Deel 4: De nectarbrouwerij
Dat "Ik ging het hier niet snel beu worden" kon wel eens een flinke leugen geweest zijn. We woonden er nog maar een week, wanneer het idee in me opkwam om met Julian naar Frankrijk op reis te gaan. Na dat spontane reisje naar Appaloosa Plains had ik de reiskriebels te pakken gekregen en mama had dan wel gezegd dat ik echt wel eens werk moest zoeken, zij zat aan de andere kant van de wereld, ik kon doen wat ik wou.
Ook Julian was enthousiast over het idee. Het was dus besloten: we gingen naar Frankrijk.
We wouden juist vertrekken toen ik de ringtone van mijn gsm hoorde afgaan. Ondanks het een onbekend nummer was pakte ik op,
het bleek mama te zijn vanuit Zuid-Afrika. Ze had een telefoon te pakken gekregen.
Meteen vroeg ze hoe het op het werk was - ik loog natuurlijk en zei dat het goed ging in de supermarkt en altijd gepast wisselgeld terug gaf - en welke kleur mijn haar had, wat ik juist een beetje had gekleurd en ik loog opnieuw...
"Het is donkerrood", antwoordde ik dus al liegend. Hoewel we een grote oceaan van elkaar verwijderd waren hoorde ik haar zuchten en ik zag haar bijna met haar ogen draaien.
"Overal?"
"Overal."
Ook Julian was enthousiast over het idee. Het was dus besloten: we gingen naar Frankrijk.
We wouden juist vertrekken toen ik de ringtone van mijn gsm hoorde afgaan. Ondanks het een onbekend nummer was pakte ik op,
het bleek mama te zijn vanuit Zuid-Afrika. Ze had een telefoon te pakken gekregen.
Meteen vroeg ze hoe het op het werk was - ik loog natuurlijk en zei dat het goed ging in de supermarkt en altijd gepast wisselgeld terug gaf - en welke kleur mijn haar had, wat ik juist een beetje had gekleurd en ik loog opnieuw...
"Het is donkerrood", antwoordde ik dus al liegend. Hoewel we een grote oceaan van elkaar verwijderd waren hoorde ik haar zuchten en ik zag haar bijna met haar ogen draaien.
"Overal?"
"Overal."
We vertrokken die dag alsnog naar Frankrijk. We gingen naar Champ les sims, een klein dorpje niet zo enorm ver van Parijs.
Overdag was het op het randje warm genoeg om zonder jas rond te lopen met zo'n 13 graden, maar er werd al snel gewaarschuwd dat 's nachts de temperatuur stevig kon zakken en er misschien zelfs wat smeltsneeuw kon vallen. Vreemde weersomstandigheden, mais bon. We gingen onze vakantie niet laten verpesten door wisselvallig weer en alleen maar oog voor elkaar hebben, bewezen door het feit dat we al stonden te zoenen nadat we door een taxi voor ons hotel waren afgezet.
Overdag was het op het randje warm genoeg om zonder jas rond te lopen met zo'n 13 graden, maar er werd al snel gewaarschuwd dat 's nachts de temperatuur stevig kon zakken en er misschien zelfs wat smeltsneeuw kon vallen. Vreemde weersomstandigheden, mais bon. We gingen onze vakantie niet laten verpesten door wisselvallig weer en alleen maar oog voor elkaar hebben, bewezen door het feit dat we al stonden te zoenen nadat we door een taxi voor ons hotel waren afgezet.
Ik en Julian waren (niet dat ik het erg zou vinden) niet van plan heel onze vakantie op onze slaapkamer door te brengen. We gingen de streek rond dit schattige dorpje verkennen.
Eerst gingen we naar de plaatselijke markt waar we snel wat crêpes aten en gingen toen, in weerwil van verscheidene waarschuwingen die we aan ons laars lapten, naar chateau landgraaf, een oud kasteel dat ik wel eens wou zien.
We waren er pas net wanneer ik besefte dat ik beter naar die waarschuwingen had geluisterd. Na ruim vijf minuten er aan trekken, duwen, schoppen, slaan en gewoon met heel zijn gewicht tegen leunen, kreeg Julian pas een deur open (Er waren er meerdere, maar die waren werkelijk onmogelijk open te krijgen) ( Dat was zijn taak) en kwam toen in een walm van tientallen jaren oude in een gebouw opgesloten lucht terecht.
"Het stinkt hier, ik stik bijna",
"Sorry schat",
Ik volgde hem snel de kamer binnen, die door de openstaande deur al wat verbeterd was qua stikgehalte,
en we onderzochten verder het gebouw.
