Deel 4: Ja nee ja
Waarom heb ik hem terug gekust?
Een vraag die continu door Scarlett's gedachten ging. Van de ene op de andere dag was ze van de ene man naar de andere gegaan. Oké, ze vertrouwde Caelin - veel meer dan dat ze Megen vertrouwde tegenwoordig - maar Megen zou wat hij zei toch wel voor een reden gezegd hebben? Ze kende Caelin amper. Ze wist enkel dat hij rijk was, misschien een zus had - dat concludeerde ze uit het stukje telefoongesprek dat ze had gehoord - en een kat.
Toch woonde hij een paar maanden na hun eerste ontmoeting bij haar, met zijn kat en al. Waarom ze het toeliet wist ze niet. Ze vertrouwde hem niet. Of toch wel. Ze wist het niet en werd gewoon gek van hem simpelweg te zien. In de plaats van hem te zien klungelen met Mauve of te zien spelen met Sophia en dus constant aan hem te denken dook ze liever het meer in, en zwom ze gewoon weg.
Een vraag die continu door Scarlett's gedachten ging. Van de ene op de andere dag was ze van de ene man naar de andere gegaan. Oké, ze vertrouwde Caelin - veel meer dan dat ze Megen vertrouwde tegenwoordig - maar Megen zou wat hij zei toch wel voor een reden gezegd hebben? Ze kende Caelin amper. Ze wist enkel dat hij rijk was, misschien een zus had - dat concludeerde ze uit het stukje telefoongesprek dat ze had gehoord - en een kat.
Toch woonde hij een paar maanden na hun eerste ontmoeting bij haar, met zijn kat en al. Waarom ze het toeliet wist ze niet. Ze vertrouwde hem niet. Of toch wel. Ze wist het niet en werd gewoon gek van hem simpelweg te zien. In de plaats van hem te zien klungelen met Mauve of te zien spelen met Sophia en dus constant aan hem te denken dook ze liever het meer in, en zwom ze gewoon weg.
Of nam ze de auto, parkeerde ze hem aan de rivier en dook daar in. Om weg te zwemmen. En ver.
Met haar ouders was ze nooit echt vaak buitenshuis geweest. In huis was er altijd wel wat te doen, zodoende had ze simpelweg geen nood om het avontuur en de bezigheden op andere plekken op te zoeken. Ze wist natuurlijk niet inderdaad dat ze ook heel andere plekken kon vinden. De ruïne in het bos was een ding, maar het moeras was anders. Ze zwom er gewoon om gelijk welk tijdstip heen, al zwemmend, de blote sterrenhemel die het eiland vergezelde op nachten met weinig wolken adorerend. Huilend, viool spelend - dat ding, ook al klonk het verschrikkelijk, week niet van haar zijde - en gewoon nadenkend.
Met haar ouders was ze nooit echt vaak buitenshuis geweest. In huis was er altijd wel wat te doen, zodoende had ze simpelweg geen nood om het avontuur en de bezigheden op andere plekken op te zoeken. Ze wist natuurlijk niet inderdaad dat ze ook heel andere plekken kon vinden. De ruïne in het bos was een ding, maar het moeras was anders. Ze zwom er gewoon om gelijk welk tijdstip heen, al zwemmend, de blote sterrenhemel die het eiland vergezelde op nachten met weinig wolken adorerend. Huilend, viool spelend - dat ding, ook al klonk het verschrikkelijk, week niet van haar zijde - en gewoon nadenkend.
Maar toch liet ze het zo. Ze maakte zich nog steeds zorgen over haar baby. Hoewel het kleintje overduidelijk goed groeide daar in haar buik, liet de gedachte wat er allemaal mee mis kon zijn haar niet los. "Komaan, ik en papa zijn toch ook familie, en wij hebben zes kerngezonde kinderen", zei Dinthe al eens. "Ja, maar wat voor kinderen? Trouwens, jullie zijn zesdegraadsfamilie. Achterneef en achternicht. Megen is derdegraads."
