Deel 3: Terug thuis
Ze was in de nacht toegekomen en kroop meteen haar bed in, zonder iemand wakker te maken. Ze wisten dat ze terugkwam en ze had hen over de telefoon duidelijk uitgelegd dat ze niet op haar moesten wachten om te gaan slapen. Dat deden ze inderdaad niet: het huis was helemaal stil toen ze rond drie uur naar binnen wandelde.
De volgende ochtend kwam ze al meteen Mare tegen, die flink was gegroeid sinds de vorige keer dat ze haar zag. Zij en Aneirin waren tenslotte al twaalf intussen.
Een nieuwsgierige twaalfjarige. Ze telefoneerde meteen Cid om te informeren of hij goed wat toegekomen. "Ja hoor, je hebt me enkel wakker gebeld..." zei hij over de telefoon.
"Met wie bel je? En waarom zijn jouw hoektanden plots zo scherp?" begon Mare te vragen.
De volgende ochtend kwam ze al meteen Mare tegen, die flink was gegroeid sinds de vorige keer dat ze haar zag. Zij en Aneirin waren tenslotte al twaalf intussen.
Een nieuwsgierige twaalfjarige. Ze telefoneerde meteen Cid om te informeren of hij goed wat toegekomen. "Ja hoor, je hebt me enkel wakker gebeld..." zei hij over de telefoon.
"Met wie bel je? En waarom zijn jouw hoektanden plots zo scherp?" begon Mare te vragen.
Tya's humeur sloeg toen plots helemaal om. "Niemand en zijn jouw zaken niet", zei ze korzelig en rende weg.
Die lafaard van een Cid had het over de telefoon met haar uitgemaakt. "Het werkt niet, we wonen zo ver van elkaar, en euhm eigenlijk heb ik een vriendin, van voor wij elkaar ontmoeten. Sorry Tya, daag", had hij compleet gevoelloos gezegd. Kon ze dan echt niet wat geluk hebben in de liefde?
Ze ging op het terras zitten en pakte een boek. Meteen werd ze vergezeld door haar moeder die de telescoop claimde. "Gaat het? Ik heb van Mare gehoord dat je huilend wegliep na een telefoontje van...Van wie eigenlijk?"
"Niemand. Een klootzak. Niemand."
Die lafaard van een Cid had het over de telefoon met haar uitgemaakt. "Het werkt niet, we wonen zo ver van elkaar, en euhm eigenlijk heb ik een vriendin, van voor wij elkaar ontmoeten. Sorry Tya, daag", had hij compleet gevoelloos gezegd. Kon ze dan echt niet wat geluk hebben in de liefde?
Ze ging op het terras zitten en pakte een boek. Meteen werd ze vergezeld door haar moeder die de telescoop claimde. "Gaat het? Ik heb van Mare gehoord dat je huilend wegliep na een telefoontje van...Van wie eigenlijk?"
"Niemand. Een klootzak. Niemand."
Acropora wou verder vragen maar Aneirin kwam plotseling het terras opgewandeld.
"Hebben jullie Mare gezien? We gingen samen naar het park, maar ik vind haar niet", zei hij.
"Misschien is ze terug in een pop veranderd, kijk eens in de speelgoedkist", zei Learco.
"Haha, grappig papa, nee, dat doet ze niet. Toch niet zonder mij te waarschuwen...Tya, heb jij haar gezien?"
"Hebben jullie Mare gezien? We gingen samen naar het park, maar ik vind haar niet", zei hij.
"Misschien is ze terug in een pop veranderd, kijk eens in de speelgoedkist", zei Learco.
"Haha, grappig papa, nee, dat doet ze niet. Toch niet zonder mij te waarschuwen...Tya, heb jij haar gezien?"
Zodra ze haar naam hoorde stond ze op en legde ze haar boek opzij. "Nee, waarom zou ik? Ik heb haar het laatst gezien vanochtend, in de keuken. Ze was denk ik zelfgemaakte pannekoeken aan het eten."
