Deel 8: Geen spoor
Het was Learco gelukt, na ruim twee maanden. Op een dag zag hij een bleke zeemeerman naar zijn boot toe zwemmen en meteen kwam hij bijna té enthousiast - hij struikelde bijna over wat speelgoed van Dendronephtya - naar buiten gerend.
"Triton! Je bent er!" Riep hij en zag hoe de zeemeerman plotseling terug helemaal droog was en zijn alledaagse kleding aan had.. Die wezens hadden daar een speciaal trucje voor.
"Goed gezien. Ik werd je telefoontjes beu, dit was de enige mogelijkheid. Wat is er?" vroeg hij.
"Acropora is verdwenen",
"Triton! Je bent er!" Riep hij en zag hoe de zeemeerman plotseling terug helemaal droog was en zijn alledaagse kleding aan had.. Die wezens hadden daar een speciaal trucje voor.
"Goed gezien. Ik werd je telefoontjes beu, dit was de enige mogelijkheid. Wat is er?" vroeg hij.
"Acropora is verdwenen",
Triton's blik verstrengde al wanneer Learco nog niet aan de 'dwenen' van 'verdwenen' begonnen was. "Wat heb ik daar mee te maken? Het is jouw probleem",
"Ik dacht..."
"Jij denkt helemaal niks," onderbrak Triton hem. "ik weet helemaal niet waar dat mens uithangt en kan je dus niet helpen. Gaan we nu nog iets doen of niet?"
"Maar jij hebt haar toch naar mij gebracht? Je kent haar goed, ik dacht dat..." wou hij zeggen, maar hij zweeg al. Het had geen zin.
"Ja", antwoordde hij dan maar en stelde voor om te gaan duiken. Triton was meteen terug blij.
"Ik dacht..."
"Jij denkt helemaal niks," onderbrak Triton hem. "ik weet helemaal niet waar dat mens uithangt en kan je dus niet helpen. Gaan we nu nog iets doen of niet?"
"Maar jij hebt haar toch naar mij gebracht? Je kent haar goed, ik dacht dat..." wou hij zeggen, maar hij zweeg al. Het had geen zin.
"Ja", antwoordde hij dan maar en stelde voor om te gaan duiken. Triton was meteen terug blij.
Hij hoopte dat hij Triton nog wat kon ontfutselen, maar tevergeefs. Telkens als Learco het gebarend over iets anders had als duiken of de vreemde, rode lucht en mist die de eilanden teisterde - In de bijna dertig jaar dat hij er leeft heeft hij dat nog nooit gezien? - slaakte de zeemeerman een zucht en zwom sierlijk weg.
de zeebodem verkennen dan maar.
de zeebodem verkennen dan maar.
Het was al na middernacht wanneer de zuurstof opraakte en Learco, in tegenstelling tot Triton, verplicht was terug te keren naar de wereld boven de zeespiegel. Nog steeds hing er de rode mist boven het water, nu feller dan ooit. Ook meer dan tevoren vroeg Learco zich af wat het was, en waar het vandaan kwam. En daarbij...Waarom nu? Door de kleur hoopte hij dat het niks betekende, maar hij had het gevoel dat het bloedrode licht en Acropora's verdwijning iets met elkaar te maken hadden. Totaal redenloos, maar het was er wel en hoe meer hij er aan dacht begon het alsmaar meer en meer op te borrelen. Triton wist wél meer.
Nog een paar uur lang blijf hij rondvaren over het water. Dan snel vooruit zoevend, dan weer langzaam dobberend - als hij maar zijn gedachten kon verzetten. Tot de angstaanjagende, bloedrode mist verdween en de zon terug opkwam bleef hij dat doen. Toenw erd het écht tijd om terug naar huis te keren.
"Wie was die zeemeerman? Weet hij waar mama is?" vroeg Dendronephtya die ochtend.
"Nee, zegt hij", antwoordde Learco. "Moet jij niet naar school?"
"Het is vandaag vakantie. Had je moeten weten. Gaan we naar het herfstfestival?"
"Wie was die zeemeerman? Weet hij waar mama is?" vroeg Dendronephtya die ochtend.
"Nee, zegt hij", antwoordde Learco. "Moet jij niet naar school?"
"Het is vandaag vakantie. Had je moeten weten. Gaan we naar het herfstfestival?"
"Nee, ik ben doodmoe. Wat vind jij van die rode lucht?" vroeg hij terug.
