Deel 12: De zoektocht
De sfeer was verschrikkelijk. Tussen Gabriel en Millard was de spanning om te snijden en Josine en Julian, die nog steeds niet wisten wat er precies gebeurd was, stonden verweesd voor zich uit te staren.
"Ik ga weg. Jullie kunnen hier nog een tijdje blijven zitten, treurend om Aoife", Millard stond op en maakte aanstalten om weg te wandelen, wanneer Josine hem tegenhield.
"Waarom hebben wij nooit geweten dat je zo'n dingen kon? Is het echt waar, van het betoveren? En dan...Aoife...Verbannen?"
"Dat hebben jullie aan haar te danken. Zij weet het al zo'n tien jaar, maar vertelde het niet",
"Om jou te beschermen", onderbrak Gabriel. "Ze hield...Houdt...Van je. Je was haar vreemde, kleine broertje die ze voor alles en iedereen zou beschermen. En jij doodt haar",
"Ze is niet dood",
"Waar is ze dan?"
Een akelige stilte. Niemand wist wat te zeggen, als ze al konden. Iedereen zat met zijn of haar gedachten bij Aoife en waar ze zou zijn, zelfs Millard toonde even een teken van spijt. Gabriel's vraag had hem blijkbaar aan het denken gezet.
"Ik ga weg. Jullie kunnen hier nog een tijdje blijven zitten, treurend om Aoife", Millard stond op en maakte aanstalten om weg te wandelen, wanneer Josine hem tegenhield.
"Waarom hebben wij nooit geweten dat je zo'n dingen kon? Is het echt waar, van het betoveren? En dan...Aoife...Verbannen?"
"Dat hebben jullie aan haar te danken. Zij weet het al zo'n tien jaar, maar vertelde het niet",
"Om jou te beschermen", onderbrak Gabriel. "Ze hield...Houdt...Van je. Je was haar vreemde, kleine broertje die ze voor alles en iedereen zou beschermen. En jij doodt haar",
"Ze is niet dood",
"Waar is ze dan?"
Een akelige stilte. Niemand wist wat te zeggen, als ze al konden. Iedereen zat met zijn of haar gedachten bij Aoife en waar ze zou zijn, zelfs Millard toonde even een teken van spijt. Gabriel's vraag had hem blijkbaar aan het denken gezet.
"Ik ga gaan slapen", zei Millard opnieuw. De geschiedenis bleek zich te herhalen, op de manier dat Josine opstond en hem abrupt tegenhield. "Jij gaat nergens heen voor we Aoife terug hebben jij, of het verschrikkelijke dat in je huist, heeft haar doen verdwijnen dus moet jij haar ook terugbrengen", Josine keek haar zoon aan, met een emotieloze uitdrukking. Maar in haar ogen was de angst duidelijk te lezen. Ze was bang van haar zoon, en van wat hij was. "We hadden al meteen moeten uitzoeken wat je was toen je werd geboren. Of tenminste wanneer we het ontdekten."
Julian ging tussen moeder en zoon instaan en mengde zich meteen in de discussie. "Dat hadden we kunnen doen, ja. Maar dan was hij nooit de zoon voor ons geweest die hij nu is. Dan was hij wel een getraumatiseerde, eenzame jongen geweest met continu een kudde wetenschappers achter zich aan. Ik zie niet hoe dat beter zou geweest zijn",
"Hij is gevaarlijk, en dan was Aoife niet weggeweest",
"Aoife niet nee, maar Millard wel...Weet je echt niet waar ze is?" voegde hij toe, met zijn ogen op Millard gericht.
"Hij is gevaarlijk, en dan was Aoife niet weggeweest",
"Aoife niet nee, maar Millard wel...Weet je echt niet waar ze is?" voegde hij toe, met zijn ogen op Millard gericht.