"Misschien is ze op het strand, daar heb ik nog niet gekeken", bedacht hij zich toen en rende weg
Wat werd haar broertje toch groot.
"Misschien is ze op het strand, daar heb ik nog niet gekeken", bedacht hij zich toen en rende weg
Wat werd haar broertje toch groot.
Ze was inderdaad op het strand, aan het vissen. Ze was een van de enigen in huis die géén vis nodig had om te overleven en toch viste ze al bijna meer dan zelfs Acropora. "Ik hou gewoon van vissen. Rustig afwachten tot ze bijten, de adrenaline als je een grote te pakken hebt; het heeft iets rustgevend en energiegevends tegelijk", legde ze uit en gooide haar soort-van-broertje Megen omhoog.
Dendronephtya vond het simpelweg saai, de hele tijd naar een dobber staren. Blij dat ze nu ook op bloed kon overleven, was veel lekkerder dan vis.
Dendronephtya vond het simpelweg saai, de hele tijd naar een dobber staren. Blij dat ze nu ook op bloed kon overleven, was veel lekkerder dan vis.
Lang kon ze het niet verzwijgen. Dat ze nu resoluut weigerde wanneer iemand haar een lekker, sappig, mals stukje vis aanbood zorgde als nel voor vragen, in combinatie met haar lichtgevende ogen en scherpe hoektanden waar Mare al eerder naar vroeg.
"Heb je soms liever zeewier? Dan moet je gaan duiken", werd er tegen haar gezegd. "Nee', zei ze nog steeds en probeerde het prakje bloed dat ze toen uit een geheim schap in de koelkast haalde onder haar kleren te verstoppen, om het vervolgens op haar kamer op te drinken.
"Ik ben een vampier. Een zeemeervampier, een hybride. Ik ben gebeten door een andere vampier op de universiteit en dit is het resultaat. Nee ik ga niet terug veranderen, ik vind het goed zo",
Vanaf dan kon ze tenminste rustig haar O-positief opdrinken. Iets waar ze met volle teugen van genoot.
"Heb je soms liever zeewier? Dan moet je gaan duiken", werd er tegen haar gezegd. "Nee', zei ze nog steeds en probeerde het prakje bloed dat ze toen uit een geheim schap in de koelkast haalde onder haar kleren te verstoppen, om het vervolgens op haar kamer op te drinken.
"Ik ben een vampier. Een zeemeervampier, een hybride. Ik ben gebeten door een andere vampier op de universiteit en dit is het resultaat. Nee ik ga niet terug veranderen, ik vind het goed zo",
Vanaf dan kon ze tenminste rustig haar O-positief opdrinken. Iets waar ze met volle teugen van genoot.
Ze had nog meer aan haar hoofd. Aneirin, hoe hij naar Mare keek was...vreemd. Hij staarde eigenlijk gewoon naar haar. Ze kon de gedachte dat haar jongere broertje wel eens verliefd kon zijn op het roodharige meisje niet onderdrukken.
Ze was misschien toch verkeerd. Plots hoorde Aneirin zijn gsm afgaan. Het was Dinthe, hun achternicht. "Dinthe!" zei hij meteen met een enorm groot enthousiasme. Groter dan eender welk moment dat hij met Mare praatte.
"Met wie bel je?" vroeg Mare, zoals altijd nieuwsgierig naar iedereen's telefoongesprekken.
"Dinthe, ik ga haar vragen of ze eens kan langskomen", antwoordde Aneirin.
"Doe wat je niet laten kan", antwoordde Mare met lichte jaloezie.
Ze was misschien toch verkeerd. Plots hoorde Aneirin zijn gsm afgaan. Het was Dinthe, hun achternicht. "Dinthe!" zei hij meteen met een enorm groot enthousiasme. Groter dan eender welk moment dat hij met Mare praatte.
"Met wie bel je?" vroeg Mare, zoals altijd nieuwsgierig naar iedereen's telefoongesprekken.
