Deel 12: Een ander perspectief
Ze was een complete verrassing voor haar moeder, Dendronephtya, geweest. Zij dacht ze dat ze een soort vrucht was, iets dat we leeft, maar niet huilt en rondkruipt. Echt menselijk is ze alsnog niet. Ze heeft helemaal geen menselijke behoeften als eten en plassen, maar een plant is ze ook niet.
In het begin had mama heel erg veel liefde voor haar. Ze was haar onverwachte maar perfecte, felgroene prinsesje. Ze beschermde haar en iedereen die haar durfde beledigen kon niet meer op enige steun van mama Tya rekenen.
Zoals de ene keer met die babysitter. Ze was juist thuis en merkte dat Iris nog steeds in haar wiegje lag. Meteen sprak ze de babysitter, een doodgewoon meisje er over aan.
"Ja, ik heb haar al die tijd gewoon in haar wiegje laten liggen. Ze is een plant, een beetje water is genoeg", zei het meisje tactloos, met de 'plant' in haar armen.
In het begin had mama heel erg veel liefde voor haar. Ze was haar onverwachte maar perfecte, felgroene prinsesje. Ze beschermde haar en iedereen die haar durfde beledigen kon niet meer op enige steun van mama Tya rekenen.
Zoals de ene keer met die babysitter. Ze was juist thuis en merkte dat Iris nog steeds in haar wiegje lag. Meteen sprak ze de babysitter, een doodgewoon meisje er over aan.
"Ja, ik heb haar al die tijd gewoon in haar wiegje laten liggen. Ze is een plant, een beetje water is genoeg", zei het meisje tactloos, met de 'plant' in haar armen.
Toen was ze kwaad, en de arme meid had het geweten. "Een plant, een plant? Nee, een peuter die verzorging nodig heeft! Je kon spelletjes met haar spelen, haar een boekje voorlezen, maar je deed niks."
"Maar mevrouw, ze leeft nog?"
"Ik zorg ervoor dat je nooit meer ergens zal kunnen babysitten, aangezien kidneren 'planten' zijn voor jou. Ga weg!"
Een ding, in die tijd beet ze nog niet.
"Maar mevrouw, ze leeft nog?"
"Ik zorg ervoor dat je nooit meer ergens zal kunnen babysitten, aangezien kidneren 'planten' zijn voor jou. Ga weg!"
Een ding, in die tijd beet ze nog niet.
Dat veranderde echter. Mama's halfbroertje Aneirin was nogal een grote sukkel. Hij was de jongste en meest succesvolle resorteigenaar en jaren, maar een sukkel. Dat vertelde mama toch, wanneer ze nog tegen haar sprak. En dat was zelden. Ze was de hele tijd bezig met haar broer en Mare, die lieve maar vreemde Mare. En ze was gemeen. Ze beet Aneirin eens, en nog eens, en ze begon vreemd te doen en gaf haar amper nog aandacht. Ze hoefde gewoon te slapen en op school te geraken, dingen waar ze toen ze ouder werd makkelijk zelf voor kon zorgen.
Toen was de jonge Iris alleen. Ze schilderde, maakte muziek, maakte zandkastelen in de tuin - alles om haarzelf bezig te houden. Maar ze kon het niet. Intussen had oom Aneirin twee kleine kinderen met Mare en mama werd alsmaar gemener. Ze zag gewoon niet meer de lieve, nieuwsgierige vrouw die haar moeder was. Alleen een verbitterde vrouw die haar broer elke vijf minuten uitmaakte voor lafaard.
Toen gebeurde het. Aneirin en Mare gingen scheiden. Mama leek heel erg blij, opgelucht, maar op een andere manier nog bitterder en gemener. Het was leuk dart Aneirin nu weg was bij Mare. Mare was erg lief, maar nu was oom Aneirin niet de hele tijd bezig met twijfelen en had hij tijd voor andere dingen: zoals domino spelen met zijn nichtje. Zijn nieuwe vriendin Dinthe was ook erg lief, Aneirin en Dinthe gaven haar eindelijk terug eens wat aandacht, meer aandacht dan haar gemene moeder haar in jaren gegeven had.