"Heb ik gevraagd meneer Alfredo, Millard luistert niet", onderbrak Gabriel, om meteen op het tegendeel gewezen te worden. Millard mompelde dat het misschien lukte om te weten waar ze is als hij haar reinigde en klapte in zijn handen. Enkele seconden wachtte iedereen in spanning af, maar wanneer Millard na meerdere keren klappen zuchtte en teleurgesteld zijn schouders ophaalde, wisten ze dat het geen zin had.
"Ze is te ver weg, het lukt niet",
"Misschien heb je het niet genoeg geprobeerd"
"Gabriel hou op",
Met en verheven stem slaagde Josine er in Gabriel de mond te snoeren, die met zijn ogen draaiend nog wat verder in de zetel wegkroop.
"Ik probeer het nog één keer, om die idioot achter me een plezier te doen",
Hij zette een stap opzij en klapte voor de zoveelste keer in zijn handen, deze keer met meer resultaat. "Ik zag haar vaag, heel vaag. Ze lag ergens, in een kamer", een opgeluchte zucht ging door de kamer. Op het eerste zicht was ze op een veilige plek belandt.
"Ik zag ook vaag het beeld van piramiden, de sfinx en Abu Simbel voorbijvliegen. Ik veronderstel dat ze ergens in Egypte zit",
"Ze is te ver weg, het lukt niet",
"Misschien heb je het niet genoeg geprobeerd"
"Gabriel hou op",
Met en verheven stem slaagde Josine er in Gabriel de mond te snoeren, die met zijn ogen draaiend nog wat verder in de zetel wegkroop.
"Ik probeer het nog één keer, om die idioot achter me een plezier te doen",
Hij zette een stap opzij en klapte voor de zoveelste keer in zijn handen, deze keer met meer resultaat. "Ik zag haar vaag, heel vaag. Ze lag ergens, in een kamer", een opgeluchte zucht ging door de kamer. Op het eerste zicht was ze op een veilige plek belandt.
"Ik zag ook vaag het beeld van piramiden, de sfinx en Abu Simbel voorbijvliegen. Ik veronderstel dat ze ergens in Egypte zit",
"Ik weet waar dat is", té enthousiast voor de huidige situatie sprong Gabriel op en keek naar de verbaasde gezichten van zijn schoonmoeder en schoonbroer. "Toen ik en Aoife naar Egypte gingen, zijn we naar een dorpje gegaan waar er niet ver daarvandaan zich de Sfinx bevond en Abu Simpel. Ik veronderstel dat er geen meerdere sfinxen en Abu Simpels zijn",
Hij vertrouwde Millard niet, walgde van hem. Hij had gezien en lang geleden gevoeld wat voor verschrikkelijks hij kon, maar bedacht zich dat om Aoife te vinden, hij daar wel op moest geloven. Hem geloven was beter dan hier wachten en hopen dat Aoife vanzelf terugkomt.
Hij vertrouwde Millard niet, walgde van hem. Hij had gezien en lang geleden gevoeld wat voor verschrikkelijks hij kon, maar bedacht zich dat om Aoife te vinden, hij daar wel op moest geloven. Hem geloven was beter dan hier wachten en hopen dat Aoife vanzelf terugkomt.
Gabriel ging zich meteen gaan omkleden, bestelde zo snel mogelijk vliegtuigtickets naar Egypte, de eerste die hij vond, en even later stond hij voor de deur van de woonboot waar hij met Aoife hoort te wonen met een valies en klaar om te vertrekken. Het feit dat ze ongeveer wisten waar Aoife was, dat ze redelijk veilig was en Gabriel haar zou gaan zoeken had de sfeer opvallend ten goede gedaan. Vooral Josine was er blij mee. "Vind mijn kleine meisje", zei ze tegen Gabriel.
Die glimlachte vriendelijk naar zijn hopelijk toekomstige schoonmoeder terug. "Hou jij je zoon maar in de gaten", waarschuwde hij nog. "Ik vertrouw hem nog steeds niet. Hij is in staat Astryd terug te betoveren",
"Dat hoorde ik!"
