Deel 1: Een reputatie
De volgende ochtend kwam Dendronephtya toe. Ze stapte uit het busje, pakte haar koffer en wandelde richting de deur. Ze vond het spannend - ze had al vaker haar ouders moeten missen, veel te vaak, maar nu ging ze hen meer dan een maand niet ziet, terwijl ze zelf tussen allemaal mensen zit de zie haar nog pluim kent.
Ze zette haar koffer achter de deur neer, zuchtte, keek rond in de hal van het gebouw waar ze de komende tijd zou verblijven, pakte haar koffer terug op en ging de trap op naar boven, waar haar kamer was.
Ze zette haar koffer achter de deur neer, zuchtte, keek rond in de hal van het gebouw waar ze de komende tijd zou verblijven, pakte haar koffer terug op en ging de trap op naar boven, waar haar kamer was.
Zodra ze wat spulletjes in haar kamer gelegd had ging ze terug naar beneden, waar ze zich het gebouw al eigen maakte. Ze was natuurlijk haar graffiti niet vergeten en ze pakte dus een spuitbus en begon een plek waar wel eens een tapijt zou mogen zijn te versieren.
Haar huisgenoten schrokken nogal wanneer ze een gat met lava in de woonkamer zagen en liepen er eerst mooi rond, maar ze konden het wel appreciëren. Dat het officieel niet mocht daar trok niemand zich wat van aan.
Ze ging naar de introductie waar ze haar lessenrooster ontving. Op maandag, woensdag en vrijdag drie lessen, op dinsdag en donderdag een. Verder kribbelde ze wat op whiteboards en deelde ze foldertjes uit over een demonstratie die zijzelf die avond zou organiseren. Ze ging al vanaf het begin de reputatie van een rebel hebben en dat deed ze met het zagen over het vele werk dat ze moeten verrichten, voor veel te weinig resultaat.
Het bleek een succes. Ze was er nog geen dag en had er al haar naam op de kaart gezet: zo was ze. Veel medestudenten - en zelfs professoren - waren het met haar eens en hun prestaties zouden er niet onder lijden, in tegendeel.
Het nadeel was dat het haar nachtrust niet echt ten goede kwam. Met haar mededemonstreerders had ze tot diep in de nacht gevierd dat ze hun doel hadden bereikt en wanneer ze de volgende ochtend om zeven uur wakker werd berouwde ze dat. Ze ging toch niet te laat komen op haar eerste les?
Nee, juist om acht uur strompelde ze nog het gebouw binnen, tot ongenoegen van de professor die al snel een opmerking maakte. "Als je gaat zagen dat je vaardigheden niet snel genoeg evolueren moet je ook zin hebben om te leren", zei ze. Dendronephtya was rood van schaamte en ging maar snel gaan zitten.
Door al dat gedoe was ze wel iets voor een zeemeersim zeer noodzakelijk vergeten: zich hydrateren. Na de eerste les racete ze naar een ander gebouw in de bloedhete zon en wanneer ze daar uitkwam viel ze al bijna op de grond van uitdroging. Gelukkig zat er niet zo ver iemand te lezen die afvroeg wat er was en haar geschilferde huid opmerkte. Het duurde niet lang voordat hij een emmer water over Dendronephtya kapte.
Thuis ging ze regelmatig in het water omdat ze moest zwemmen om de andere eilanden te bereiken, maar dit was het vasteland. Ze zou echt moeten gaan zwemmen.
Door al dat gedoe was ze wel iets voor een zeemeersim zeer noodzakelijk vergeten: zich hydrateren. Na de eerste les racete ze naar een ander gebouw in de bloedhete zon en wanneer ze daar uitkwam viel ze al bijna op de grond van uitdroging. Gelukkig zat er niet zo ver iemand te lezen die afvroeg wat er was en haar geschilferde huid opmerkte. Het duurde niet lang voordat hij een emmer water over Dendronephtya kapte.
Thuis ging ze regelmatig in het water omdat ze moest zwemmen om de andere eilanden te bereiken, maar dit was het vasteland. Ze zou echt moeten gaan zwemmen.
Ze besloot om een kijkje te nemen in De Grotto, een bar op de campus.
Ze at wat kaastaart - haar honger stilde het niet, maar het was lekker - en daarna ging ze gaan biljarten. Ze had het nog nooit gedaan en die houten stok was verschrikkelijk onhandig. De ballen rolden ook constant weg. Ze was van plan om te stoppen, wanneer er plots iemand anders - een bleke, wat snobistische jongen - aan de biljarttafel arriveerde.