Eerst gingen we naar de plaatselijke markt waar we snel wat crêpes aten en gingen toen, in weerwil van verscheidene waarschuwingen die we aan ons laars lapten, naar chateau landgraaf, een oud kasteel dat ik wel eens wou zien.
We waren er pas net wanneer ik besefte dat ik beter naar die waarschuwingen had geluisterd. Na ruim vijf minuten er aan trekken, duwen, schoppen, slaan en gewoon met heel zijn gewicht tegen leunen, kreeg Julian pas een deur open (Er waren er meerdere, maar die waren werkelijk onmogelijk open te krijgen) ( Dat was zijn taak) en kwam toen in een walm van tientallen jaren oude in een gebouw opgesloten lucht terecht.
"Het stinkt hier, ik stik bijna",
"Sorry schat",
Ik volgde hem snel de kamer binnen, die door de openstaande deur al wat verbeterd was qua stikgehalte,
en we onderzochten verder het gebouw.
Het was best leuk, zo'n uit gebouw onderzoeken. Het was ook wel eng en ik snapte de waarschuwingen van de dorpbewoners volkomen. Ze hadden gezegd dat het er spookte, dat veel mensen die er binnenkwamen niet meer terugkeerden en het een groot doolhof was - allemaal totaal overdreven nonsens, natuurlijk - maar het klopte wel degelijk dat het geen oud, alledaags kasteeltje was wanneer we voor de zoveelste keer een bende gaten in de vloer tegenkwamen waar vaag wat vuur, stoom of elektriciteit uitkwam.
We maakten dan maar een ommetje. We gingen enkele trappen naar boven, ik bedacht me pas bij de laatste trap dat het een soort van toren was waarin we naar boven gingen, en op de laatste en bovenste verdieping liep het uiteindelijk dood. Gewoon, dood, er was niks.
Toen verscheen er een kist in onze gezichtsvelden. Onnadenkend liepen ik en Julian erop af. Het pad leek me te smal om te worden gevangen door een val, wat deels door mijn "Hé, een schatkist!"- enthousiasme werd tegengesproken wanneer ik plots een grote hoeveelheid elektriciteit door me stroomde. Julian was het gelukt om die val te ontwijken, maar werd alsnog gepakt door diezelfde soort val vlak voor de schatkist.
Uiterst voorzichtig gingen wij twee totaal niet avontuurlijke geesten dan maar terug naar buiten. Ik voelde er niet veel voor om nog eens geëlektrocuteerd te worden.
We maakten dan maar een ommetje. We gingen enkele trappen naar boven, ik bedacht me pas bij de laatste trap dat het een soort van toren was waarin we naar boven gingen, en op de laatste en bovenste verdieping liep het uiteindelijk dood. Gewoon, dood, er was niks.
Toen verscheen er een kist in onze gezichtsvelden. Onnadenkend liepen ik en Julian erop af. Het pad leek me te smal om te worden gevangen door een val, wat deels door mijn "Hé, een schatkist!"- enthousiasme werd tegengesproken wanneer ik plots een grote hoeveelheid elektriciteit door me stroomde. Julian was het gelukt om die val te ontwijken, maar werd alsnog gepakt door diezelfde soort val vlak voor de schatkist.
Uiterst voorzichtig gingen wij twee totaal niet avontuurlijke geesten dan maar terug naar buiten. Ik voelde er niet veel voor om nog eens geëlektrocuteerd te worden.
Het was intussen al donker, en, zoals verwacht, lag er een laagje papperige smeltsneeuw op de straten en velden.
Toen we terug in het hotel aankwamen douchten we al het roet van ons af.
Vervolgens gingen we naar een bar in het dorp waar we een misschien wel wat te grote hoeveelheid wijn dronken.
Lekkere nectar, het deed me zin krijgen om morgen naar de nectarbrouwerij te gaan.
Maar ook met veel alcohol. Hoewel Julian zijn 'het beest' motor mee had en ik wel ergens een Vespa'tje kon huren leek het ons toch beter om gewoon met een taxi naar het hotel te gaan.
Iedereen was al gaan slapen. Hopelijk waren het vrij vaste slapers... Die nacht waren er veel soorten geluiden, afkomstig van onze slaapkamer.
Toen we terug in het hotel aankwamen douchten we al het roet van ons af.
Vervolgens gingen we naar een bar in het dorp waar we een misschien wel wat te grote hoeveelheid wijn dronken.