"Weet ik. Ik zal er persoonlijk op toe zien dat hij geen domme dingen doet...Dat zou ik niet meer overleven", grinnikte ze.
Ze omhelsde Gabriel nog een keer en wandelde toen naar Millard.
Die glimlachte vriendelijk naar zijn hopelijk toekomstige schoonmoeder terug. "Hou jij je zoon maar in de gaten", waarschuwde hij nog. "Ik vertrouw hem nog steeds niet. Hij is in staat Astryd terug te betoveren",
"Dat hoorde ik!"
"Weet ik. Ik zal er persoonlijk op toe zien dat hij geen domme dingen doet...Dat zou ik niet meer overleven", grinnikte ze.
Ze omhelsde Gabriel nog een keer en wandelde toen naar Millard.
Egypte. Het land van de Nijl, de farao's, de piramiden...En de brandende zon. In de late namiddag de volgende dag kwam hij toe in Caïro en stopte toen meteen een taxi om zich naar het beruchte dorpje te begeven. Hij had willen rondreizen en duizenden foto's maken van het landschap dat in een gouden gloed gehuld was door de ondergaande zon. "Dit is geen plezierreis", zei hij tegen zichzelf en maakte terug voort.
Hij wandelde door het dorp, naar de markt en ging een klein restaurantje binnen. Hij was hier al geweest. Hij vroeg aan de man aan de kassa of hij Aoife gezien had. "Donkerrode krullen, groene ogen. Prachtig, fel groen", legde hij in de ban van Aoife's knappe gezicht uit. "En een roze jurk, waarschijnlijk", spijtig genoeg schudde de man zijn hoofd en drong er op aan dat hij iets kocht. Hij bestelde dan maar een bord Shoarma, dat hij melancholisch en met pijn in zijn hart terugdenkend aan de tijd dat hij en Aoife hier waren op at. Op de plek waar Aoife toen zat.
Hij wandelde door het dorp, naar de markt en ging een klein restaurantje binnen. Hij was hier al geweest. Hij vroeg aan de man aan de kassa of hij Aoife gezien had. "Donkerrode krullen, groene ogen. Prachtig, fel groen", legde hij in de ban van Aoife's knappe gezicht uit. "En een roze jurk, waarschijnlijk", spijtig genoeg schudde de man zijn hoofd en drong er op aan dat hij iets kocht. Hij bestelde dan maar een bord Shoarma, dat hij melancholisch en met pijn in zijn hart terugdenkend aan de tijd dat hij en Aoife hier waren op at. Op de plek waar Aoife toen zat.
Hij hoopte haar nog terug te zien.
"Kop op", zei hij in zichzelf wanneer hij de volgende ochtend uit zijn tentje kroop. Hij ging meteen naar het hem bekende avonturenbord. Niet om tegen betaling verloren spullen te vinden voor wanhopige lafaards, maar om de nieuwsberichten te lezen. Misschien stond er wat tussen over een verdwaalde toeriste die was gevonden en naar ergens was overgebracht.
Niks, wat hem tegelijkertijd opluchtte en beangstigde. Als ze ondertussen verward en uitgeput naar een ziekenhuis was gebracht was ze tenminste veilig.
"Kop op", zei hij in zichzelf wanneer hij de volgende ochtend uit zijn tentje kroop. Hij ging meteen naar het hem bekende avonturenbord. Niet om tegen betaling verloren spullen te vinden voor wanhopige lafaards, maar om de nieuwsberichten te lezen. Misschien stond er wat tussen over een verdwaalde toeriste die was gevonden en naar ergens was overgebracht.
Niks, wat hem tegelijkertijd opluchtte en beangstigde. Als ze ondertussen verward en uitgeput naar een ziekenhuis was gebracht was ze tenminste veilig.
Hij had niet veel keuze. Hij zou moeten zoeken, rondrennen in de hete woestijn naar het minste spoor en hopen dat hij Aoife tijdig terugvind. Aan de mogelijkheid dat ze misschien wel eens diep in een onbetreedbare tombe gevangen zat probeerde hij zo min mogelijk te denken.