Dendronephtya zette enkele stappen naar voor en begon de rode lucht beter te bekijken. Het zou al licht moeten zijn op deze ochtend in oktober op een van de meeste tropische en warme plaatsen van het westelijk halfrond, maar er was geen zon. Wel de vreemde, rode mist die na een korte pauze toen de zon opkwam was teruggekeerd.
"Ik vind het eng," concludeerde ze. "Het moet straks weg zijn."
Learco vond die ongerepte en brutale eerlijkheid van haar zalig. Het was duidelijk dat ze grotendeels door hem werd opgevoed.
Dendronephtya zette enkele stappen naar voor en begon de rode lucht beter te bekijken. Het zou al licht moeten zijn op deze ochtend in oktober op een van de meeste tropische en warme plaatsen van het westelijk halfrond, maar er was geen zon. Wel de vreemde, rode mist die na een korte pauze toen de zon opkwam was teruggekeerd.
"Ik vind het eng," concludeerde ze. "Het moet straks weg zijn."
Learco vond die ongerepte en brutale eerlijkheid van haar zalig. Het was duidelijk dat ze grotendeels door hem werd opgevoed.
Ze had geluk: tegen dat ze haar kleren aan had en die luie Learco in bed lag te snurken was die enge rode lucht vervangen door de mooie, blauwe lucht die Isla Paradiso altijd boven zich zou moeten hebben.
Eerst liet ze zich schminken. Verrassend onopvallend - niet dat opvallend wél zou opvallen bij haar: lichtblauwe sterren op haar wang. Ze betaalde de schminkster snel met wat geld dat ze nog van haar min of meer vader had kunnen krijgen en ging op weg naar de volgende halte.
Eerst liet ze zich schminken. Verrassend onopvallend - niet dat opvallend wél zou opvallen bij haar: lichtblauwe sterren op haar wang. Ze betaalde de schminkster snel met wat geld dat ze nog van haar min of meer vader had kunnen krijgen en ging op weg naar de volgende halte.
Appelhappen. Het zag er belachelijk uit, het wás belachelijk en je won een vrij belachelijke prijs - niks - maar ze kon ook haar medekandidaten belachelijk maken en dat vond ze super. Die hadden helemaal niet verwacht dat dat vreemde, stille meisje met de overwinning zou gaan lopen. Een vrij voorspelbaar feit: ze kon als zeemeermin onder water ademen en verloor dus geen tijd met af en toe naar adem happen.
Learco had de hele tijd liggen piekeren en slechts een paar uur nadat Dendronephtya naar het centrum was vertrokken stond hij al terug onder de douche en veen later ging hij zijn dochter achterna. Eerst de bibliotheek, om wat nieuwe boeken te kopen over gitaar spelen, daarna het belangrijkste: het gemeentehuis. Waar hij de politie vroeg om het onderzoek naar Acropora terug op te starten. Wat ze verrassend genoeg zonder tegenstribbelen deden.
Daarna ging hij naar het park om de nieuwe liedjes uit te proberen. Hij had niet veel bekijks, het stortregende en dat was waarschijnlijk de reden waarom hij Dendronephtya nergens meer zag, maar dat deerde niet. Hij moest zijn moeder voor veel dingen bedanken, maar hiervoor toch het meeste: dat ze hem als peuter verplichtte met de xylofoon te spelen. "Deed ik vroeger ook, en zie waar ik geëindigd ben", had ze wel al eens gezegd. In de tijd dat ze dat zei had Learco meteen "Dood", geantwoord, maar nu zou hij "Je hebt gelijk", zeggen. Hij zou echter nooit zo goed worden als zijn enorm getalenteerde moeder.
Hij nam nog mee aan de taartsmulwedstrijd, eindigde daarbij met een groot gevoel als schaamte laatste (de paparazzi smulde van zijn met kersentaart besmeurde gezicht en zijn gekots achteraf in de struiken), en vertrok toen terug naar huis."Ik heb dat vrijgezellenleven eigenlijk gemist. Misschien heb ik Acropora niet zo hard nodig", dacht hij even, maar bedacht zich snel terug. Hij miste haar enorm en hoopte dat de politie minstens één spoor zou vinden, al was het maar om te weten dat ze wel degelijk niet in lucht was opgegaan.
