Deel 2: Die ogen...
Met een verdwaald gevoel wandelde ik door het dorp. Ik keek rond naar voorbij dravende wilde paarden,
ik werd tot ergernis van hun baasje achterna gezeten door een bende aan de leiband vastzittende honden, vluchtte een parkje in en plukte bloemen.
Appaloosa Plains, zo noemde het. Het lag in het zuiden van het land en het was er opvallend veel warmer dan in Moonlight Falls, waar er in Februari nog geen sprake kon zijn van bloemen en zon.
Het was er de rust zelve. Rust waar ik van hield, eerlijk gezegd. Geen enkele irritante dorpeling die me midden op straat begon uit te schelden vanwege dat gestolen boekenrekje. Niemand kende me en dat was een hele geruststelling.
ik werd tot ergernis van hun baasje achterna gezeten door een bende aan de leiband vastzittende honden, vluchtte een parkje in en plukte bloemen.
Appaloosa Plains, zo noemde het. Het lag in het zuiden van het land en het was er opvallend veel warmer dan in Moonlight Falls, waar er in Februari nog geen sprake kon zijn van bloemen en zon.
Het was er de rust zelve. Rust waar ik van hield, eerlijk gezegd. Geen enkele irritante dorpeling die me midden op straat begon uit te schelden vanwege dat gestolen boekenrekje. Niemand kende me en dat was een hele geruststelling.
Toen zag ik een enorm schattig eekhoorntje dat me maar met z'n grote, zwarte oogjes bleef aanstaren en ik moest het gewoon pakken.
Ik speelde wat met het diertje wanneer een jongeman met pikzwart, licht blauwachtig haar en een lichtgrijs vestje het arme dier bijna plat trapte.
"Dierenbeul!" schreeuwde ik impulsief. Die egoïst mompelde dat hij mij - mij - en het eekhoorntje niet had gezien, keek verward rond en wandelde terug weg.Ik trok me er niks van aan. Ik was op reis en had geen zin om ook hier elke minuut van de dag minachtend te worden aangestaard.
Ik speelde wat met het diertje wanneer een jongeman met pikzwart, licht blauwachtig haar en een lichtgrijs vestje het arme dier bijna plat trapte.
"Dierenbeul!" schreeuwde ik impulsief. Die egoïst mompelde dat hij mij - mij - en het eekhoorntje niet had gezien, keek verward rond en wandelde terug weg.Ik trok me er niks van aan. Ik was op reis en had geen zin om ook hier elke minuut van de dag minachtend te worden aangestaard.
Ik concentreerde me op de barbecue en probeerde wat hotdogs klaar te maken omdat ik werkelijk stierf van de honger.
Regelmatig liet ik een worstje op de grond pakte, wat ik zo onzichtbaar mogelijk terug oppakte en op de barbecue lag alsof er nisk gebeurd was.
Die gast was er nog steeds, die dierenbeul. Ik wist niet wat hij was aan het doen maar ik wist in ieder geval dat hij verschrikkelijk raar was, wat dromerig. Hij stond met z'n armen wijd open in de lucht te happen of zoiets.
Ik betwijfelde of hij nog wist dat hij in het openbaar was.
Regelmatig liet ik een worstje op de grond pakte, wat ik zo onzichtbaar mogelijk terug oppakte en op de barbecue lag alsof er nisk gebeurd was.
Die gast was er nog steeds, die dierenbeul. Ik wist niet wat hij was aan het doen maar ik wist in ieder geval dat hij verschrikkelijk raar was, wat dromerig. Hij stond met z'n armen wijd open in de lucht te happen of zoiets.
Ik betwijfelde of hij nog wist dat hij in het openbaar was.
Snel propte ik wat hotdogs in mijn mond, stond terug op en startte ik een geluk niet al te lange zoektocht naar een klerenwinkel.
Daar kocht ik een bordeaux blouse en een kort shortje, ook deed ik die maffe palmboomstaart uit mijn haar wat ik nu gewoon los liet hangen.