"Ah, een concurrent!" zei hij, "meestal ben ik hier alleen. Hè, paarse, je ging toch niet juist stoppen?"
Eigenlijk wel, maar ze bedacht zich snel. Ze hield er niet van als ze 'paarse' genoemd werd.
"Goed, goed. Nu is het mijn beurt, pas maar op", blufte ze, en duwde met de keu tegen een biljartbal. Gelukkig had ze geen gigantische blunder gemaakt.
"Zeg, paarse, groene heb ik hier al zien rondlopen, maar hoe kom jij aan je kleurtje?"
"Ik ben een zeemeersim", antwoordde ze, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. "Welke groenen?" vroeg ze.
Toen dacht ze juist ergens aan een oud stukje familiegeschiedenis. "...Aliens?"
Hij reageerde niet, in de plaats daarvan scoorde hij een punt en Dendronephtya kon door de grond zinken van schaamte vanwege haar eerdere gebluf.
Eigenlijk wel, maar ze bedacht zich snel. Ze hield er niet van als ze 'paarse' genoemd werd.
"Goed, goed. Nu is het mijn beurt, pas maar op", blufte ze, en duwde met de keu tegen een biljartbal. Gelukkig had ze geen gigantische blunder gemaakt.
"Zeg, paarse, groene heb ik hier al zien rondlopen, maar hoe kom jij aan je kleurtje?"
"Ik ben een zeemeersim", antwoordde ze, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. "Welke groenen?" vroeg ze.
Toen dacht ze juist ergens aan een oud stukje familiegeschiedenis. "...Aliens?"
Hij reageerde niet, in de plaats daarvan scoorde hij een punt en Dendronephtya kon door de grond zinken van schaamte vanwege haar eerdere gebluf.
Ze herpakte zich al snel. Ze haalde haar megafoon uit haar rugzak die ze bij de biljarttafel geparkeerd had en wandelde naar hem toe. "Hé, jij, bleke! Ik vroeg welke 'groene' je bedoelde!" schreeuwde ze door de megafoon.
"Plantsims", antwoordde hij geërgerd. "En noem me geen bleke, ik ben een vampier, ik kan er niks aan doen. Ik ben nog relatief donker als je naar mijn moeder kijkt",
"Sorry maar jij noemde me paarse. Wat zijn 'plantsims'?"
" Bedekt met bladeren, zijn precies grote planten met armen en benen. Laten een spoor van bloemetjes na. Je zult er nog wel eentje zien, zijn vreemde wezens",
"Oh, oké",
Daar ging ze nooit meer tegen praten, en in het vervolg liet ze hem in zijn eentje biljarten.
"Sorry maar jij noemde me paarse. Wat zijn 'plantsims'?"
" Bedekt met bladeren, zijn precies grote planten met armen en benen. Laten een spoor van bloemetjes na. Je zult er nog wel eentje zien, zijn vreemde wezens",
"Oh, oké",
Daar ging ze nooit meer tegen praten, en in het vervolg liet ze hem in zijn eentje biljarten.
De volgende dagen kwam ze hem niet meer tegen. Ze wist niet eens zijn naam en daar was ze blij om. De lessen volgde ze maar halvelings, ze kende een groot deel al, maar compenseerde dat wel door zich een keyboard aan te schaffen. Ook had ze een uitvindersbank aangeschaft en op haar kamer gezet, zodat ze ook hier dingen kon knutselen.
De straatkunst verleerde ze ook niet. In en rond het gebouw waar ze sliep - in het openbaar vond ze te riskant, het mocht niet - was bijna elk leeg plekje al besprenkeld met graffiti. Meestal de 'lavagaten' zoals ook de woonkamer er sinds dag een eentje had, die vonden haar huisgenoten er ontzettend cool uitzien, maar af en toe waagde ze het iets anders te maken.
Ze had wel iets positief overgehouden aan haar ontmoeting met Mister Bleek, naja, positief: haar liefde voor de megafoon. Ze begroette er vanaf dat moment iedereen mee. De meesten vonden het maar niks en lieten een handafdruk na op haar gezicht, maar zij vond het gewoon grappig - niet het slaan, hun gezicht wanneer ze zich rot schrokken wanneer ze plots met een megafoon in hun oor schreeuwde. Ja, het was gemeen, en? Ze vond het leuk, en moest iedereen haar haten, ze kon zich prima in haar eentje vermaken.