Ze had simpelweg geen zin om zich dan ook nog eens ermee bezig te houden of Caelin nu wel of niet te vertrouwen was. Het enthousiasme waarmee hij haar toejuichte als Scarlett Kikkerbilletjes tevoorschijn toverde en het feit dat hij een vader zou en wou zijn voor haar kindje vertelden hopelijk genoeg.
Ze had simpelweg geen zin om zich dan ook nog eens ermee bezig te houden of Caelin nu wel of niet te vertrouwen was. Het enthousiasme waarmee hij haar toejuichte als Scarlett Kikkerbilletjes tevoorschijn toverde en het feit dat hij een vader zou en wou zijn voor haar kindje vertelden hopelijk genoeg.
"Elanor...Laat me slapen", mompelde ze halfslapend tegen het beestje, wanneer hij haar wakker likte. "Ik wil slape-"
Toen voelde ze plots een pijnlijke steek in haar buik. Zo voelde het dus. Het was zover. Maanden van veel te veel aan haar hoofd hebben en zich zorgen maken gingen nu voorbij zijn.
Toen voelde ze plots een pijnlijke steek in haar buik. Zo voelde het dus. Het was zover. Maanden van veel te veel aan haar hoofd hebben en zich zorgen maken gingen nu voorbij zijn.
"Caelin! Caelin!" riep ze. Geen reactie. Er lag wel een briefje op tafel: Ik ben gaan paardrijden met Mauve, tot deze avond.
"Shit - Aah! Oké, oké, ik kan dit", zie ze tegen zichzelf en waggelde naar buiten, om dan in de auto te stappen en op haar eentje naar het ziekenhuis te rijden.
Daar werd er een kerngezond jongetje geboren. Kerngezond, met blond haar dat van wie weet waar komt - misschien van haar overgrootmoeder, dat was naar het schijnt een blondine - en de naam Fionan. Blij dat ze was.
"Shit - Aah! Oké, oké, ik kan dit", zie ze tegen zichzelf en waggelde naar buiten, om dan in de auto te stappen en op haar eentje naar het ziekenhuis te rijden.
Daar werd er een kerngezond jongetje geboren. Kerngezond, met blond haar dat van wie weet waar komt - misschien van haar overgrootmoeder, dat was naar het schijnt een blondine - en de naam Fionan. Blij dat ze was.
Ze werd door overbevolking meteen uit het ziekenhuis ontslaan en reed met haar pasgeboren zoontje naar huis waar ze snel andere kleren aandeed. Even later kwam Caelin ook thuis.
"Hij is prachtig. Je zou bijna kunnen zweren dat hij van mij is, met zijn blonde haar."
"Maar dat is hij niet. Nu wil geen woord meer over Megen horen, oké? Dat hij niet op hem lijkt is zoveel te beter. Hoe was het paardrijden?"
"Oh, goed hoor. Ik heb tussendoor ook wat paardrijkleding gekocht zoals je ziet."
"Hij is prachtig. Je zou bijna kunnen zweren dat hij van mij is, met zijn blonde haar."
"Maar dat is hij niet. Nu wil geen woord meer over Megen horen, oké? Dat hij niet op hem lijkt is zoveel te beter. Hoe was het paardrijden?"
"Oh, goed hoor. Ik heb tussendoor ook wat paardrijkleding gekocht zoals je ziet."
"Zal wel", zei ze. Plots hoorde ze de ringtone van haar gsm. "Is het nieuws als zo snel verspreid? Ik haat felicitaties, ik weet nooit wat terug te zeggen." zei ze geïrriteerd en ze pakte haar gsm. Het was haar vader. "Ik had al langer een vermoeden dat je moeder iets verzweeg en dat het dat was, maar toen ik je deze voormiddag haastig naar de kliniek zag wandelen...Ik ben niet boos op je moeder, ze weet hoe bekoeld onze relatie is geraakt achter al dat gedoe...Van wie is het?"
"Papa niet boos zijn maar het is van Megen en die heeft het afgebold hij noemt trouwens Fionan", stamelde ze.
"Papa niet boos zijn maar het is van Megen en die heeft het afgebold hij noemt trouwens Fionan", stamelde ze.