Terwijl haar bladeren langer werden en de kleine bloemblaadjes op haar hoofd veranderen in een mooie bloem, ging Iris naar de middelbare school en werden er twee Alfredo'tjes geboren: Rachel en Scarlett. De dochtertjes van oom Aneirin en tante Dinthe. Het waren schatjes. Ze moest vaak voor babysit spelen, maar dat vond ze niet erg. Ze wou later ook graag kinderen, als dat zou lukken gezien haar...Soort. Of ze kon er adopteren. Op welke manier dan ook, ze ging haar kinderen met veel liefde behandelen, en dat ook blijven doen als ze ouder worden. Helemaal anders dan haar eigen moeder dus.
Niet veel na de geboorte van de tweeling kwam er iemand langs. Ze wist niet exact hoe en wat, maar ze wist dat Aneirin naar beneden was gegaan toen de bel ging en oog in oog stond met een oude man. Julian Alfredo, Aneirin's al erg oude overgrootvader. Hij bleef maar leven maar nu dat hij in het rusthuis zat, de tatoeages uit zijn jonge jaren onder een laag gerimpelde huid zaten en zijn zwarte, golvende lokken nergens meer te bespeuren waren kon hij elk moment heengaan.
"Wat doe jij hier? Het is midden in de nacht", vroeg Aneirin.
"Wat doe jij hier? Het is midden in de nacht", vroeg Aneirin.
"Ik zou mijn nieuwe kleinkinderen graag zien, voor het niet meer kan", klonk het emotioneel. Aneirin zuchtte. "Het zijn je achter-achterkleinkinderen en het is middernacht, maar goed, kom maar mee naar mijn twee prinsesjes", antwoordde hij. Julian leek een vreemd sprongetje van blijdschap te doen en volgde toen zijn achterkleinzoon naar de kinderkamer. "Ik zie dat mijn genen er nog altijd goed inzitten. Prachtige meisjes", zei hij toen hij Scarlett in zijn armen had. "Zou ik hier mogen blijven tot ik...Weg ben? Ik wil mijn resterende tijd doorbrengen met de familie die nog wat tijd met me te goed heeft",
Aneirin zag niet in hoe dat positief zou zijn, maar stemde ermee in. "Ja, ik zet wel een logeerbed klaar. Maar misschien kan je ze nu met rust laten, ze moeten slapen. Ik trouwens ook",
"Jaja", zei hij geïrriteerd en legde de baby terug in haar wiegje.
Aneirin zag niet in hoe dat positief zou zijn, maar stemde ermee in. "Ja, ik zet wel een logeerbed klaar. Maar misschien kan je ze nu met rust laten, ze moeten slapen. Ik trouwens ook",
"Jaja", zei hij geïrriteerd en legde de baby terug in haar wiegje.
Hij kon dan wel familie zijn, ze vond hem niet leuk. Iris was nu eenmaal een speciaal meisje, met speciale behoeften - zoals praten tegen planten. Aneirin en Dinthe hadden zich daar al bij neergelegd maar opa Julian lachte haar ermee uit. "Aan het flirten met de bananenboom? En, heeft hij al iets teruggezegd?" zei hij eens. Ja, ze praatte met de bananenboom. En ja, hij antwoordde. Het was enkel onhoorbaar voor die belachelijke mensen.
Ze dacht dat ze heel blij zou zijn wanneer hij gelijk bleek te hebben dat hij zijn einde voelde naderen en inderdaad stierf. De werkelijkheid was ietsje genuanceerder wanneer hij plots flauwviel wanneer hij wat drankjes was aan het mixen en hij niet veel later inderdaad het tijdelijke voor het eeuwige inruilde, om herenigd te worden met Josine.
Dat was niet het enige sterfgeval in de familie Alfredo. Amper twee dagen na de dood van Julian ging Aneirin's gsm af. Dinthe, die vlakbij was, pakte op en hoorde meteen haar schoonvader Learco. "Waar is Aneirin? Ik moet hem spreken!" klonk het gehaast. Ze zweerde dat ze gesnik hoorde. "Wat is er? Vertel mij maar. Ik vertel het wel",
"Louise is dood. Vermoord, gisterennacht. Teruggevonden op het kerkhof."
Louise. Learco's zus. Aneirin's tante.
"Louise is dood. Vermoord, gisterennacht. Teruggevonden op het kerkhof."
Louise. Learco's zus. Aneirin's tante.
