Deel 6: Moeilijke tijd
Het was werkelijk een slapeloze nacht geweest. Ze lag de hele tijd te woelen en te piekeren. De vorige nacht had Caelin naast haar gelegen en was er geen vuiltje aan de lucht. Nu was ze weer vrijgezel en moest ze haar plan trekken om een kind op te woeden en alle haar huisdieren genoeg aandacht te geven. Wanneer het haar even lukte om ergens anders aan te denken en mogelijk in slaap te vallen, moest ze naar de wc en begon het terug van voor af aan. Of ze het miserabele gevoel waar ze al een hele avond en nacht mee kampte kwam terug naar boven en ze was genoodzaakt haar maag te gaan legen boven de wc, wat rond vijf uur 's ochtends het geval was. Ze besloot niet terug in bed te kruipen. Ze ging dan maar haar eekhoorn's kooi schoon te maken.
"Er is nog wat doet moet schoongemaakt worden", zuchtte ze en begon even later aan de wc. Die was niet meer zo proper na haar overgeven. Enkele weken lang bleef ze thuis, gewoon thuis. Ze sliep, at, zwom, viste, en speelde met de dieren. Ook was haar overgeven nog niet verbeterd. Ze kon er niet omheen: er was iets mis en ze moest naar de dokter, wat ze diezelfde dag nog deed. Ze bleek zwanger. Wat ze al dacht, en vreesde. Ze zou dit nooit in haar eentje kunnen doen.
Ze zette Fionan af in de crèche en reed toen verder naar haar ouderlijk huis.
Ze zette Fionan af in de crèche en reed toen verder naar haar ouderlijk huis.
Haar vader deed open. Ze zag hoe hij zuchtte wanneer hij meteen haar beginnende buikje zag. "Kom binnen", zei hij.
Daar stonden ze dan, in de woonkamer van het huis waar Scarlett haar jeugd had doorgebracht. De laatste keer dat ze er zo met haar vader stond, toen hadden ze een vlammende ruzie. "Is mama thuis?" vroeg ze timide. "In de tuin, moet ik haar roepen?" vroeg Aneirin, maar haar snelle nee schudden maakte het al duidelijk. "Ik ben zo stom", snikt ze. "Zo stom en naïef. Ik haat Caelin. En Megen is zo erg nog niet. Maar toch haat ik hem. Waarom zijn mannen zo stom?"
Daar stonden ze dan, in de woonkamer van het huis waar Scarlett haar jeugd had doorgebracht. De laatste keer dat ze er zo met haar vader stond, toen hadden ze een vlammende ruzie. "Is mama thuis?" vroeg ze timide. "In de tuin, moet ik haar roepen?" vroeg Aneirin, maar haar snelle nee schudden maakte het al duidelijk. "Ik ben zo stom", snikt ze. "Zo stom en naïef. Ik haat Caelin. En Megen is zo erg nog niet. Maar toch haat ik hem. Waarom zijn mannen zo stom?"
Toen viel ze in haar vaders armen, en alles kwam terug. Al haar stommiteiten. Alle keren dat ze het domme, naïeve meisje was geweest dat werkelijk maar weinig kan. De momenten dat ze woedend was op iemand, terwijl het niks meer dan haar eigen schuld was. Ze had maar niet in hun val moeten lopen, of zoals in haar vaders geval, gewoon een betere dochter moeten zijn. "Ik haat mannen. Ik haat ze. Megen had me gewaarschuwd voor Caelin, maar ik luisterde niet. Ik luisterde weeral niet naar iemand die het goed bedoelde en me wou behoeden voor stommiteiten. En nu ben ik een arm en weeral zwanger en ik haat mijn leven", stamelde ze verder, en voelde Aneirins grip rond haar sterker werd. "Stil, meisje", bleek hij te fluisteren. "Wat is er gebeurd?"
"Caelin hield helemaal niet van me. Het was een manier om bij Megen te komen, aangezien ik de laatste ben die hem had gezien. Megen had iets gestolen van Caelin en zijn zus en die wouden het terug, ofzoiets...Hij heeft tegen me gelogen en Megen naar mijn huis gelokt, hij had in mijn naam hem geschreven dat Fionan ernstig ziek was. Megen wist dat er oets niet klopte, hij wist dat Caelin het zou doen. Hij had me gewaarschuwd, toen ik hem buiten gooide. Hij had gelijk."