Zo doorkruiste hij de hele dag de streek, maar vond geen spoor van Aoife. Het was duidelijk dat dit de verkeerde methode was en wanneer hij die avond in het dorpscentrum toekwam besloot hij het over een andere boeg te gooien. Hij zou de mensen ondervragen, zoals hij de eerste avond bij de man aan de kassa had gedaan. De dikke man aan de kassa van het warenhuis kon ook niet vertellen of hij Aoife had gezien, hier of in de buurt.
Het bleek nog de beste methode. De volgende ochtend, Aoife was al anderhalve dag weg, dacht hij een spoor te hebben wanneer hij gecontacteerd werd door een zekere Shadia Rashid, die beweerde een jongedame die voldeed aan Aoife's beschrijving gezien te hebben. Niks was echter minder waar, de vrouw was voornamelijk geïnteresseerd in haar man bedriegen en wanhopige mannelijke reizigers, ze had al een reputatie opgebouwd, en zou doodgraag Aoife vervangen moest Gabriel haar uitgeput of aangevallen door wilde dieren in de woestijn terugvinden.
Gabriel loog snel dat zijn gsm afging en maakte zich snel uit te voeten. Zo knap was die Shadia niet eens.
Daarbij was hij een ander soort type reiziger dan wat eerder bij dat mens over de vloer was gekomen.
Hij vervolgde dus zijn weg door de woestijn, hopend dat hij Aoife zou vinden. En liefst zo snel mogelijk. Als ze echt in dit dorp zou zitten moest toch iemand al iets van haar gezien hebben? Tenzij ze niet in de buurt van het dorp zat, maar onder het dorp...
Gabriel loog snel dat zijn gsm afging en maakte zich snel uit te voeten. Zo knap was die Shadia niet eens.
Daarbij was hij een ander soort type reiziger dan wat eerder bij dat mens over de vloer was gekomen.
Hij vervolgde dus zijn weg door de woestijn, hopend dat hij Aoife zou vinden. En liefst zo snel mogelijk. Als ze echt in dit dorp zou zitten moest toch iemand al iets van haar gezien hebben? Tenzij ze niet in de buurt van het dorp zat, maar onder het dorp...
Ze maakte ruzie met Millard. Ze wist het nog goed: het ging erover dat hij haar beschuldigde Astryd alles verteld te hebben en hem zo zwartgemaakt te hebben. Op een gegeven moment wist hij niks meer te zeggen, ze zei dat het goed was dat hij even zijn mond dicht hield.
Toen gebeurde er iets, Millard zei iets en vervolgens werd alles in licht gehuld en de tijd bleek stil te staan. Ze zag hoe Gabriel probeerde Millard tegen te houden, voelde zich bewusteloos worden en het volgende moment was ze hier.
Een kleine, benauwde kamer. "Ik ben verbannen", realiseerde ze zich, de keer herinnerend dat Millard exact hetzelfde bij zijn ex-denkbeeldige vriend Pinda had gedaan. Dat had ze begrepen, goedgekeurd zelfs. Dat had ze beter niet gedaan want daardoor zat ze nu hier. In dat kleine kamertje met niet meer dan vier muren om zich heen, een bank, een schatkist en een deur die met geen mogelijkheid leek open te krijgen.
Toen gebeurde er iets, Millard zei iets en vervolgens werd alles in licht gehuld en de tijd bleek stil te staan. Ze zag hoe Gabriel probeerde Millard tegen te houden, voelde zich bewusteloos worden en het volgende moment was ze hier.
Een kleine, benauwde kamer. "Ik ben verbannen", realiseerde ze zich, de keer herinnerend dat Millard exact hetzelfde bij zijn ex-denkbeeldige vriend Pinda had gedaan. Dat had ze begrepen, goedgekeurd zelfs. Dat had ze beter niet gedaan want daardoor zat ze nu hier. In dat kleine kamertje met niet meer dan vier muren om zich heen, een bank, een schatkist en een deur die met geen mogelijkheid leek open te krijgen.