"Exact wat ik dacht. Ik ken je. En ik ken mijn broertje. Fionan, leuk."
"Je bent toch niet boos hè?"
"Niet echt nee, gewoon teleurgesteld. Ik zou naar je willen toekomen, maar het is al laat en ik vertrek morgen op zakenreis. Ik kom zo snel mogelijk op bezoek."
"Papa..."
"Ja?"
"Ik weet dat je alles goed bedoelde. Ik weet niet meer alles wat er gezegd is tussen ons, wel dat er veel dingen tussen zaten die niet nodig waren. Het punt is dat je helemaal gelijk had over Megen, en dat ik gewoon naar je had moeten luisteren. Ik weet dat je van me houdt, hoor. Ik ben gewoon een irritante dochter. Ik hou van je. Tot snel hopelijk."
"Ik ook van jou. En, zoals ik zei: zo snel mogelijk. Ik kan niet wachten mijn kleinkind en neefje te zien. Wacht, ik zou dat neefje maar beter niet zeggen. Fionan hoeft niet te weten dat zijn grootoom en vader dezelfde persoon zijn. Daag."
"Daag..."
"Je bent toch niet boos hè?"
"Niet echt nee, gewoon teleurgesteld. Ik zou naar je willen toekomen, maar het is al laat en ik vertrek morgen op zakenreis. Ik kom zo snel mogelijk op bezoek."
"Papa..."
"Ja?"
"Ik weet dat je alles goed bedoelde. Ik weet niet meer alles wat er gezegd is tussen ons, wel dat er veel dingen tussen zaten die niet nodig waren. Het punt is dat je helemaal gelijk had over Megen, en dat ik gewoon naar je had moeten luisteren. Ik weet dat je van me houdt, hoor. Ik ben gewoon een irritante dochter. Ik hou van je. Tot snel hopelijk."
"Ik ook van jou. En, zoals ik zei: zo snel mogelijk. Ik kan niet wachten mijn kleinkind en neefje te zien. Wacht, ik zou dat neefje maar beter niet zeggen. Fionan hoeft niet te weten dat zijn grootoom en vader dezelfde persoon zijn. Daag."
"Daag..."
Aneirin en Dinthe kwamen niet meteen, er was altijd wel iets anders te doen. Maar dat gaf niet. Ze belden regelmatig en Scarlett stuurde regelmatig foto's van de kleine Fionan naar haar ouders door. Het was een lief en rustig jongetje, dat gewoon perfect leek. Hij leek helemaal niet op Megen en zijn blonde haartjes werden al snel en wild kopje dat weigerde gekamd te worden.
Daarna ging het leven terug zijn gewone gangetje. Caelin was meer dan ooit bezig met paardrijden en ze hadden besloten Mauve te leren springen. Bleek het paard na erg snel ook behendig te zijn. Scarlett reed nog steeds niet zo veel meer en bleef gewoon thuis om zich met Fionan en de dieren bezig te houden. Dat was tegenwoordig een hond, een kat, een paard en een eekhoorn.
Fionan was al een jaar oud. En nog steeds was hij kerngezond. Haar moeder had gelijk gehad: Alfredo's zijn sterk, vooral als het een 'dubbele' Alfredo is zoals Fionan. Ze zette hem in de kinderstoel, gaf hem eten en ging naar boven om zich te doen aankleden.
Waarna het jongetje bewees dat hij toch niet altijd rustig en braaf is door woedend zijn kommetje weg te duwen zodra het op was en dan te krijsen, krijsen en nog eens krijsen en dat alsmaar luider tot zowat heel de Britse eilanden het wel al door hadden: hij wou weg uit de stoel.
"Jaja, ik kom al." zei ze en zodra hij zijn moeder zag aanrennen was Fionan alweer goedgehumeurd en Scarlett pakte hem snel uit de stoel. Op zowat hetzelfde moment ging Caelin's gsm. Ze zou hem niet mogen oppakken, maar deed het toch. Het was die Ailane, zijn zus, vermoedde ze. Hoopte ze. "Ja?" zei ze.