"Maar...Hij kwam?"
"Hij kwam omdat hij me niet in de steek wou laten moest er echt iets met Fionan zijn. Je broer is zo slecht nog niet papa."
"Weet ik, meisje. Hij heeft gewoon stomme dingen gedaan en ik was te bevooroordeeld. Ik ben ook stom geweest, heel erg vaak. We willen gewoon te goed zijn en maken onszelf wijs dat anderen ook zo denken, maar we doen uiteindelijk alleen maar onszelf en anderen pijn. Ik ken het."
"Mag ik hier blijven slapen vannacht? Ik ga Fionan nog van de crèche halen."
"Natuurlijk, we hebben plaats genoeg. Dat doe ik wel. Blijf jij hier. Je moeder is in de tuin zoals ik al zei."
Zo gezegd, zo gedaan. Aneirin maakte zichzelf los uit Scarletts omarming en wandelde naar buiten.
"Maar...Hij kwam?"
"Hij kwam omdat hij me niet in de steek wou laten moest er echt iets met Fionan zijn. Je broer is zo slecht nog niet papa."
"Weet ik, meisje. Hij heeft gewoon stomme dingen gedaan en ik was te bevooroordeeld. Ik ben ook stom geweest, heel erg vaak. We willen gewoon te goed zijn en maken onszelf wijs dat anderen ook zo denken, maar we doen uiteindelijk alleen maar onszelf en anderen pijn. Ik ken het."
"Mag ik hier blijven slapen vannacht? Ik ga Fionan nog van de crèche halen."
"Natuurlijk, we hebben plaats genoeg. Dat doe ik wel. Blijf jij hier. Je moeder is in de tuin zoals ik al zei."
Zo gezegd, zo gedaan. Aneirin maakte zichzelf los uit Scarletts omarming en wandelde naar buiten.
Eigenlijk was ze wel blij dat Aneirin om Fionan ging. Zo kon ze tot rust komen, iets wat niet ging gebeuren achter een stuur.
Meteen viel haar oog op haar jongste zusje Phenice, die aan haar broekspijp hing. "Hallo jij", zei ze, en pakte haar zusje op. Even later begon ze het vrolijke meisje met allerlei speldjes in haar haar te kietelen. Het zou hier druk zijn, maar ze keek er wel naar uit hier eventjes te logeren - tot ze alles terug op een rijtje had.
Meteen viel haar oog op haar jongste zusje Phenice, die aan haar broekspijp hing. "Hallo jij", zei ze, en pakte haar zusje op. Even later begon ze het vrolijke meisje met allerlei speldjes in haar haar te kietelen. Het zou hier druk zijn, maar ze keek er wel naar uit hier eventjes te logeren - tot ze alles terug op een rijtje had.
Ze speelde wat met Phenice. En met Eolande, en met Oran. De tweeling die binnenkort naar de basisschool zou moeten. De kleuters luisterden met plezier naar haar ter plekke verzonnen verhaaltjes en staarden hun oudere zus met grote ogen aan. Tegen de tijd dat Aneirin terug kwam met haar eigen zoontje, die ze meteen aanviel met 'de klauw' (waar haar zusjes en broertje erg jaloers op waren), had ze goed nagedacht. Geen mannen meer voor haar. Of toch geen mannen die ze niet door en door kende en waarvan ze niet hun hele familie had ontmoet en waarvan ze niet elke roddel had ontrafeld.
Ook zou ze een echte job zoeken. Het paardrijden was leuk, zeer leuk. Als ze deelnam, dan won ze en ze verdiende er geld mee. Maar ze ging er niet van kunnen overleven. Zeker niet als ze het nu een tijdje niet ging kunnen doen, ze daarna méér geld nodig had en mogelijk verbouwingen met nog een baby, en ze graag nog wat katten en honden wou.
Ze wou natuurlijk ook niet de eerste de beste job en nam de beslissing om van de tijd die ze nu had gebruik te maken en te studeren. De nieuwsgierig blikken van haar moeder die subtiel langs wandelde om te kijken hoe het met de test zat negeerde ze.