Lekkere nectar, het deed me zin krijgen om morgen naar de nectarbrouwerij te gaan.
Maar ook met veel alcohol. Hoewel Julian zijn 'het beest' motor mee had en ik wel ergens een Vespa'tje kon huren leek het ons toch beter om gewoon met een taxi naar het hotel te gaan.
Iedereen was al gaan slapen. Hopelijk waren het vrij vaste slapers... Die nacht waren er veel soorten geluiden, afkomstig van onze slaapkamer.
De volgende ochtend hielden we het rustig. Het was al besloten dat we wel degelijk een kijkje zouden nemen in de brouwerij,
maar in het reisbureau was er uitdrukkelijk gezegd dat het er vrij druk is over de middag - wanneer wij wakker werden -
dus zouden we pas 's namiddags gaan.
We waren alleen in het hotel en 'verhuisden' naar een grote, algemene slaapkamer van dit kleine hotelletje. Deze kamer werd meestal verhuurd aan groepen. Het was natuurlijk voor de hand liggend dat er midden februari geen grote groepen mensen naar een boerengat in Frankrijk zouden gaan dus het was er leeg.
Daar lieten we ons, onaangekleed, gaan met onder andere de gitaar en de spuitbus. Julian legde me nog enkele dingetjes uit over het graffiti spuiten en pakte zelf een gitaar die hij op de markt had gekocht.
Julian was nu niet bepaald virtuoos en het klonk verschrikkelijk, wat de anders zo eerlijke ik niet zei.
Hij bleek er plezier aan te hebben en dat was oké voor me.
Moest het nodig zijn was er altijd nog iets als oordopjes.
maar in het reisbureau was er uitdrukkelijk gezegd dat het er vrij druk is over de middag - wanneer wij wakker werden -
dus zouden we pas 's namiddags gaan.
We waren alleen in het hotel en 'verhuisden' naar een grote, algemene slaapkamer van dit kleine hotelletje. Deze kamer werd meestal verhuurd aan groepen. Het was natuurlijk voor de hand liggend dat er midden februari geen grote groepen mensen naar een boerengat in Frankrijk zouden gaan dus het was er leeg.
Daar lieten we ons, onaangekleed, gaan met onder andere de gitaar en de spuitbus. Julian legde me nog enkele dingetjes uit over het graffiti spuiten en pakte zelf een gitaar die hij op de markt had gekocht.
Julian was nu niet bepaald virtuoos en het klonk verschrikkelijk, wat de anders zo eerlijke ik niet zei.
Hij bleek er plezier aan te hebben en dat was oké voor me.
Moest het nodig zijn was er altijd nog iets als oordopjes.
In de late namiddag gingen we toch gewoon naar de brouwerij.
We kochten wat nectar, neusden rond in het gebouw, oogsten wat druiven op het veld er naast en gingen uiteindelijk naar achter om zelf het nectar maken uit te proberen.
Mijn nectarmaker wou niet echt werken. Tevergeefs begon ik eraan te sleutelen....Maar ik was niet de enige met problemen met die vervloekte dingen, in de machine in de kamer er naast hoorde ik Julian ploeteren, vallen, stampen en uitglijden in de tobbe.
Hij had het dan al aangekregen, erg handig was hij er niet mee.
We kochten wat nectar, neusden rond in het gebouw, oogsten wat druiven op het veld er naast en gingen uiteindelijk naar achter om zelf het nectar maken uit te proberen.
Mijn nectarmaker wou niet echt werken. Tevergeefs begon ik eraan te sleutelen....Maar ik was niet de enige met problemen met die vervloekte dingen, in de machine in de kamer er naast hoorde ik Julian ploeteren, vallen, stampen en uitglijden in de tobbe.
Hij had het dan al aangekregen, erg handig was hij er niet mee.
De nectar was klaar. Julian trok terug zijn kleren aan, schonk wat glaasjes in en riep me. Ik kwam meteen aangezien mijn nectarmaker niet echt zin had om te werken en pakte meteen een glas.
Vrij impulsief, als altijd, want die nectar kwam er daarna meteen weer uit. "Wat is dát?" vroeg ik.
Julian keek me teleurgesteld aan en zei dat het door de verschillende soorten druiven kwam.
"Wel, lieverd, wil je me een plezier doen en die nectar nooit meer maken? Sorry, maar het smaakt afschuwelijk",
Hij knikte afwezig en - met tegenzin - dronk hij zijn eigen glas op.
We hadden nog twee van die flessen...