De situatie leek hopeloos. Ze rukte nog een paar keer aan de deur, duwde er tegen, schopte tot haar teennagels gebroken waren en haar haren verward. Maar er was simpelweg geen beweging in te krijgen.
Ze zat opgesloten. "Denk helder na, Aoife. Denk na", herhaalde ze talloze keren in zichzelf. Maar ze kon niet nadenken. De vermoeidheid, het verdriet en de wanhoop overheersten haar gedachten en enige helderheid was nergens te bedenken. "Denk na!" smeekte ze nogmaals bij zichzelf.
Het lukte: ze meende zich te herinneren dat dit wel eens een tombe kon zijn, en niet zomaar een. Zo kwam ze er ook op dat deuren soms geopend moeten worden met speciale schakelaars, dus begon ze de muren te onderzoeken op half verscholen gaten en misschien wel een verborgen deur.
Dat was spijtig genoeg ook zonder resultaat. Bijna was ze in staat in haar oude verdriet te hervallen wanneer ze plots aan de schatkist dacht. Dat zijn ook soms schakelaars als je ze open doet. Vervolgens deed ze de kist dus open. Geen mechanisme dat begint te draaien, maar wel wat prakjes gedroogd voedsel, een blinkende, groenkleurige edelsteen en een kom water. Ze zou als ze wat zuinig was binnen de paar dagen alvast niet omkomen van de honger en dorst.
Ze zat opgesloten. "Denk helder na, Aoife. Denk na", herhaalde ze talloze keren in zichzelf. Maar ze kon niet nadenken. De vermoeidheid, het verdriet en de wanhoop overheersten haar gedachten en enige helderheid was nergens te bedenken. "Denk na!" smeekte ze nogmaals bij zichzelf.
Het lukte: ze meende zich te herinneren dat dit wel eens een tombe kon zijn, en niet zomaar een. Zo kwam ze er ook op dat deuren soms geopend moeten worden met speciale schakelaars, dus begon ze de muren te onderzoeken op half verscholen gaten en misschien wel een verborgen deur.
Dat was spijtig genoeg ook zonder resultaat. Bijna was ze in staat in haar oude verdriet te hervallen wanneer ze plots aan de schatkist dacht. Dat zijn ook soms schakelaars als je ze open doet. Vervolgens deed ze de kist dus open. Geen mechanisme dat begint te draaien, maar wel wat prakjes gedroogd voedsel, een blinkende, groenkleurige edelsteen en een kom water. Ze zou als ze wat zuinig was binnen de paar dagen alvast niet omkomen van de honger en dorst.
Het was ondertussen al enkele uren later. Of slechts tien minuten, of misschien wel een dag. Enig besef van tijd was onmogelijk te bepalen op deze plek. De enige 'klok' die ze had was het grommen van haar maag dat om de zoveel tijd terug begon. Ze liep terug naar de kist, haalde er een half beschimmeld stukje gedroogd voedsel uit - hoelang lag het daar wel al niet? - en at het op, waarna ze haar maag terug leegde vlak bij de deur. "Oké, slechte kwaliteit", bedacht ze zich, leunde even tegen de muur en ging vervolgens terug gaan zitten. En wachtte. En wachtte.
Het enige wat ze kon doen was wachten en hopen dat iemand haar vond, waar ze ook mocht zijn. Naar haar gevoel Egypte, aan de stijl van de kamer te zien. Maar voor hetzelfde geld zat ze helemaal aan de andere kant van de wereld.
Het enige wat ze kon doen was wachten en hopen dat iemand haar vond, waar ze ook mocht zijn. Naar haar gevoel Egypte, aan de stijl van de kamer te zien. Maar voor hetzelfde geld zat ze helemaal aan de andere kant van de wereld.