu stond hij hier plots out of the blue voor de deur...Nee, dat geloofde hij niet.
In zijn ooghoek zag hij de oude zeemeerman zuchten. "Kom mee," zei hij. "ik zal het je uitleggen, maar niet hier, waar het meisje bij is."
Triton liep naar het water en begon te zwemmen, Learco volgde hem met zijn speedboot.
Tot er plots werd aangebeld. Learco kwam naar buiten en zag niemand midner dan Triton - sinds kort met wandelstok - op het terras staan. "Hallo", zei hij met tegenzin. "Hallo", zei Triton terug. "Lang niet gezien hè? Ik kwam in de buurt en ik dacht..."
"Doet alsjeblieft niet alsof er niks gebeurd is. Ik weet zeker dat je meer weet dan je wilt vertellen",
Hij weigerde de man aan te kijken. Hij had de laatste jaren het zo in zijn hoofd gepland dat die man een leugenaar was, een hypocriet. Nu stond hij hier plots out of the blue voor de deur...Nee, dat geloofde hij niet.
In zijn ooghoek zag hij de oude zeemeerman zuchten. "Kom mee," zei hij. "ik zal het je uitleggen, maar niet hier, waar het meisje bij is."
Triton liep naar het water en begon te zwemmen, Learco volgde hem met zijn speedboot.
Even later kwamen ze toe op een eiland, niet ver van het hoofdeiland. Nota bene een van zijn eigen eilanden. Zodra hij een voet aan wal had gezet begon hij als een gek rond te rennen, op zoek naar iets wat kan verklaren waarom Triton per se DIT eiland had gekozen. Anderen konden het toch niet zien? Voor hen was dat toch een grote wolk die permanent boven het wateroppervlak hing?
"Wacht even op me. Ik ben niet meer van de jongste", zei Triton hijgend. "Waarom zou ik? Er is hier niks en als je het nu niet verteld ga ik kwaad worden",
"Ga je niet doen, jongen",
"Wacht even op me. Ik ben niet meer van de jongste", zei Triton hijgend. "Waarom zou ik? Er is hier niks en als je het nu niet verteld ga ik kwaad worden",
"Ga je niet doen, jongen",
Triton had gelijk. Dat deed hij inderdaad niet, hij stond daar gewoon...Te staan. Helemaal gefascineerd door het prachtige uitzich over de zee. In de verte zag hij nog wat eilanden, maar voor de rest, gewoon, open zee. De Atlantische oceaan. Met daarboven een rooskleurige lucht van de ondergaande zon.
"Waarom heb ik dit nog nooit eerder opgemerkt?" vroeg hij zich af.
"Waarom heb ik dit nog nooit eerder opgemerkt?" vroeg hij zich af.
"Zo was het vroeger niet. Vroeger was het om vijf uur nog stralend weer, met een prachtige, blauwe hemel", begon Triton te vertellen.
"Ja, die tijd herinner ik me. Het is al een paar keer geweest dat de hemel gewoon knalrood was", onderbrak Learco hem.
"Er is maar één persoon die daar de schuld aanheeft: jouw vrouw", Learco kreeg plots een schok rond zich heen. Hoe kon Acropora nu iets te maken hebben met hoe de hemel er uit zag?
"Ja, ik heb gelogen. Maar dat deed ik om jou en mij te beschermen. Mij omdat ik anders gedood wordt, jou om je tegen te houden om stommiteiten te begaan",
Hij gaf het toe: hij had gelogen wanneer hij zie dat hij niks wist. Maar er zat wel een reden achter. "Vertel verder", beval Learco hem en dat deed hij.
"Het is een triest verhaal", antwoordde hij en wandelde verder rond met zijn houten wandelstok "Doe het", beval Learco nogmaals en Triton zuchtte.
"Ja, die tijd herinner ik me. Het is al een paar keer geweest dat de hemel gewoon knalrood was", onderbrak Learco hem.
"Er is maar één persoon die daar de schuld aanheeft: jouw vrouw", Learco kreeg plots een schok rond zich heen. Hoe kon Acropora nu iets te maken hebben met hoe de hemel er uit zag?
"Ja, ik heb gelogen. Maar dat deed ik om jou en mij te beschermen. Mij omdat ik anders gedood wordt, jou om je tegen te houden om stommiteiten te begaan",
Hij gaf het toe: hij had gelogen wanneer hij zie dat hij niks wist. Maar er zat wel een reden achter. "Vertel verder", beval Learco hem en dat deed hij.
"Het is een triest verhaal", antwoordde hij en wandelde verder rond met zijn houten wandelstok "Doe het", beval Learco nogmaals en Triton zuchtte.