Meteen zweefde ze terug naar binnen en begon Aneirin te roepen. "Je tante is vermoord," riep ze. "en ik heb een vermoeden door wie."
Aneirin kwam de trap afgestormd. Niet geschrokken en verdrietig, zoals Iris had verwacht wanneer ze haar tante zo'n dingen hoorde roepen - maar kwaad. "Waar is Tya?" vroeg hij meteen en er was toen geweten dat ze hetzelfde vermoeden hadden.
"Hier", klonk het vanop de bank.
Aneirin kwam de trap afgestormd. Niet geschrokken en verdrietig, zoals Iris had verwacht wanneer ze haar tante zo'n dingen hoorde roepen - maar kwaad. "Waar is Tya?" vroeg hij meteen en er was toen geweten dat ze hetzelfde vermoeden hadden.
"Hier", klonk het vanop de bank.
Twee paar ogen waren onmiddellijk op Tya gericht. "Erg dat ze dood is. Wanneer is de begrafenis? Niet dat daar veel werk in steekt, op het kerkhof is er al"
Ze kreeg geen antwoord. Aneirin liep met kogels afschietende ogen op haar af. "Jij hebt het gedaan, ik weet het zeker", zei hij. Hij leek zich toch slecht te voelen bij het beschuldigen van zijn zus, wat erg impulsief was. "Ik heb helemaal niet gezegd dat ze op het kerkhof gevonden is?" zei hij wantrouwig.
Impulsief, maar blijkbaar toch waar. Ze deed niet eens de moeite het te ontkennen en wandelde gewoon naar boven.
Ze kreeg geen antwoord. Aneirin liep met kogels afschietende ogen op haar af. "Jij hebt het gedaan, ik weet het zeker", zei hij. Hij leek zich toch slecht te voelen bij het beschuldigen van zijn zus, wat erg impulsief was. "Ik heb helemaal niet gezegd dat ze op het kerkhof gevonden is?" zei hij wantrouwig.
Impulsief, maar blijkbaar toch waar. Ze deed niet eens de moeite het te ontkennen en wandelde gewoon naar boven.
Iris negeerde het voorval. Ze geloofde het niet. Ze wist dat er iets mis was met haar de laatste tijd, maar ze geloofde niet dat haar moeder diens tante zou kunnen vermoord hebben.
Tegen dat het ochtend was en Tya bij haar schildersezel aantrof, begon ze toch wat te twijfelen.
Iris deed alsof ze haar vogel moest eten geven wanneer ze bleef staan in de plaats van meteen naar buiten te gaan. "Is het echt waar?" vroeg ze plots. Dendronephtya verroerde zich niet maar deed wat zwarte verf op haar schilderij om verder te doen aan haar lichtjes verontrustende schilderij
"Mama, heb je echt die Louise gedood? Waarom?"
"Ik ben een vampier. Ik heb vers bloed nodig om te drinken, en soms is een vrouw van in de vijftig het beste dat er te vinden valt."
Ze gaf het dus toe en het leek haar niks te kunnen schelen.
Tegen dat het ochtend was en Tya bij haar schildersezel aantrof, begon ze toch wat te twijfelen.
Iris deed alsof ze haar vogel moest eten geven wanneer ze bleef staan in de plaats van meteen naar buiten te gaan. "Is het echt waar?" vroeg ze plots. Dendronephtya verroerde zich niet maar deed wat zwarte verf op haar schilderij om verder te doen aan haar lichtjes verontrustende schilderij
"Mama, heb je echt die Louise gedood? Waarom?"
"Ik ben een vampier. Ik heb vers bloed nodig om te drinken, en soms is een vrouw van in de vijftig het beste dat er te vinden valt."
Ze gaf het dus toe en het leek haar niks te kunnen schelen.
Het ding is, het kon Tya veel schelen. Heel erg veel zelf. Alle domme, slechte dingen waarbij haar familie zich na jaren van zulk gedrag zelfs geen vragen meer bij stelden, waren onderdeel van iets. Een plan. Een slecht plan en ze had de foute keuze gemaakt om ermee in te stemmen. Maar ze moest ermee doorgaan. Het was te laat om te stoppen.