Op een dag deed ze het bij een zekere Kaz Nasri. Bleek een soortgenoot zijn van die gast in De Grotto die Hank scheen te noemen. Hij was inderdaad een pak donkerder, maar erg gezond leek zijn kleurtje desondanks nog niet. Die bijna lichtgevende ogen van hem en vlijmscherpe hoektanden waren ook niet extreem aantrekkelijk.
Op een dag deed ze het bij een zekere Kaz Nasri. Bleek een soortgenoot zijn van die gast in De Grotto die Hank scheen te noemen. Hij was inderdaad een pak donkerder, maar erg gezond leek zijn kleurtje desondanks nog niet. Die bijna lichtgevende ogen van hem en vlijmscherpe hoektanden waren ook niet extreem aantrekkelijk.
Of wel? Kaz was een pak vriendelijker dan Hank, ondanks die scherpe tanden - plantsims, vampiers, vreemde wezens daar op de universiteit dacht ze wel eens - en na haar 'begroeting' bleven ze nog een tijdje kletsen. Ze hadden heel wat gemeen, zo waren ze allebei 'rebels' en geregeld spijbelaars.
Ze bleven praten tot na negen uur, wanneer er iets...Lichtjes onverwachts gebeurde. Hij kuste haar, en zij deed het terug - en toen stonden twee jonge mensen die elkaar amper kennen in de studeerkamer van hun studentengebouw te zoenen. Ze had nog nooit iemand gekust, laat staan een jongen - laat staan een vampier - maar dit was helemaal niet zo vreemd. Het had iets logisch, iets natuurlijks, en geen van beide vond het erg. Wat hield hen dan tegen?
Ze had een relatie. Dendronephtya Alfredo had een relatie, met een vreemde jongeman die een soort van zombie en dood is maar dat toch ook niet is en vlijmscherpe tanden en oplichtende ogen heeft en bij dertig graden met een winterjas rondloopt.
Dendronephtya slaagde erin de volgende dag aan de les te ontsnappen en ze gingen samen met haar keyboard naar een parkje. "Sorry, ik moet, anders gaan mijn punten te slecht worden", zei ze als excuus om te kunnen spelen.
"Geeft niet, ik moet over vijf minuten toch naar de les. Heb je hem zelf beschilderd?"
"Wat?"
"Je keyboard",
"Oh, ja, met graffiti",
"Die tekeningen zijn dus van jou?"
"Ja, waarom kom je niet dichterbij? Ik bijt niet, ik ben maar gewoon een zeemeersim",
"Nee, sorry, we kunnen geen relatie hebben",
Vervolgens zei hij dat hij naar de les moest en rende weg. Leuke date was dat, het was haar duidelijk dat ze toch niet zo'n perfecte match waren. Het was wel leuk geweest, die dag.
Dendronephtya slaagde erin de volgende dag aan de les te ontsnappen en ze gingen samen met haar keyboard naar een parkje. "Sorry, ik moet, anders gaan mijn punten te slecht worden", zei ze als excuus om te kunnen spelen.
"Geeft niet, ik moet over vijf minuten toch naar de les. Heb je hem zelf beschilderd?"
"Wat?"
"Je keyboard",
"Oh, ja, met graffiti",
"Die tekeningen zijn dus van jou?"
"Ja, waarom kom je niet dichterbij? Ik bijt niet, ik ben maar gewoon een zeemeersim",
"Nee, sorry, we kunnen geen relatie hebben",
Vervolgens zei hij dat hij naar de les moest en rende weg. Leuke date was dat, het was haar duidelijk dat ze toch niet zo'n perfecte match waren. Het was wel leuk geweest, die dag.
Voor de rest van de dag zag ze hem niet meer. Het was pas tot de volgende ochtend wanneer ze elkaar terug zagen, bij het ontbijt. Zij met een vissalade en hij met een prakje...Bloed. "Sorry van gisteren, ik had niet de hele tijd piano moeten spelen, is het terug oké?"
"Ja", zei hij kortaf en ze kusten elkaar terug.
Een knipperlichtrelatie was geboren.
Een knipperlichtrelatie was geboren.