Er kwam echter geen schot in de zaak. Acropora was écht in lucht opgegaan. Geen paars haar in vreemde oude vieze kelders te bespeuren op alle Isla Paradisoïaanse eilanden en het was al bijna winter - wat daar alsnog 25°C is - wanneer de plaatselijke politie besloot het wat internationaler aan te pakken. De persconferenties wees Learco vriendelijk af. Veel mensen waren geïntrigeerd door de mysterieuze verdwijning van de felpaarse zeemeermin en de jaren dat Learco en Acropora wanhopig hadden geprobeerd zichzelf en Dendronephtya uit het publiek te houden leken voor niks geweest te zijn.
Acropora verscheen niet, net zoals de mysterieuze rode mist ook niet verdween.
Acropora verscheen niet, net zoals de mysterieuze rode mist ook niet verdween.
"Nee, pa, het gaat", zei Learco over de telefoon tegen zijn vader. Het was exact een anderhalf jaar geleden dat wanneer op een doodnormale ochtend eind juli Acropora verdween. Gabriel vond dat het perfecte moment om Learco enkele vervelende vragen te stellen.
"Nee, zij is niet terug. het zou waarschijnlijk op alle zenders te zien zijn, spijtig genoeg",
Aan de andere kant klonk een heleboel geërgerd gemompel.
"Ja, ik weet wat jij en mama willen: dat ik een nieuwe vriendin zoek, een moeder voor Dendronephtya. Ja, tienjarige meisjes hebben een moeder nodig ja. Ander onderwerp, alsjeblieft?"
"Ben je dan nog steeds met het onderzoek bezig?" vroeg Gabriel.
"Nee en ja. Ja, het is nog steeds open. De media is er intussen enorm in geïnteresseerd geraakt. Maar nee, omdat ik me ondertussen bij het leven als vrijgezel en alleenstaande vader had neergelegd en Acropora slechts nog een herinnering was. Bedankt voor dit gesprek, pap", antwoordde hij en hing toen snel op.
"Nee, zij is niet terug. het zou waarschijnlijk op alle zenders te zien zijn, spijtig genoeg",
Aan de andere kant klonk een heleboel geërgerd gemompel.
"Ja, ik weet wat jij en mama willen: dat ik een nieuwe vriendin zoek, een moeder voor Dendronephtya. Ja, tienjarige meisjes hebben een moeder nodig ja. Ander onderwerp, alsjeblieft?"
"Ben je dan nog steeds met het onderzoek bezig?" vroeg Gabriel.
"Nee en ja. Ja, het is nog steeds open. De media is er intussen enorm in geïnteresseerd geraakt. Maar nee, omdat ik me ondertussen bij het leven als vrijgezel en alleenstaande vader had neergelegd en Acropora slechts nog een herinnering was. Bedankt voor dit gesprek, pap", antwoordde hij en hing toen snel op.
Hij had er zich écht bij neergelegd. Acropora was weg, punt. Het moest zo zijn. De tijd dat hij haar gemist had was voorbij, natuurlijk miste hij haar nog, maar dat was...Anders. Het missen was geen "Ik zou dat ze bij mij was",- missen meer maar eerder een "Ik mis de tijd dat ze bij mij was", - missen. Dat slechts af en toe werd aangewakkerd, de ene keer al heviger als de andere. Zoals een oude vriend die af en toe belt, dan plots voor de deur staat en dan terug gewoon eens belt.
Nu was die oude vriend op weg naar hem en in de hoop hem te kunnen ontwijken ging hij aan het roer staan en voer weg, ver weg.
Nu was die oude vriend op weg naar hem en in de hoop hem te kunnen ontwijken ging hij aan het roer staan en voer weg, ver weg.
Om uiteindelijk aan een haven op het hoofdeiland te eindigen en besloot daar maar te blijven. Hij had geen zin om naar een willekeurige plek in de zee te varen en daar rond te dobberen, daarnaast was dit dichter bij Dendronephtya's school.
Over Dendronephtya gesproken...Hij vreesde dat ze het naar het schijnt kwaadaardige karakter van haar biologische vader had geërfd. Ze was het niet eens met Learco's onverschilligheid over hoe Acropora's verdwijning ervoor stond en dat liet ze merken. Onder andere Learco's laptop werd slachtoffer van een vrij...Angstaanjagende afbeelding die verscheen de eerste keer dat het ding werd aangezet. Learco begon luidruchtig op het toetsenbord te slaan tot uiteindelijk het ietsje bravere bureaublad met de groene plumbob verscheen.