"Wie ben jij? Jij bent niet Caelin, waarom heb je zijn gsm opgepakt? Ik wil Caelin spreken en alleen hem."
"Ahum, ik ben Scarlett, zijn vriendin. En in mijn armen heb ik zijn onofficiële stiefzoontje Fionan."
"Scarlett? Ma- maar dat kan niet! Dat was de afspraak niet! Caelin zei dat het al allemaal in orde zou moeten zijn, dat- Waarom zeg ik dit jou?" toen haakte ze af. Scarlett wist nu nog steeds niet of het zijn zus was of iemand anders, maar wat die vrouw zei vond ze toch wel vreemd.
"Wie ben jij? Jij bent niet Caelin, waarom heb je zijn gsm opgepakt? Ik wil Caelin spreken en alleen hem."
"Ahum, ik ben Scarlett, zijn vriendin. En in mijn armen heb ik zijn onofficiële stiefzoontje Fionan."
"Scarlett? Ma- maar dat kan niet! Dat was de afspraak niet! Caelin zei dat het al allemaal in orde zou moeten zijn, dat- Waarom zeg ik dit jou?" toen haakte ze af. Scarlett wist nu nog steeds niet of het zijn zus was of iemand anders, maar wat die vrouw zei vond ze toch wel vreemd.
"Dat was niks", zei ze tegen Fionan en gooide hem in de lucht. "Gewoon een vreemde mevrouw, verkeerd verbonden. Wil je met de diertjes spelen?"
Fionan zei iets dat al vaag klonk als "Ja."
Fionan zei iets dat al vaag klonk als "Ja."
Terwijl ze de totaal onschuldige Fionan in de tuin Mauve zag achterna kruipen had ze besloten dat ze het gedoe met dat telefoontje zo zou laten. Het was zo'n lief, klein ventje en hem de man afnemen die hij over een tijdje hopelijk 'papa' zou beginnen te noemen, wou ze niet. Hoewel ze natuurlijk wel nog steeds wou weten wat het was.
Ze was Fionan aan het leren lopen in de stal wanneer Caelin terug thuiskwam van een tijdje paardrijden. "Euhm, Scarly."
"Ja?"
"Wist je dat ik een zus heb? Ze noemt Ailane."
Ze was Fionan aan het leren lopen in de stal wanneer Caelin terug thuiskwam van een tijdje paardrijden. "Euhm, Scarly."
"Ja?"
"Wist je dat ik een zus heb? Ze noemt Ailane."
Het was dus inderdaad zijn zus, wat haar wel opluchtte. Ze dacht al bijna dat hij haar bedroog, of erger, met zaken bezig was die eerder iets voor Megen zijn. "Waarom heb je daar nooit iets van gezegd?"
"Ze is vrij...Apart. Een beetje het zwarte schaap van de familie, en terecht."
"Hoezo? Wat deed ze mis dan?"
"Niks, niks om je zorgen over te maken. Ik wou het je gewoon zeggen, waardoor je niet voor verrassingen komt te staan. Ik ga terug paardrijden, Mauve is wat ongerust. Of wil jij anders?"
"Nee hoor, Fionan moet nog leren lopen", zei ze snel.
Ze klonk toch erg van streek, die Ailane.
"Ze is vrij...Apart. Een beetje het zwarte schaap van de familie, en terecht."
"Hoezo? Wat deed ze mis dan?"
"Niks, niks om je zorgen over te maken. Ik wou het je gewoon zeggen, waardoor je niet voor verrassingen komt te staan. Ik ga terug paardrijden, Mauve is wat ongerust. Of wil jij anders?"
"Nee hoor, Fionan moet nog leren lopen", zei ze snel.
Ze klonk toch erg van streek, die Ailane.
Caelin's zus kon natuurlijk ook echt gewoon niet goed zijn en in staat om haar broer te stalken en zijn vriendin allerlei leugens te vertellen. Daarbij had ze geen zin in ruzie met Caelin, die schijnbaar niet veel misdeed.
Caelin had zich Scarlett vervangend als vrij snel op het paardrijden gestort nadat ze samen waren. Hij begon er beter in te worden - zodra hij er op zat, tenminste. Het er op kruipen was vaak nog steeds een hindernis.