"Dinthe, ik ga haar vragen of ze eens kan langskomen", antwoordde Aneirin.
"Doe wat je niet laten kan", antwoordde Mare met lichte jaloezie.
Na een twintigtal keer oké en daag en goed en ja stak Aneirin zijn gsm terug in zijn broekzak en ging bij Mare aan de bar zitten.
"Ben je jaloers? vroeg hij.
"Nee, gewoon, ze..Tja, ik weet niet. Nee ik ben niet jaloers",
"Weet je het zeker?"
"Heel zeker. Het is gewoon...Ik weet nog dat je ooit eens zei dat je mij niet meer nodig hebt omdat je haar hebt, je mooie leuke lieve achternichtje",
"Klopt. Toen is zij met het idee te komen om je echt te maken. Het is dankzij haar dat je hier nu zit. Als je op iemand boos moet zijn is het op mij, ik had dat niet mogen zeggen",
"Oké", zei ze en sloeg een bladzijde om.
"Ben je jaloers? vroeg hij.
"Nee, gewoon, ze..Tja, ik weet niet. Nee ik ben niet jaloers",
"Weet je het zeker?"
"Heel zeker. Het is gewoon...Ik weet nog dat je ooit eens zei dat je mij niet meer nodig hebt omdat je haar hebt, je mooie leuke lieve achternichtje",
"Klopt. Toen is zij met het idee te komen om je echt te maken. Het is dankzij haar dat je hier nu zit. Als je op iemand boos moet zijn is het op mij, ik had dat niet mogen zeggen",
"Oké", zei ze en sloeg een bladzijde om.
Even later was Dinthe er. Ze was intussen bijna vijftie , Aneirin amper dertien - maar ondanks het kleine leeftijdsverschil kwamen ze nog steeds erg goed overeen. Dat meisje had nu eenmaal alles: het uiterlijk, de hersenen en het goede hart. Ze praatten heel wat bij, Aneirin stelde haar wat vragen over iets dat hij op dat moment op school zag waar Dinthe met plezier op antwoordde. Wat goeie muziek, twee tieners en meer was er niet nodig om een klein feestje te bouwen op het terras.
Er waren personen die dat feestje maar niks vonden. Mare bijvoorbeeld. Ze kon wel zeggen dat ze niet extreem jaloers was en ze het niet erg vond maar iedereen zag hoe zij verliefd naar hem keek, hoe hij een duizendste sorry denkend en met spijt naar haar keek en hoe hij tegelijk ook verliefd naar zijn oudere achternicht keek.
Ondanks haar diploma kunstwetenschappen - dat tot nu toe gewoon bestond, ze deed ze niks mee - was Dendronephtya erg nieuwsgierig geworden naar de geheimen van de wetenschap, zo nieuwsgierig dat ze zo'n toestel dat ze ook op de universiteit hadden kocht en besloot het er op te waren met stralingsexperimenten en het splitsen van genen.
Ze vond het schitterend. het was enorm entertainend en bemoedigend wanneer een onnozel lieveheersbeestje veranderde in een uiterst zeldzaam plasmabeestje. Tot nu toe haalde ze haar onderzoeksmateriaal bij wat ze al had of wat ze vond op de eilanden. DIe voorraad raakte op en zeker voor een semivampier was het geen slim idee om hele dagen in de hete zon rond te lopen opzoek naar zaden en insecten, zelfs als ze met de taxiboot overal heenging sparkelde haar huid.
Dendronephtya besloot om een moestuintje te maken, waarvan ze de oogst aan haar voorraad zou toevoegen. Dat was ook buiten maar ze kon tenminste elk moment naar binnen moest haar huid beginnen te verbranden.
Dendronephtya besloot om een moestuintje te maken, waarvan ze de oogst aan haar voorraad zou toevoegen. Dat was ook buiten maar ze kon tenminste elk moment naar binnen moest haar huid beginnen te verbranden.