Het was gebeurd wanneer ze op het kerkhof was. Ze was al de hele nacht aan het ronddolen in stad op zoek naar een gepaste prooi, maar helaas - deze eilanden kenden haar al. Als iemand een vrouw zag met een paarse huid, kort blauw horen en lichtgele oplichtende ogen renden ze zo snel mogelijk weg en sloten ze elk hekje en elke deur achter zich zo goed mogelijk.
Met nood aan bloed was ze dus op het kerkhof beland. Behalve een geest - maar daar had ze niet veel aan - was er niemand. Ze haalde haar vishengel boven en begon te vissen, wanneer er plots iemand toch het kerkhof op wandelde.
Het was gebeurd wanneer ze op het kerkhof was. Ze was al de hele nacht aan het ronddolen in stad op zoek naar een gepaste prooi, maar helaas - deze eilanden kenden haar al. Als iemand een vrouw zag met een paarse huid, kort blauw horen en lichtgele oplichtende ogen renden ze zo snel mogelijk weg en sloten ze elk hekje en elke deur achter zich zo goed mogelijk.
Met nood aan bloed was ze dus op het kerkhof beland. Behalve een geest - maar daar had ze niet veel aan - was er niemand. Ze haalde haar vishengel boven en begon te vissen, wanneer er plots iemand toch het kerkhof op wandelde.
Dat was Louise. Ze rende al huilend naar het spiksplinternieuwe graf van Julian en barstte in tranen uit. En Dendronephtya, die stond daar geduldig af te wachten om toe te slaan, genietend van het treurige gesnik van haar tante.
Het was slecht, maar ze had dorst en daarbij, het paste perfect in het plan.
Wanneer een kwartier later Louise eindelijk klaar was en wou weggaan, stond Dendronephtya plots voor haar, greep haar vast en zoog het bloed uit haar.
Tot het laatste druppeltje. En toen was ze dus dood.
Het was slecht, maar ze had dorst en daarbij, het paste perfect in het plan.
Wanneer een kwartier later Louise eindelijk klaar was en wou weggaan, stond Dendronephtya plots voor haar, greep haar vast en zoog het bloed uit haar.
Tot het laatste druppeltje. En toen was ze dus dood.
"Af", zei ze, pakte het schilderij en wandelde Iris' kamer uit.
Voor de rest van de dag waren ze allebei onvindbaar. Dendronephtya was verdwenen, en Iris had zich simpelweg verstopt. In de grond.
"Het regent, goed voor de planten in ieder geval. Kom er maar uit Iris", Aneirin was tegen de nieuwe plant in de tuin opgebotst en wist meteen dat het zijn nichtje was.
"Nee, niet tot dat mama terug normaal is", antwoordde ze koppig.
Aneirin zuchtte en wandelde dichter bij het plantje. "Ik weet ook niet wat dat met haar is. vroeger was ze best lief, ik zweer het je. Maar de laatste tijd...Het wordt alsmaar erger. En dan die dingen die ze soms zegt...Alsof ze iets verbergt",
Hij zat nu naast het pratende plantje. "Ik wil hier weg", klonk er vanuit het plantje. "Ik wil niet meer zien dat ze zo doet, maar hier moet ik wel. Ik wil weg van dit gekkenhuis",
Hij zuchtte nogmaals. "Zoals je wilt", zei hij en stond op.
Voor de rest van de dag waren ze allebei onvindbaar. Dendronephtya was verdwenen, en Iris had zich simpelweg verstopt. In de grond.
"Het regent, goed voor de planten in ieder geval. Kom er maar uit Iris", Aneirin was tegen de nieuwe plant in de tuin opgebotst en wist meteen dat het zijn nichtje was.
"Nee, niet tot dat mama terug normaal is", antwoordde ze koppig.
Aneirin zuchtte en wandelde dichter bij het plantje. "Ik weet ook niet wat dat met haar is. vroeger was ze best lief, ik zweer het je. Maar de laatste tijd...Het wordt alsmaar erger. En dan die dingen die ze soms zegt...Alsof ze iets verbergt",
Hij zat nu naast het pratende plantje. "Ik wil hier weg", klonk er vanuit het plantje. "Ik wil niet meer zien dat ze zo doet, maar hier moet ik wel. Ik wil weg van dit gekkenhuis",
Hij zuchtte nogmaals. "Zoals je wilt", zei hij en stond op.