"Zeemeersims zijn oorspronkelijk afkomstig van één bepaald eiland, aan de andere kant van de oceaan. Er zijn geen verschillende populaties, zoals je al eerder werd verteld", begon hij. Nog een leugen. "Op dat eiland leven allerlei kleuren en vormen van mijn soort samen - leefden. Het eiland werd enkele decennia geleden ontdekt door mensen, en sindsdien nemen de mensen en de spanning alsmaar toe. Tot een zekere Muireadhach Aqua de macht nam, zo'n dertig jaar geleden. Op een effectieve, maar vrij geweldloze manier lukte het hem het aantal menselijken drastisch te verminderen en het volk was gelukkig.
Maar mooie liedjes duren niet lang, de oude Muireadhack stierf en zijn dochter Acropora en diens man Myrdill namen de macht over. Meteen werd het duidelijk hoe de twee te werk gingen. Gewelddadig, kortom gewelddadig. In de buurt van hun eiland deden ze het zelf, maar voor deze eilanden, waar ik zat, stuurden ze haaien ui die alle mensen die zich ietsje te diep in het water waagden aan stukken scheurden", Learco voelde bijna hoe de woorden van de man op dat moment bleven steken in zijn keel. Hij hoorde hem snikken, eerst zacht maar toen werd het telkens heviger.
"Wat heb jij met dit alles te maken? En wat gebeurde er precies? Had je het over mijn Acropora? Ik dacht dat het allemaal Myrdills idee was en zij hem uit pure haat voor hem had vermoord..." bij de resem van vragen die Learco stelde herpakte Triton zich en vervolgde zijn uitleg.
"Ik was Muireadhach's raadman. Na Acropora, ja jouw Acropora, op haar vijftiende koningin werd ben ik hierheen gevlucht. Daarom dat ze het ook op deze eilanden muntte.
En ja, ze heeft hem wel degelijk vermoord. Enkel zonder enig gevoel en in haar uitleg had ze de rollen opgedraaid. Myrdill was haar gedrag beu, en wou dat ze stopte. "Die menselijken zijn toch niet zo erg?" zei hij wel duizend keer per dag, meer kon hij niet doen. Acropora was de erfgename. Pas toen hij dreigde om met hun babydochtertje Dendronephtya weg te gaan werd het heet onder haar voeten; veel macht had hij dan wel niet, hij was wel geliefd bij het volk die er hetzelfde over dacht als hem. En ze vermoordde hem uit koelen bloedde."
Maar mooie liedjes duren niet lang, de oude Muireadhack stierf en zijn dochter Acropora en diens man Myrdill namen de macht over. Meteen werd het duidelijk hoe de twee te werk gingen. Gewelddadig, kortom gewelddadig. In de buurt van hun eiland deden ze het zelf, maar voor deze eilanden, waar ik zat, stuurden ze haaien ui die alle mensen die zich ietsje te diep in het water waagden aan stukken scheurden", Learco voelde bijna hoe de woorden van de man op dat moment bleven steken in zijn keel. Hij hoorde hem snikken, eerst zacht maar toen werd het telkens heviger.
"Wat heb jij met dit alles te maken? En wat gebeurde er precies? Had je het over mijn Acropora? Ik dacht dat het allemaal Myrdills idee was en zij hem uit pure haat voor hem had vermoord..." bij de resem van vragen die Learco stelde herpakte Triton zich en vervolgde zijn uitleg.
"Ik was Muireadhach's raadman. Na Acropora, ja jouw Acropora, op haar vijftiende koningin werd ben ik hierheen gevlucht. Daarom dat ze het ook op deze eilanden muntte.
En ja, ze heeft hem wel degelijk vermoord. Enkel zonder enig gevoel en in haar uitleg had ze de rollen opgedraaid. Myrdill was haar gedrag beu, en wou dat ze stopte. "Die menselijken zijn toch niet zo erg?" zei hij wel duizend keer per dag, meer kon hij niet doen. Acropora was de erfgename. Pas toen hij dreigde om met hun babydochtertje Dendronephtya weg te gaan werd het heet onder haar voeten; veel macht had hij dan wel niet, hij was wel geliefd bij het volk die er hetzelfde over dacht als hem. En ze vermoordde hem uit koelen bloedde."
"Ik hoorde van het voorval en deed het gene wat Myrdill wou: ik haalde Dendronephtya bij haar moeder weg en gaf haar aan jou, een jongeman met een even grote liefde voor de zee dan de gemiddelde zeemeersim. Acropora hoorde ervan en ging meteen op zoek naar haar dochtertje, dat ze een tijd later vond hier, bij jou",
Die laatste zinnen waren uit Triton's mond gekomen aan de snelheid van een hogesnelheidstrein. Het was duidelijk, de bezorgdheid die Learco jarenlang voor Acropora had gevoeld was veranderd in haat. Simpelweg haat.