Toen ging ik naar een parkje, waar ik enthousiast wat vlinders begon te vangen. Appaloosa Plains was echt een paradijs voor buitenmensen zoals ik, merkte ik al snel op.
Ik keek op een bepaald moment even naar achter en zag toen ook daar die man van in het vorige parkje rondlopen.
Gelukkig liep hij nu gewoon rond en het leek niet of hij high naar de hemel stond te gapen.
Daar kocht ik een bordeaux blouse en een kort shortje, ook deed ik die maffe palmboomstaart uit mijn haar wat ik nu gewoon los liet hangen.
Toen ging ik naar een parkje, waar ik enthousiast wat vlinders begon te vangen. Appaloosa Plains was echt een paradijs voor buitenmensen zoals ik, merkte ik al snel op.
Ik keek op een bepaald moment even naar achter en zag toen ook daar die man van in het vorige parkje rondlopen.
Gelukkig liep hij nu gewoon rond en het leek niet of hij high naar de hemel stond te gapen.
Ik wist niet wat het was maar hij leek elke beweging van me te volgen, me de hele tijd aan te staren en ik vond het simpelweg eng.
Eerst dacht ik dat hier niemand me zou kennen en ik zo onzichtbaar zou zijn als een stofnet onder een bed in een tienerkamer, iets wat niet het geval bleek te zijn. Ik nam diep adem en stapte op hem af.
Het viel me meteen op hoe zwart zijn haar was, maar op een bepaalde manier was er ook een vage, blauwe schijn in die ik al eerder vermeldde.
En die ogen...Groen, felgroen, bijna even felgroen als die van papa, enkel viel het bij hem meer op door het contrast met zijn huid en haar.
Bijna kon ik niet echt boos op hem zijn want, toegegeven, hij zag er niet slecht uit. Toen overtuigde ik mezelf opnieuw en begon kwaad tegen hem te schreeuwen. Een domme beslissing misschien.
"Waarom volg je me? Eerst in dat hondenpark, en nu ook hier!"
Eerst dacht ik dat hier niemand me zou kennen en ik zo onzichtbaar zou zijn als een stofnet onder een bed in een tienerkamer, iets wat niet het geval bleek te zijn. Ik nam diep adem en stapte op hem af.
Het viel me meteen op hoe zwart zijn haar was, maar op een bepaalde manier was er ook een vage, blauwe schijn in die ik al eerder vermeldde.
En die ogen...Groen, felgroen, bijna even felgroen als die van papa, enkel viel het bij hem meer op door het contrast met zijn huid en haar.
Bijna kon ik niet echt boos op hem zijn want, toegegeven, hij zag er niet slecht uit. Toen overtuigde ik mezelf opnieuw en begon kwaad tegen hem te schreeuwen. Een domme beslissing misschien.
"Waarom volg je me? Eerst in dat hondenpark, en nu ook hier!"
Hij keek geschrokken op en stotterend antwoordde op mijn wat cru gevraagde vraag: "So-sorry, ik kan soms nogal in gedachten verzonken zijn. Dan staar ik gewoon voor me uit...En per toeval was dat nu de hele tijd in jouw richting",
Die ogen...
"Ik ga nu weg. Sorry. Ik ben hier zelf ook nog maar nieuw, het kan zijn dat ik wat raar doe. Sorry",
ik had nog nooit zo vaak 'sorry' gehoord in een zin.
Die ogen...
"Ik ga nu weg. Sorry. Ik ben hier zelf ook nog maar nieuw, het kan zijn dat ik wat raar doe. Sorry",
ik had nog nooit zo vaak 'sorry' gehoord in een zin.
Snel wandelde ik terug weg. Meteen had ik spijt van mijn uitval tegen hem, ik zou me gevleid moeten hebben gevoeld, als hij me echt had zitten aanstaren.