Vrij impulsief, als altijd, want die nectar kwam er daarna meteen weer uit. "Wat is dát?" vroeg ik.
Julian keek me teleurgesteld aan en zei dat het door de verschillende soorten druiven kwam.
"Wel, lieverd, wil je me een plezier doen en die nectar nooit meer maken? Sorry, maar het smaakt afschuwelijk",
Hij knikte afwezig en - met tegenzin - dronk hij zijn eigen glas op.
We hadden nog twee van die flessen...
Terwijl hij nog wat in de winkel zelf rondkeek, ging ik naar de kelder. Ik had er een trap naar gezien en, ook al was het waarschijnlijk gewoon een magazijn, ik was nieuwsgierig naar wat er zoal was.
Zeker na dat vreemde chateau Landgraaf waarbij de waarschuwingen meer dan terecht waren.
Dus liep ik de trap af en begon de kelder te verkennen. De eerste kamer waren vrij normaal en er was wel wat volk te bekennen, tot ik een andere binnenwandelde, waar het al wat vreemder was...Ten eerste, er was buiten mij niemand. En het was er leeg.
Daarmee bedoel ik dat er gewoon wat kasten met flessen nectar stonden en het was doodlopend.
Ik keek nog wat rond, bestudeerde de flessen op de planken - misschien kon ik er stiekem eentje meenemen, heus niemand zal het merken! - maar al snel kwam ik tot het besef dat dat het dus was.
Wat schappen met nectar en een kale muur.
Zeker na dat vreemde chateau Landgraaf waarbij de waarschuwingen meer dan terecht waren.
Dus liep ik de trap af en begon de kelder te verkennen. De eerste kamer waren vrij normaal en er was wel wat volk te bekennen, tot ik een andere binnenwandelde, waar het al wat vreemder was...Ten eerste, er was buiten mij niemand. En het was er leeg.
Daarmee bedoel ik dat er gewoon wat kasten met flessen nectar stonden en het was doodlopend.
Ik keek nog wat rond, bestudeerde de flessen op de planken - misschien kon ik er stiekem eentje meenemen, heus niemand zal het merken! - maar al snel kwam ik tot het besef dat dat het dus was.
Wat schappen met nectar en een kale muur.
Ik weet niet meer precies wat er gebeurde, maar juist toen ik me wou omdraaien en wegrennen struikelde ik over iets en botste ik tegen de muur. Toen ik opstond zag ik dat die saaie, kale muur eigenlijk een verborgen deur was die vermoedelijk door de schok was geopend.
Ik wandelde erheen en duwde de muur wat meer open. In de kamer er achter zag ik niets, behalve een gapende, zwarte leegte waar ik koude rillingen van kreeg. De geur die er hing deed me denken aan de geur in chateau Landgraaf, enkel tien keer zo erg...
Blijkbaar waren de dorpsbewoners en toeristen lang niet zo nieuwsgierig als ik. Hoe lang zou die deur al gesloten zijn?
De lafaard in me vertikte het in mijn eentje de kamer in te wandelen en dus riep ik Julian, die hopelijk niet al te ver van me af was.
Wanneer ik geen Julian-achtige beweging hoorde in de verte besloot ik luider te roepen. Heel het gebouw zou me horen.
Ik wachtte vijf minuten. In tussen tijd staarde ik nog steeds naar de gapende leegte achter de muur waar ik enkel wat bakstenen muur kon onderscheiden waar de deur zat en er dus licht binnenkwam.
Hij kwam niet.
Ik wandelde erheen en duwde de muur wat meer open. In de kamer er achter zag ik niets, behalve een gapende, zwarte leegte waar ik koude rillingen van kreeg. De geur die er hing deed me denken aan de geur in chateau Landgraaf, enkel tien keer zo erg...
Blijkbaar waren de dorpsbewoners en toeristen lang niet zo nieuwsgierig als ik. Hoe lang zou die deur al gesloten zijn?
De lafaard in me vertikte het in mijn eentje de kamer in te wandelen en dus riep ik Julian, die hopelijk niet al te ver van me af was.
Wanneer ik geen Julian-achtige beweging hoorde in de verte besloot ik luider te roepen. Heel het gebouw zou me horen.
Ik wachtte vijf minuten. In tussen tijd staarde ik nog steeds naar de gapende leegte achter de muur waar ik enkel wat bakstenen muur kon onderscheiden waar de deur zat en er dus licht binnenkwam.
Hij kwam niet.