Caelin had zich Scarlett vervangend als vrij snel op het paardrijden gestort nadat ze samen waren. Hij begon er beter in te worden - zodra hij er op zat, tenminste. Het er op kruipen was vaak nog steeds een hindernis.
Afkruipen ging ook nog niet perfect. "Je bent gewoon niet lenig genoeg. Moet ik je helpen? Het wordt toch tijd dat ik ons ventje in bed stop. Hij kan het toch al wat, gelukkig. Ik dacht al bijna dat er motorisch iets mis was."
"Hij - waarom is dit zo moeilijk? - is kerngezond. Stop met je zorgen te maken, dat alle baby's perfect kunnen lopen zodra ze ouder dan een jaar zijn is een fabeltje. Als ze een anderhalf jaar zijn, dan moet je zorgen begin- ah!"
Caelin liet het zadel los en viel op de grond.
"Hij - waarom is dit zo moeilijk? - is kerngezond. Stop met je zorgen te maken, dat alle baby's perfect kunnen lopen zodra ze ouder dan een jaar zijn is een fabeltje. Als ze een anderhalf jaar zijn, dan moet je zorgen begin- ah!"
Caelin liet het zadel los en viel op de grond.
"Ik zeg het: je bent gewoon niet lenig genoeg", zei Scarlett waarna ze Fionan oppakte om hem in zijn bedje te stoppen. Juist wanneer hij als een blok in slaap was gevallen niet veel alter en Scarlett hetzelfde wou doen liep Caelin de kinderkamer binnen.
"Wat heb jij nu aan?" vroeg ze. "Een kostuum."
"Ja, dat zie ik. Maar waarom? Ga je soms slapen in een kostuum?"
"Nee, ik had eigenlijk nog een verrassing voor je...Als je dat wilt, natuurlijk. Kom mee."
"Oké dan..." zei ze en volgde hem.
"Wat heb jij nu aan?" vroeg ze. "Een kostuum."
"Ja, dat zie ik. Maar waarom? Ga je soms slapen in een kostuum?"
"Nee, ik had eigenlijk nog een verrassing voor je...Als je dat wilt, natuurlijk. Kom mee."
"Oké dan..." zei ze en volgde hem.
Hij nam haar mee naar een van de vele kleine vijvertjes in Farraige Ghleann met oude ruïnes eraan. "Ga je me vertellen wat we hier doen? Ik wil gaan slapen."
"Slapen? Niks van", zei Caelin en kuste haar.
"Caelin, ik ben moe. Niet nu."
"Slapen? Niks van", zei Caelin en kuste haar.
"Caelin, ik ben moe. Niet nu."
"Wel nu, het is een prachtige nacht", zei hij en ging op zijn knieën zitten. Scarlett had het al meteen door wanneer hij een doosje van tussen zijn blazer haalde. "Wat? Nu? Wou je daarom terug gaan rijden, om er om te kunnen gaan?"
"Wacht gewoon af."
"Wacht gewoon af."
"Scarlett Alfredo, wil je met me trouwen?" zei hij, klapte het doosje open waar een gigantische, blinkende ring in zat - dat ding moest veel geld gekost hebben. Maar zelfs als het een beschimmelde inktvisring was had ze nog ja gezegd.
"Waarom vraag je dat nog? Ja!" zei ze. Scarlett stak snel haar hand naar voor waar Caelin de ring voorzichtig rond schoof, waarna de twee vervolgens in elkaars armen vielen.
"Vertrouw je me?" vroeg hij toen.
Ja. Nee.Ja, jawel. Of toch... "Ja", zei ze nogmaals. "Maar laten we nu maar naar huis gaan. Het moet al na middernacht zijn, straks wordt het terug licht."
Dat deden ze.
"Vertrouw je me?" vroeg hij toen.
Ja. Nee.Ja, jawel. Of toch... "Ja", zei ze nogmaals. "Maar laten we nu maar naar huis gaan. Het moet al na middernacht zijn, straks wordt het terug licht."
Dat deden ze.