Op enkele dagen tijd waren zij en Kaz een koppel, geen koppel en terug een koppel geweest. nu stond de lichtschakelaar op 'koppel' en dat was iets erg positiefs. Wanneer ze even later ging gaan zwemmen voelde ze zich ontzettend vreemd. De vis die ze net had gevangen was niet genoeg voor haar; ze had meer nodig. Alsof haar lichaam niet meer alleen op vis overleefde. Ze zwom een eindje verder, toen ze opmerkte dat haar huid prikkelde. Zo hard scheen de zon niet, en dan nog, ze was in het water. Haar huid prikkelde alleen maar als ze al uren in de hete zon stond. Dit was eerder alsof ze het daglicht niet kon verdragen.
Toen drong het tot haar door: Natuurlijk Had Kaz na dat uitstapje geen contact meer met haar gewild, hij was bang. Bang dat hij het eruit ging floepen dat hij haar had gebeten en direct daarna hadden ze het zo snel en simpel terug goedgemaakt om haar niet onnodig boos te maken.
Toen drong het tot haar door: Natuurlijk Had Kaz na dat uitstapje geen contact meer met haar gewild, hij was bang. Bang dat hij het eruit ging floepen dat hij haar had gebeten en direct daarna hadden ze het zo snel en simpel terug goedgemaakt om haar niet onnodig boos te maken.
Dat kon toch niet? Ze was een zeemeermin, ze kon het zien, ze had haar schubben nog. Maar toch glommen haar ogen en haar huid was veel minder warm dan voordien. Was ze dan een euhm - hoe noemde het nu ook weer, haar over- over- overgrootvader was er een - hybride? Als in, twee bovennatuurlijke wezens door elkaar?
Ze liet haar staart terug naar een stel geschubde benen transformeren en spurtte het water uit, naar de studeerkamer van haar gebouw, op zoek naar informatie over hybrides en vampieren.
Ze had geluk. Een van haar huisgenoten was geïnteresseerd in bovennatuurlijke wezens en had zijn of haar collectie in de boekenkast van het gebouw uitgestald. Ze vroeg zelfs niet of ze het mocht en begon te lezen.
Al snel botste ze op het volgende:
Een vampier kan van een ander wezen een vampier maken als hij of zij de ander bijt.
Ze begreep het niet. Hij had haar toch niet gebeten? Of wel? Dat zou ze hem eens moeten vragen.
Als het desbetreffende slachtoffer geen mens is, zijn er compilaties mogelijk - zelfs een échte dood. Dit varieert echter van wezen tot wezen en de compilaties kunnen pas later optreden; hoewel er ook uitzonderlijke gevallen zijn van vampier - iets anders hybrides die een voor hun oorspronkelijke soort normaal leven hebben kunnen leiden.
Ze hoopte dat zij een van die uitzonderlijke gevallen was. Het was in ieder geval tijd dat ze een goed praatte met die Kaz.
Ze liet haar staart terug naar een stel geschubde benen transformeren en spurtte het water uit, naar de studeerkamer van haar gebouw, op zoek naar informatie over hybrides en vampieren.
Ze had geluk. Een van haar huisgenoten was geïnteresseerd in bovennatuurlijke wezens en had zijn of haar collectie in de boekenkast van het gebouw uitgestald. Ze vroeg zelfs niet of ze het mocht en begon te lezen.
Al snel botste ze op het volgende:
Een vampier kan van een ander wezen een vampier maken als hij of zij de ander bijt.
Ze begreep het niet. Hij had haar toch niet gebeten? Of wel? Dat zou ze hem eens moeten vragen.
Als het desbetreffende slachtoffer geen mens is, zijn er compilaties mogelijk - zelfs een échte dood. Dit varieert echter van wezen tot wezen en de compilaties kunnen pas later optreden; hoewel er ook uitzonderlijke gevallen zijn van vampier - iets anders hybrides die een voor hun oorspronkelijke soort normaal leven hebben kunnen leiden.
Ze hoopte dat zij een van die uitzonderlijke gevallen was. Het was in ieder geval tijd dat ze een goed praatte met die Kaz.
Zolang hij haar niet kon wijzen naar een speciaal middeltje om haar te 'onvampieriseren' moest ze er maar mee leven. Als wraak dronk ze alvast zijn prakjes bloed op, ze moest toegeven, het smaakte niet slecht.
Nu was het wachten op meneer Nasri, als hij niet gevlucht was zodra hij merkte dat zijn beet - wanneer dat ook mocht geweest zijn - blijkbaar effect had.
Nu was het wachten op meneer Nasri, als hij niet gevlucht was zodra hij merkte dat zijn beet - wanneer dat ook mocht geweest zijn - blijkbaar effect had.