Ik ging uiteindelijk terug naar boven. Ik riep nogmaals zijn naam, en nog eens, telkens luider. Maar buiten een wat vreemde blikken naar me met de vraag waarom ik de hele tijd 'Julian' riep, was er geen enkele reactie. Iets wat me eerst mateloos irriteerde en daarna erge dingen begon te vermoeden.
Maar ik gaf niet op. Ik vroeg aan iedereen die ik tegenkwam of ze hem hadden gezien.
"Julian. Lichtblauw hemd, zwart, golvend haar, groen ogen, knap, 25 jaar oud", was mijn zich telkens herhalende beschrijving.
Maar niemand wist waar hij was. Iedereen had wel iemand gezien die aan die beschrijving voldeed, maar niemand wist het zeker of de dingen die ze zeiden konden niet kloppen.
"Ik zag hem gehaast naar buiten lopen zo'n kleine tien minuten geleden, denk ik",
Waarom zou hij in hemelsnaam weggaan zonder mij iets te zeggen?
Maar ik gaf niet op. Ik vroeg aan iedereen die ik tegenkwam of ze hem hadden gezien.
"Julian. Lichtblauw hemd, zwart, golvend haar, groen ogen, knap, 25 jaar oud", was mijn zich telkens herhalende beschrijving.
Maar niemand wist waar hij was. Iedereen had wel iemand gezien die aan die beschrijving voldeed, maar niemand wist het zeker of de dingen die ze zeiden konden niet kloppen.
"Ik zag hem gehaast naar buiten lopen zo'n kleine tien minuten geleden, denk ik",
Waarom zou hij in hemelsnaam weggaan zonder mij iets te zeggen?
Ik besloot om hem dan maar te volgen en naar het hotel te gaan. Daar was er evenmin een spoor van hem, de weinige mensen die er ook logeerden konden me ook niet bepaald schitterend helpen.
Hun antwoorden waren gelijk aan die van de mensen in de nectarbrouwerij: "Ik denk dat ik hem wel heb gezien..."
Ik probeerde hem te bellen, ook dat lukte niet. Voicemail. Ik hoorde zijn gsm nergens afgaan en kwam tot de conclusie dat hij echt weg moest zijn. Het enige wat ik van hem vond was zijn 'het beest' dat nog buiten op de parking stond. Gebeten door die afschuwelijke smeltsneeuw besloot ik terug naar binnen te gaan en me op te warmen aan het haardvuur (waarvan ik hoopte dat er geen brand zou ontstaan)*
De hele avond lang vroeg ik verder, probeerde ik hem te bellen, keek ik rond, maar ik vond geen spoor. Ik belde hem een laatste keer en toen ook dat op de voicemail uitkwam besloot ik het daarbij te laten, hij was gewoon als een lafaard weggerend en k was weer alleen...
Hopend dat ik nog geld had voor een paar andere reizen pakte ik uiteindelijk mijn koffers, nam ik de trein naar Parijs en pakte ik het eerste vliegtuig. Na ik op het vliegveld nog een vragenronde had gedaan kwam ik erop dat ook daar niemand hem had gezien.
Ik zuchtte. Julian, waar zit je nu? Bel me!
*(Gebeurde wel)
Hun antwoorden waren gelijk aan die van de mensen in de nectarbrouwerij: "Ik denk dat ik hem wel heb gezien..."
Ik probeerde hem te bellen, ook dat lukte niet. Voicemail. Ik hoorde zijn gsm nergens afgaan en kwam tot de conclusie dat hij echt weg moest zijn. Het enige wat ik van hem vond was zijn 'het beest' dat nog buiten op de parking stond. Gebeten door die afschuwelijke smeltsneeuw besloot ik terug naar binnen te gaan en me op te warmen aan het haardvuur (waarvan ik hoopte dat er geen brand zou ontstaan)*
De hele avond lang vroeg ik verder, probeerde ik hem te bellen, keek ik rond, maar ik vond geen spoor. Ik belde hem een laatste keer en toen ook dat op de voicemail uitkwam besloot ik het daarbij te laten, hij was gewoon als een lafaard weggerend en k was weer alleen...
Hopend dat ik nog geld had voor een paar andere reizen pakte ik uiteindelijk mijn koffers, nam ik de trein naar Parijs en pakte ik het eerste vliegtuig. Na ik op het vliegveld nog een vragenronde had gedaan kwam ik erop dat ook daar niemand hem had gezien.
Ik zuchtte. Julian, waar zit je nu? Bel me!
*(Gebeurde wel)