"Toen was ze weg, plots. De paar jaar voor haar verdwijning begreep ik er niks meer van. Ze - of deed alsof ze - hield van jou. Misschien om haar reputatie te redden? Geen idee. Ik was intussen teruggekeerd naar het eiland van afkomst, waar het na de verdwijning van Acropora een grote chaos was. Burgeroorlog, tussen de meersims die voor haar waren, de meersims die tegen haar waren en de menselijken - allemaal tegen elkaar, hier en daar een bondgenootschap vormend. Toen begon jij me wnahopig te bellen en moest ik komen", bij heel deze uitleg keek hij hem triestig aan, wat Learco meer dan normaal vond. Dit verhaal was een enorme schok - van een paar duizend volt - even twijfelde hij aan de oprechtheid, maar dan keek hij naar Triton's trieste gezicht en wist hij het: hij spreekt de waarheid, iets was Acropora nooit deed.
Die laatste zinnen waren uit Triton's mond gekomen aan de snelheid van een hogesnelheidstrein. Het was duidelijk, de bezorgdheid die Learco jarenlang voor Acropora had gevoeld was veranderd in haat. Simpelweg haat.
"Toen was ze weg, plots. De paar jaar voor haar verdwijning begreep ik er niks meer van. Ze - of deed alsof ze - hield van jou. Misschien om haar reputatie te redden? Geen idee. Ik was intussen teruggekeerd naar het eiland van afkomst, waar het na de verdwijning van Acropora een grote chaos was. Burgeroorlog, tussen de meersims die voor haar waren, de meersims die tegen haar waren en de menselijken - allemaal tegen elkaar, hier en daar een bondgenootschap vormend. Toen begon jij me wnahopig te bellen en moest ik komen", bij heel deze uitleg keek hij hem triestig aan, wat Learco meer dan normaal vond. Dit verhaal was een enorme schok - van een paar duizend volt - even twijfelde hij aan de oprechtheid, maar dan keek hij naar Triton's trieste gezicht en wist hij het: hij spreekt de waarheid, iets was Acropora nooit deed.
Er ging een golf van woede door zich heen. Hij was kwaad op Acropora, op zichzelf. Hij had zich enorm laten misleiden door dat vals serpent, een vrouw die blijkbaar kon liegen en manipuleren als de beste en voor het eerst had hij écht spijt dat hij jaren geleden als een blok gevallen was voor die mysterieuze zeemeermin en haar dochtertje, intussen gewoon dochter.
"Waar kan ik haar vinden?" vroeg hij toen. Hij draaide zich om en keek Triton recht in de ogen. "Jongen, het is zo ver...Een eiland ergens bij Ierland",
"Ik ga erheen", zei hij meteen terug, verbluft van zijn eigen impulsiviteit.
"Te gevaarlijk, ze haten elk menselijke daar",
"Dan ben ik maar geen menselijke",
"Dat ben je wel..." antwoordde Triton terug. Toen slaakte hij een vermoeide zucht en begon in zijn broekzak te rommelen, waar hij een simpel stuk zeewier uithaalde.
"Waar kan ik haar vinden?" vroeg hij toen. Hij draaide zich om en keek Triton recht in de ogen. "Jongen, het is zo ver...Een eiland ergens bij Ierland",
"Ik ga erheen", zei hij meteen terug, verbluft van zijn eigen impulsiviteit.
"Te gevaarlijk, ze haten elk menselijke daar",
"Dan ben ik maar geen menselijke",
"Dat ben je wel..." antwoordde Triton terug. Toen slaakte hij een vermoeide zucht en begon in zijn broekzak te rommelen, waar hij een simpel stuk zeewier uithaalde.
"Een stuk zeewier? Wat ben ik met die brol? Aan Dendronephtya kan je dat geven, maar ik wordt er misselijk van", begon Learco meteen te klagen. Maar Triton wandelde al weg, zijn wandelstok telkens een veetigtal centimeter verder verplaatsend op het natte gras.
Learco trok er zich niks van aan en pakte zijn gitaar, waar hij maar wat op tingelde.
"Wat een lieve jongen is het toch. Maar dom, zo dom, het is helemaal geen normaal zeewier. Wat een stomme jongen...Dat hij Acropora maar vind, want ik wordt te oud voor zulke dingen..." mompelde Triton in zichzelf en wandelde toen verder de heuvel af, naar het strand waar hij zijn wandelstok achter liet en het water in waadde, waar zijn schubben begonnen te gloeien en zijn benen in een staart lieten veranderen.
Learco trok er zich niks van aan en pakte zijn gitaar, waar hij maar wat op tingelde.
"Wat een lieve jongen is het toch. Maar dom, zo dom, het is helemaal geen normaal zeewier. Wat een stomme jongen...Dat hij Acropora maar vind, want ik wordt te oud voor zulke dingen..." mompelde Triton in zichzelf en wandelde toen verder de heuvel af, naar het strand waar hij zijn wandelstok achter liet en het water in waadde, waar zijn schubben begonnen te gloeien en zijn benen in een staart lieten veranderen.
Weg was hij, Learco 's avonds laat achterlatend op een klein eilandje met een gitaar, wat zeewier en een heleboel nieuwe informatie.
Hij besefte dat, met dat gezegd te hebben, hij nooit meer een woord zou kunnen zeggen. Geen woord.