Ook kon ik niet echt boos op hem zijn. Op een bepaalde manier vond ik hem wel leuk, en hij was... schattig.
Ik hoopte dat ik hem nog zou tegenkomen.
Hijzelf leek vooral geschrokken en boos op me dus ik zat met het nare gevoel dat dat niet meteen zou gebeuren. Josine toch...
Ook kon ik niet echt boos op hem zijn. Op een bepaalde manier vond ik hem wel leuk, en hij was... schattig.
Ik hoopte dat ik hem nog zou tegenkomen.
Hijzelf leek vooral geschrokken en boos op me dus ik zat met het nare gevoel dat dat niet meteen zou gebeuren. Josine toch...
Ik hing voor de rest van de dag nog wat rond in het dorp in 's avonds ging ik terug naar mijn huurhuisje.
Nog steeds moet ik aan hem denken, de man in het park, tegen wie ik veel te impulsief begonnen tegen te schreeuwen...
Zag ik daar plots die man een schattig, piepklein huisje binnenwandelen.
Mijn hart maakte een sprongetje toen ik dat zag gebeuren. Was ik ontmoedigd door het feit dat ik hem nooit meer zou zien, zie ik hem plots rondlopen!
Ik zette mijn voet stevig op de rem van mijn gestolen auto en stap uit. Hij is al naar binnen spijtig genoeg, maar alsof het lot het zo wilt, ligt zijn vuilbak op de grond, haal ik mijn goed hart boven en wil ik het ding terug rechtzetten, en komt hij kwaad naar buiten.
"Jij? Wat doe je hier?"
Nog steeds moet ik aan hem denken, de man in het park, tegen wie ik veel te impulsief begonnen tegen te schreeuwen...
Zag ik daar plots die man een schattig, piepklein huisje binnenwandelen.
Mijn hart maakte een sprongetje toen ik dat zag gebeuren. Was ik ontmoedigd door het feit dat ik hem nooit meer zou zien, zie ik hem plots rondlopen!
Ik zette mijn voet stevig op de rem van mijn gestolen auto en stap uit. Hij is al naar binnen spijtig genoeg, maar alsof het lot het zo wilt, ligt zijn vuilbak op de grond, haal ik mijn goed hart boven en wil ik het ding terug rechtzetten, en komt hij kwaad naar buiten.
"Jij? Wat doe je hier?"
Daar stond hij. Ik, die normaal altijd weet wat te zeggen, kreeg niks uit mijn mond en stond helemaal aan de grond genageld.
Met zijn lieve, groene ogen en schattige glimlachje keek hij me aan en liet de onverplaatsbare blok ijs die ik was ontdooien.
Achter een tijdje lukte het me dan ook gelukkig om te praten.
"Sorry, ik ben het, meisje uit het park. Ik reed hier voorbij en zag de vuilbak op de grond liggen," zei ik, "en dat kan natuurlijk niet.
Sorry, nogmaals, ik moet echt leren nadenken voor dat ik dingen doe."
Eerst leek hij wat ongeïnteresseerd, maar toen ik klaar was met praten gaf hij me toch spontaan een handdruk.
"Julian Alfredo", antwoordde hij. "Kom alsjeblieft binnen, het is te koud en te laat, en te donker, om hier zo te blijven staan!"
Daar ging ik met plezier op in.
Met zijn lieve, groene ogen en schattige glimlachje keek hij me aan en liet de onverplaatsbare blok ijs die ik was ontdooien.
Achter een tijdje lukte het me dan ook gelukkig om te praten.
"Sorry, ik ben het, meisje uit het park. Ik reed hier voorbij en zag de vuilbak op de grond liggen," zei ik, "en dat kan natuurlijk niet.
Sorry, nogmaals, ik moet echt leren nadenken voor dat ik dingen doe."
Eerst leek hij wat ongeïnteresseerd, maar toen ik klaar was met praten gaf hij me toch spontaan een handdruk.