Ze kocht snel wat tomaten en sla extra in de supermarkt en plante die in de tuin. Ze installeerde ook een sproeier zodat haar plantjes genoeg te drinken kregen, waardoor de zeemeermin in haar naar boven kwam en ze gewoon van het frisse water moest genieten.
Zo ging het verder. Ze had de straatkunst en het uitvinden tijdelijk helemaal achter zich gelaten en zich gestort op de wetenschap en tuinieren. Ze onderzocht zaadjes, insecten, soms met vele resultaat, soms met weinig.
Ze vond het super. Het tuinieren verbeterde ze vooral door boekenwijsheid - ze kon enkel 's nachts en in de vroege ochtend tuinieren moest ze niet willen verbranden, al trok ze zich daar niet altijd even veel van aan - maar al snel begonnen de resultaten van haar experimenten specialer en kostbaarder te worden. Zo vond ze op een dag een vreemd, vrij groot zaadje. Ze had geen idee wat het was, maar het feit dat ze het nog nooit had gezien of in een boek had zien staan bewees dat het enorm zeldzaam was.
Ze zocht informatie op en zo kwam ze uit op het 'verboden zaadje'. Er stond niet bij wat het precies was en er werd extreem geheimzinnig over gedaan. Wel wist ze dat het een erg gevoelige plant was waarvoor er een lang plant en groeiproces nodig was.
Dit werd blokken.
Dit werd blokken.
Vanaf toen stortte ze zich nog meer op het tuinieren. Ze wou alles over de verboden vrucht en over het planten ervan te weten komen en leefde bijna op de bank naast het aquarium samen met haar boek over tuinieren. Tot de ergernis van Acropora die het maar vreemd vond dat haar dochter zich zou op iets stortte waar ze vroeger amper iets wou van afweten en vooral wou dat haar dochter iets deed met dat diploma van haar en werk zocht. "We zijn stinkend rijk, waarom zou ik een baan nodig hebben? Ik ben trouwens aan het lezen",
"Meisje",
"Ja?"
"We maken ons zorgen over je, je hebt gewoon een goede bezigheid nodig. Eerst dat vampirisme, dan dat tuinieren...En er is een reden waarom er 'verboden' staat in 'verboden vrucht'."
"Weet jij dan wat het is?"
"Nee, ik vertel alleen maar dat de naam suggereert dat er van moet afblijven",
"Mama, ga vissen of zo. Ik ben bezig",
Met tegenzin stond Acropora terug op.
"Meisje",
"Ja?"
"We maken ons zorgen over je, je hebt gewoon een goede bezigheid nodig. Eerst dat vampirisme, dan dat tuinieren...En er is een reden waarom er 'verboden' staat in 'verboden vrucht'."
"Weet jij dan wat het is?"
"Nee, ik vertel alleen maar dat de naam suggereert dat er van moet afblijven",
"Mama, ga vissen of zo. Ik ben bezig",
Met tegenzin stond Acropora terug op.
Die dochter was intussen twintig en bijgevolg Learco veertig en dat deed die laatste nadenken. "Ik zou graag nog eens rondreizen, met ons woonbootje. Maar we kunnen de kinderen niet achterlaten, zeker nu Dendronephtya meer bezig is met haar moestuin dan met een job zoeken of haar broertjes in de gaten houden",
"Ik zou ook graag nog eens ergens heen gaan schat. Maar zoals je zegt: we kunnen de kinderen niet achterlaten. Zeker Megen niet, nu hij juist naar de lagere school gaat",
"We kunnen zien hoe Dendronephtya het vindt en dan..."
"Misschien", zei Acropora en kuste Learco terug.
"Ik zou ook graag nog eens ergens heen gaan schat. Maar zoals je zegt: we kunnen de kinderen niet achterlaten. Zeker Megen niet, nu hij juist naar de lagere school gaat",
"We kunnen zien hoe Dendronephtya het vindt en dan..."
"Misschien", zei Acropora en kuste Learco terug.