Dinthe en Aneirin waren tot de conclusie gekomen dat Dendronephtya wel degelijk iets verborg, de voornaamste reden waarom ze haar uit de gevangenis hielden. Iets waardoor al deze dingen gebeurden en waardoor ze zo vreemd deed. Het was niet eens zo'n moeilijke beslissing om Iris' wens in te willigen. Ze ging naar een internaat. "Daar kan ze vrienden maken, een leven hebben, zonder mijn chaotische liefdesleven en Dendronephtya in de buurt. Misschien is het wel door Iris dat ze niet durft te vertellen wat er aan de hand is", argumenteerde Aneirin.
"Je kan gelijk hebben. Jij beslist, Iris zelf stemt er alvast mee in. En Tya - tja, die is weer verdwenen.",
Dat bleek ze te blijven. Iris wegsturen was misschien toch niet zo'n goed idee, nu had Dendronephtya geen reden meer om thuis te zijn. Maar toch haalden ze Iris er niet weg, niet tot dat haar moeder gevonden was en terug normaal deed.
Gelukkig waren er nog goeie dingen. De tweeling groeide als kool en snel waren het al rondkruipende kleuters. Rachel was een echt meisje-meisje die in de babyklerenwinkel automatisch naar iets roze wees; zusje Scarlett was anders. Zij zag poppen en knuffels als eten.
"Je kan gelijk hebben. Jij beslist, Iris zelf stemt er alvast mee in. En Tya - tja, die is weer verdwenen.",
Dat bleek ze te blijven. Iris wegsturen was misschien toch niet zo'n goed idee, nu had Dendronephtya geen reden meer om thuis te zijn. Maar toch haalden ze Iris er niet weg, niet tot dat haar moeder gevonden was en terug normaal deed.
Gelukkig waren er nog goeie dingen. De tweeling groeide als kool en snel waren het al rondkruipende kleuters. Rachel was een echt meisje-meisje die in de babyklerenwinkel automatisch naar iets roze wees; zusje Scarlett was anders. Zij zag poppen en knuffels als eten.
Vanaf de buitenkant leken ze het perfecte gezinnetje. Mama, papa, twee kindjes. Er mistte enkel nog een hond - een golden retriever bij voorkeur. De werkelijkheid was helemaal anders met Aneirin die geen idee had waar vijftig procent van zijn kinderen was en een verdwenen en levensgevaarlijke zus die iets verbergt.
Op een dag ging de bel plots. "Ik doe wel open, een van onze prinsesjes heeft trouwens juist papa leren zeggen",
"Oké, ga ik hun fruitpap al klaarmaken."
Op een dag ging de bel plots. "Ik doe wel open, een van onze prinsesjes heeft trouwens juist papa leren zeggen",
"Oké, ga ik hun fruitpap al klaarmaken."
Aneirin stond op en liep naar de voordeur. Hij hoopte dat het Tya was, die dan toch nog eens opdaagde - maar waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk iemand voor een petitie ofzo.
De gene die aan de deur stond had hij daar als laatste verwacht.
Hij zag een vrouw met een bruine huid en een pak dik, felrood haar. Ze draaide zich om en staarde hem aan met bijna zwarte, donkerbruine ogen met daar rond blauwgroene oogschaduw.
De vrouw deed haar mond open "Winter en Summer zijn verdwenen. Je moet me helpen, ik weet dat je kwaad op me bent en dat begrijp ik want ik ben een verschrikkelijke moeder. Maar nu begrijp ik hoe je je voelt. Help me."
Het was Mare, die bij het zien van Rachel in Aneirin's armen nog harder begon te huilen.
De gene die aan de deur stond had hij daar als laatste verwacht.
Hij zag een vrouw met een bruine huid en een pak dik, felrood haar. Ze draaide zich om en staarde hem aan met bijna zwarte, donkerbruine ogen met daar rond blauwgroene oogschaduw.
De vrouw deed haar mond open "Winter en Summer zijn verdwenen. Je moet me helpen, ik weet dat je kwaad op me bent en dat begrijp ik want ik ben een verschrikkelijke moeder. Maar nu begrijp ik hoe je je voelt. Help me."
Het was Mare, die bij het zien van Rachel in Aneirin's armen nog harder begon te huilen.