"Julian Alfredo", antwoordde hij. "Kom alsjeblieft binnen, het is te koud en te laat, en te donker, om hier zo te blijven staan!"
Daar ging ik met plezier op in.
In het begin wisten we allebei niet echt te zeggen. We kenden hoogstens elkaars naam, voor de rest waren we complete vreemden voor elkaar.
Ik schaamde me ervoor. Ik wist niet wat er gebeurde, altijd was ik overal op voorbereid en had ik mijn woorden klaar. Ik wist wat te zeggen, maar bij hem was dat anders.
Ik hoopte dat hij iets zou zeggen want anders zouden we gewoon de hele avond en nacht onwetend naar elkaar staan staren.
Iets wat hij gelukkig deed. Nadat er nog eens een half woord uit mijn keel was gefloept stelde hij zich nogmaals voor als Julian Alfredo.
Hij was 25 jaar oud, kwam uit een klein gezin en was een opvallende mengelmoes van verschillende rassen en culturen.
"Mijn vader stamt af van Spaanse kolonisten die honderden jaren geleden naar de toenmalige 'Nieuwe wereld' waren vertrokken en de oorspronkelijke bevolking van die nieuwe wereld, mijn moeder stamt af van Ieren en Vikingen", legde hij uit.
Dat was iets wat me nogmaals in verlegenheid bracht. Ik had helemaal niet zo'n boeiende familiegeschiedenis, genetisch gezien, tenzij ik alle aliens, tovenaars en andere bovennatuurlijk individuen zou vermelden.
"Euhm, ik ben gewoon Amerikaans. Engels-Amerikaans. Maar ik heb alienbloed in me. En heksenbloed",
Hij begon te lachen. Hopend dat het niet als uitlachen was bedoeld maar bang dat het wel zo was kromp ik helemaal in een... verschrikkelijk voelde ik me.
Het leek erop dat ik zelfs geen normaal gesprek kon aanknopen met mensen, naast mijn vreemde gedachten over onderwerpen als diefstal.
Ik heb alienbloed in me. En heksenbloed.
Verschrikkelijk.
Hij had mijn schaamte blijkbaar opgemerkt en hield op met lachen. "Geeft niet hoor, ik heb wel eens een eenhoorn gezien hier in het dorp. Nee, dat is niet om te lachen, ik meen het", hopelijk.
Ik schaamde me ervoor. Ik wist niet wat er gebeurde, altijd was ik overal op voorbereid en had ik mijn woorden klaar. Ik wist wat te zeggen, maar bij hem was dat anders.
Ik hoopte dat hij iets zou zeggen want anders zouden we gewoon de hele avond en nacht onwetend naar elkaar staan staren.
Iets wat hij gelukkig deed. Nadat er nog eens een half woord uit mijn keel was gefloept stelde hij zich nogmaals voor als Julian Alfredo.
Hij was 25 jaar oud, kwam uit een klein gezin en was een opvallende mengelmoes van verschillende rassen en culturen.
"Mijn vader stamt af van Spaanse kolonisten die honderden jaren geleden naar de toenmalige 'Nieuwe wereld' waren vertrokken en de oorspronkelijke bevolking van die nieuwe wereld, mijn moeder stamt af van Ieren en Vikingen", legde hij uit.
Dat was iets wat me nogmaals in verlegenheid bracht. Ik had helemaal niet zo'n boeiende familiegeschiedenis, genetisch gezien, tenzij ik alle aliens, tovenaars en andere bovennatuurlijk individuen zou vermelden.
"Euhm, ik ben gewoon Amerikaans. Engels-Amerikaans. Maar ik heb alienbloed in me. En heksenbloed",
Hij begon te lachen. Hopend dat het niet als uitlachen was bedoeld maar bang dat het wel zo was kromp ik helemaal in een... verschrikkelijk voelde ik me.
Het leek erop dat ik zelfs geen normaal gesprek kon aanknopen met mensen, naast mijn vreemde gedachten over onderwerpen als diefstal.