Over Dendronephtya gesproken...Hij vreesde dat ze het naar het schijnt kwaadaardige karakter van haar biologische vader had geërfd. Ze was het niet eens met Learco's onverschilligheid over hoe Acropora's verdwijning ervoor stond en dat liet ze merken. Onder andere Learco's laptop werd slachtoffer van een vrij...Angstaanjagende afbeelding die verscheen de eerste keer dat het ding werd aangezet. Learco begon luidruchtig op het toetsenbord te slaan tot uiteindelijk het ietsje bravere bureaublad met de groene plumbob verscheen.
"Waarom deed je dat?" vroeg hij even later. Zodra hij bekomen was had hij Dendronephtya geroepen.
"Ik had mijn peperdure laptop bijna kapot gesmeten",
"Dat ding koste zeshonderd simdollars, jij bent bijna een miljonair. Ik had er gewoon zin in denk ik",
Learco zuchtte. Hij had ook veel uit gehaald toen hij klein was, maar niks waar een ander veel last van had. "Oké dan. Het is goed, voor één keer. Maar doe het nooit meer, belooft?"
Met tegenzin knikte Dendronephtya en ze ging terug gaan lezen.
"Ik had mijn peperdure laptop bijna kapot gesmeten",
"Dat ding koste zeshonderd simdollars, jij bent bijna een miljonair. Ik had er gewoon zin in denk ik",
Learco zuchtte. Hij had ook veel uit gehaald toen hij klein was, maar niks waar een ander veel last van had. "Oké dan. Het is goed, voor één keer. Maar doe het nooit meer, belooft?"
Met tegenzin knikte Dendronephtya en ze ging terug gaan lezen.
"Waar ben ik toch mee bezig?" vroeg Learco zich even later af. Hij stond achter zijn persoonlijke bar, mixologie aan het oefenen. Enkele stemmingsdrankjes en vaardigheidsstimulansdrankjes kon hij al een beetje, maar een prof was hij nog lang niet. Soms lukte het hem wel al om als een professional de bekers in de lucht te gooien, maar opvangen was nog iets anders.
Hij zuchtte en pakte de glasscherven op, om vervolgens wat te drinken van een vorig mengsel.
"Ik ben 32 jaar oud, ik heb een dochter die niet van mij is, ik heb deze eilanden opgezadeld met de meest mysterieuze verdwijning van de eeuw waar ik mezelf niks meer van probeer aan te trekken, ik ben stinkend rijk zonder ooit gewerkt te hebben en bezit al dan niet officieel vijf eilanden waar ik amper iets mee doe", mompelde hij in zichzelf en gooide een mix van rodevruchtengrenadine en appelsiensap bij de vodka.
"Ik ben 32 jaar oud, ik heb een dochter die niet van mij is, ik heb deze eilanden opgezadeld met de meest mysterieuze verdwijning van de eeuw waar ik mezelf niks meer van probeer aan te trekken, ik ben stinkend rijk zonder ooit gewerkt te hebben en bezit al dan niet officieel vijf eilanden waar ik amper iets mee doe", mompelde hij in zichzelf en gooide een mix van rodevruchtengrenadine en appelsiensap bij de vodka.
Hij dronk dat ook in één keer leeg en spuugde het meteen terug uit. "Die appelsiensap was over tijd", zei hij hoestend en veegde voor de tweede keer op enkele minuten glasscherven op. hij had zijn glas laten vallen.
Misschien ging hij toch maar beter gaan slapen. Het was al laat, zeer laat, en hij zou als hij zo verder deed de volgende ochtend, of namiddag, wakker worden met een stevige kater.
Misschien ging hij toch maar beter gaan slapen. Het was al laat, zeer laat, en hij zou als hij zo verder deed de volgende ochtend, of namiddag, wakker worden met een stevige kater.
Na nog wat opgekuist te hebben kroop hij zijn al een tijd lang lege tweepersoonsbed in, vergezeld door enkele door zijn vader gemaakte schilderijen in de meest uiteenlopende stijlen, en probeerde wanhopig te slapen. Hopelijk zonder in zijn dromen geconfronteerd te worden met Dendronephtya die over een paar jaar misschien zo erg zal zijn als dat hij op die leeftijd was: een onzekere tiener die denkt dat ze geen ouders heeft en daarom de toevlucht zoekt tot illegale of sociaal onaanvaardbare praktijken. Wat leek ze toch goed op hem, te goed.