Dendronephtya was zoals altijd terug te vinden in de moestuin, bij de sproeier, terwijl ze zichzelf onbewust bezeerde door het verbranden van haar huid.
Learco wandelde naar zijn oudste toe, die verbaasd opkeek wanneer haar ouders met een voor hen veel te serieuze gezichtsuitdrukking naar haar toe wandelden. Ze hoopte niet dat ze weeral gingen zagen om werk te zoeken.
Toen zeiden ze het. "Tya, we moeten je iets zeggen. We zijn van plan om terug te keren naar de woonboot, om te kunnen rondreizen...Nu we er nog jong genoeg voor zijn, snap je."
Learco wandelde naar zijn oudste toe, die verbaasd opkeek wanneer haar ouders met een voor hen veel te serieuze gezichtsuitdrukking naar haar toe wandelden. Ze hoopte niet dat ze weeral gingen zagen om werk te zoeken.
Toen zeiden ze het. "Tya, we moeten je iets zeggen. We zijn van plan om terug te keren naar de woonboot, om te kunnen rondreizen...Nu we er nog jong genoeg voor zijn, snap je."
"Da's leuk, maar, Megen is nog zo klein, en geef toe, ik en verantwoordelijkheid..."
"We zullen elke dag bellen en op bezoek komen als we in de buurt zijn. Het leven aan land begint zowel mij als je moeder te vervelen. Ik beloof het Tya, we zullen niet verdwijnen. Ik ga jullie alledrie - allevier - missen en Megen zal het wel begrijpen",
Dendronephtya knikte instemmend. Misschien had hij wel gelijk. Learco had toen hij jonger was constant rondgereisd in zijn boot, en nu woonde hij op een eilandje met vier kinderen en een vrouw. Dat was hij niet, en als hij inderdaad elke dag belde, zou het lukken.
"We zullen elke dag bellen en op bezoek komen als we in de buurt zijn. Het leven aan land begint zowel mij als je moeder te vervelen. Ik beloof het Tya, we zullen niet verdwijnen. Ik ga jullie alledrie - allevier - missen en Megen zal het wel begrijpen",
Dendronephtya knikte instemmend. Misschien had hij wel gelijk. Learco had toen hij jonger was constant rondgereisd in zijn boot, en nu woonde hij op een eilandje met vier kinderen en een vrouw. Dat was hij niet, en als hij inderdaad elke dag belde, zou het lukken.
Het nieuws werd verspreidt door het huis. Ze zouden de volgende dag naar Learco's oude woonbootje gaan en vertrekken.
Aneirin zag het helemaal zitten, zonder zijn ouders. Evenals Mare. Tenminste tijdelijk geen ouders meer die rond hun kop zaagden zagen de twee tieners voor de volle honderd procent zitten.
Learco vroeg Acropora om naar buiten te komen. "Het is een prachtige sterrenhemel vannacht. Ik ga dit kleine eilandje, een eilandje dat ik vierentwintig jaar geleden ontdekte, toch missen", vertelde hij.
"We gaan de oceaan rondreizen. We zullen nog veel eilandjes ontdekken, en de kinderen kunnen wel zonder ons. Tya is oud genoeg en Aneirin is ook al bijna veertien."
Toen zweeg Learco.
Aneirin zag het helemaal zitten, zonder zijn ouders. Evenals Mare. Tenminste tijdelijk geen ouders meer die rond hun kop zaagden zagen de twee tieners voor de volle honderd procent zitten.
Learco vroeg Acropora om naar buiten te komen. "Het is een prachtige sterrenhemel vannacht. Ik ga dit kleine eilandje, een eilandje dat ik vierentwintig jaar geleden ontdekte, toch missen", vertelde hij.
"We gaan de oceaan rondreizen. We zullen nog veel eilandjes ontdekken, en de kinderen kunnen wel zonder ons. Tya is oud genoeg en Aneirin is ook al bijna veertien."
Toen zweeg Learco.