Ik heb alienbloed in me. En heksenbloed.
Verschrikkelijk.
Hij had mijn schaamte blijkbaar opgemerkt en hield op met lachen. "Geeft niet hoor, ik heb wel eens een eenhoorn gezien hier in het dorp. Nee, dat is niet om te lachen, ik meen het", hopelijk.
Hij vertelde verder. Zijn voorkomen deed vermoeden dat hij een slimme, deftige jongeman was, maar zijn karakter deed heel andere dingen vermoeden.
Zijn ouders waren rijke bedrijfsleiders geweest en hij had de helft van zijn jeugd op een strenge, Engelse kostschool gezeten.
Iets waar hij zich naar het schijnt zijn hele jeugd had aan geërgerd, iets wat tot hevige rebellie en kunstzinnigheid leidde in zijn tienerjaren.
"Het gebeurde vaak dat ik de hele nacht de stad vol spoot met graffiti", ik zag duidelijk een lichte grijns op zijn gezicht.
Zijn ouders hadden hem nadien vaak huisarrest gegeven, toen vulde hij zijn tijd op met het lezen van boeken.
Vervolgens trok hij me plots mee naar de achtertuin. Of wat je een achtertuin kon noemen...Zijn woning was piepklein, en het huis zelf was ook het enige. Je zou toch wat anders verwachten van een enige zoon van rijke ouders, ik kon me nu niet echt inbeelden wat,
maar een mooie villa door mama en papa voor hem gekocht zou logischer klinken.
Daar duwde hij me op de grond, haalde een zaklamp boven die hij fel op zijn gezicht liet schijnen en begon een spookverhaal te vertellen.
Aandachtig luisterde ik naar zijn lieve, diepe stem die over de angstaanjagendste gruwelijkheden vertelde. Welke precies wist ik niet.
Mijn gedachten waren zo gericht op hem dat ik bijna niks hoorde van wat hij eigenlijk vertelde.
Het was duidelijk, ik was voor de eerste keer verliefd, smoorverliefd. Op iemand die mij ook leuk bleek te vinden na onze nogal chaotische kennismaking.
Zijn ouders waren rijke bedrijfsleiders geweest en hij had de helft van zijn jeugd op een strenge, Engelse kostschool gezeten.
Iets waar hij zich naar het schijnt zijn hele jeugd had aan geërgerd, iets wat tot hevige rebellie en kunstzinnigheid leidde in zijn tienerjaren.
"Het gebeurde vaak dat ik de hele nacht de stad vol spoot met graffiti", ik zag duidelijk een lichte grijns op zijn gezicht.
Zijn ouders hadden hem nadien vaak huisarrest gegeven, toen vulde hij zijn tijd op met het lezen van boeken.
Vervolgens trok hij me plots mee naar de achtertuin. Of wat je een achtertuin kon noemen...Zijn woning was piepklein, en het huis zelf was ook het enige. Je zou toch wat anders verwachten van een enige zoon van rijke ouders, ik kon me nu niet echt inbeelden wat,
maar een mooie villa door mama en papa voor hem gekocht zou logischer klinken.
Daar duwde hij me op de grond, haalde een zaklamp boven die hij fel op zijn gezicht liet schijnen en begon een spookverhaal te vertellen.
Aandachtig luisterde ik naar zijn lieve, diepe stem die over de angstaanjagendste gruwelijkheden vertelde. Welke precies wist ik niet.
Mijn gedachten waren zo gericht op hem dat ik bijna niks hoorde van wat hij eigenlijk vertelde.
Het was duidelijk, ik was voor de eerste keer verliefd, smoorverliefd. Op iemand die mij ook leuk bleek te vinden na onze nogal chaotische kennismaking.
Rond middernacht besloten we om terug naar binnen te gaan. Als het zou verder zou gegaan zijn, had ik deze nacht niet meer kunnen slapen - van de nachtmerries. Julian was echt een goeie verteller.