Helaas, slechte punten. Een zeer goed resultaat voor lichamelijke opvoeding - maar dat was toch niet helemaal haar ding. Voor de rest had ze acceptabele punten voor zaken, maar dat leek haar simpelweg saai. Geen universiteit dus, maar ze ging in ieder geval een echte job gaan zoeken.
Ze wou natuurlijk ook niet de eerste de beste job en nam de beslissing om van de tijd die ze nu had gebruik te maken en te studeren. De nieuwsgierig blikken van haar moeder die subtiel langs wandelde om te kijken hoe het met de test zat negeerde ze.
Helaas, slechte punten. Een zeer goed resultaat voor lichamelijke opvoeding - maar dat was toch niet helemaal haar ding. Voor de rest had ze acceptabele punten voor zaken, maar dat leek haar simpelweg saai. Geen universiteit dus, maar ze ging in ieder geval een echte job gaan zoeken.
Ze bleef langer bij haar ouders dan verwacht. Ze had zelfs al haar buren moet bellen om te zeggen dat ze voederbakjes moesten komen vullen omdat ze een tijdje weg was. Als ze haar nodig hadden, zat ze aan de andere kant van het eiland. Het was simpelweg een gezellige bende thuis. Haar zusjes en broertje die het uitstekend konden vinden met hun neefje, haar moeder die begripvol glimlachte als ze klaagde over een of ander zwangerschapskwaaltje dat vervolgde met een al dan niet interessante en anekdote. "Niet dat ik er nooit spijt van heb zoveel kinderen te krijgen, hoor", floepte ze er al eens uit, om dan alle ogen op haar gericht te hebben aan de eettafel. "Ik hou van jullie. Maar jullie kunnen erg veel schreeuwen. Soms wil ik me gewoon even reinigen na gezwommen te hebben met jullie vader en niet eerst jullie gekrijs aanhoren." zelfs Rachel kwam eens op bezoek, die succesvol was bij de politie en zich outte als lesbienne. Wat Scarlett helemaal begreep. Zeg nooit nooit, maar ze wou zo ver mogelijk wegblijven van mannen momenteel.
Na een heleboel keren over en weer te gaan om enkele dingen te checken ging ze na een anderhalve maand écht terug in haar eigen huisje wonen. Ze werd meteen onthaald door Elanor, die voor zijn lengte erg hoog kon springen, liet Sophia een tijdje achter een nieuwe bol wol jagen en maakte Mauve's hoeven schoon. Ze moest toegeven dat haar buren hun werk wel hadden gedaan.
Dinthe had Fionan enkele woordjes geleerd, en daar zou ze zich nu op focussen: Fionan leren praten. Helaas, tot 's avonds laat herhaalde ze 'koekje' tegen hem en het leverde niet veel resultaat op. Het leek wel of iedereen haar zoontje dingen kon bijleren, behalve zij. Ze dacht er aan om terug te keren naar haar ouders, maar met huisdieren en al verhuizen vond ze niet ietsje te impulsief en er als logé terug binnenvallen wou ze niet. Na een voor Farraige Ghleann veel te warme en goeie zomer was het nu school, met Eolande en Oran op de basisschool en Flanna in de middelbare, en de drukte zou er misschien iets té zijn. Ook wou ze haar dieren en vooral Elanor niet terug achterlaten. Thuisblijven dus.
Het waren drukke maanden die gevuld werden met solliciteren, het verzorgen van huisdieren, klusjes doen in huis dat geen lachertje was zodra ze haar tenen niet meer kon zien en Fionan wanhopig dingen bijleren. Toen ze op een dag in de kelder kwam om de bakjes van Elanor en Sophia te vullen en merkte dat er geen beweging was in de kooi van haar eekhorentje, liep de emmer over. Ze zo dit nooit kunnen.
Maar ze herpakte zichzelf. Ze had geen liegende klootzak in haar bed nodig om twee kinderen te kunnen opvoeden en een paard, hond, kat en een schildpad genaamd Umberto in de gaten te houden. En ze kon altijd haar ouders bellen. Dagen veranderden in weken en op een ochtend kreeg ze plots weeën en beviel volkomen zelfstandig van een bleek jongetje met rossige haartjes die ze Rowin noemde. Kleine rode.