Maar dat betekende niet dat ik wou slapen. Er zijn nog andere dingen die mensen doen in bedden dan slapen.
Toen we terug (lachend) binnenkwamen vroeg ik het. Het was er enorm vlot uitgekomen en op een bepaalde manier was ik blij dat ik nu niet meer verlamd was bij hem in de buurt.
Ik vroeg of ik mocht blijven slapen."Ik ben hier op reis. Maar het huisje dat ik huur, is werkelijk verschrikkelijk. Het bed piept en kraakt langs alle kanten en als je onder de douche gaat doe je meteen de ice bucket challenge",
Even hoopte ik dat hij enthousiast 'natuurlijk!' zou zeggen, spijtig genoeg kwam er iets helemaal anders uit wat ik eerlijk gezegd had verwacht.
"Nee, sorry, gaat niet", zei hij zonder enige uitleg.
Maar dat betekende niet dat ik wou slapen. Er zijn nog andere dingen die mensen doen in bedden dan slapen.
Toen we terug (lachend) binnenkwamen vroeg ik het. Het was er enorm vlot uitgekomen en op een bepaalde manier was ik blij dat ik nu niet meer verlamd was bij hem in de buurt.
Ik vroeg of ik mocht blijven slapen."Ik ben hier op reis. Maar het huisje dat ik huur, is werkelijk verschrikkelijk. Het bed piept en kraakt langs alle kanten en als je onder de douche gaat doe je meteen de ice bucket challenge",
Even hoopte ik dat hij enthousiast 'natuurlijk!' zou zeggen, spijtig genoeg kwam er iets helemaal anders uit wat ik eerlijk gezegd had verwacht.
"Nee, sorry, gaat niet", zei hij zonder enige uitleg.
Ik schaamde me nog meer dan na mijn woede-uitbarsting in het park en het incident met de omgevallen vuilbak die ik zomaar weer opraapte.
Natuurlijk niet, ik kende hem nog geen dag! Maar, maar...Hij was zo...Leuk. Hij wist niks over mijn verleden of wie ik was en daardoor kon ik gewoon het brave, normale meisje zijn dat ik wou zijn.
En ondanks zijn vermeende rebellie had hij ook een goeie invloed op me: ik had al een dag niks gestolen. Niet dat ik er spijt van had als ik dat wel deed en het zal komen doordat ik het te druk heb met hem om iets te stelen maar daardoor werd ik wel niet door iedereen aangegaapt op straat, zoals in Moonlight Falls doorgaans de gewoonte was.
Dan kwam er ook nog eens bij dat ik kilometers verwijderd was van dat stomme Moonlight Falls en mijn ouders.
Die zouden zich vast afvragen waar ik uithing...
Ik ging dan maar naar 'huis', plofte in de akelig harde bank en zette een krakkemikkige tv met zwart-wit beeld aan.
Ik zuchtte. Wat moest ik toch aanvangen met dat miserabele leven van me?
Natuurlijk niet, ik kende hem nog geen dag! Maar, maar...Hij was zo...Leuk. Hij wist niks over mijn verleden of wie ik was en daardoor kon ik gewoon het brave, normale meisje zijn dat ik wou zijn.
En ondanks zijn vermeende rebellie had hij ook een goeie invloed op me: ik had al een dag niks gestolen. Niet dat ik er spijt van had als ik dat wel deed en het zal komen doordat ik het te druk heb met hem om iets te stelen maar daardoor werd ik wel niet door iedereen aangegaapt op straat, zoals in Moonlight Falls doorgaans de gewoonte was.
Dan kwam er ook nog eens bij dat ik kilometers verwijderd was van dat stomme Moonlight Falls en mijn ouders.
Die zouden zich vast afvragen waar ik uithing...
Ik ging dan maar naar 'huis', plofte in de akelig harde bank en zette een krakkemikkige tv met zwart-wit beeld aan.
Ik zuchtte. Wat moest ik toch aanvangen met dat miserabele leven van me?