Deel 14: Alles had gewoon niet zo moeten lopen
Dendronephtya liet haar arm even los en Mare greep haar kans. Ze duwde Dendronephtya opzij, ging naar binnen en sloot de deur achter zich. Ze keek nog even naar buiten en zag hoe Dendronephtya en haar companie wegrenden en stoof de trap op naar de kamer waar Dinthe en Aneirin sliepen. "Aneirin!" riep ze. "Dendronephtya is hier."
Meteen gingen er twee paar slaperige ogen open. "Dendronpehtya? Waar?" mompelde Aneirin terwijl hij nog half slapend het bed uit kroop. "Hier in huis?"
"Buiten was ze, ondertussen is ze al weg en ze...Ze beet me. Ze was even afgeleid en ik rende meteen terug naar binnen."
"Buiten was ze, ondertussen is ze al weg en ze...Ze beet me. Ze was even afgeleid en ik rende meteen terug naar binnen."
"Oké, oké, dat weten we nu dus zeker. Maar wat bezielde je om midden in de nacht naar buiten te gaan?" Ondertussen was Aneirin al klaarwakker. Hij keek haar vragend aan, terwijl Mare wanhopig naar een antwoord zocht in haar door de gebeurtenissen nogal warrige geheugen.
"Ik hoorde haar praten." antwoordde ze.
"Dan kon je ons gewaarschuwd hebben."
"Daar dacht ik niet aan..."
"Waar praatte ze eigenlijk over? Met wie?"
Weeral dacht ze even na, maar telkens als ze zich de exacte woorden herinnerde gingen haar gedachten terug naar de verschrikkelijke beet. Je zag er niks van en nu had ze helemaal geen pijn, alsof ze niet gebeten was. Maar toch herinnerde ze het zich zo pijnlijk...
"Ze had het over een plan. Een plan dat ze in elkaar gestoken had voor de man waarmee ze praatte om jou naar hier te lokken. Door wat ik er van begreep, veronderstel ik dat iets van de plan er mee te maken had dat ze jou moest omvoeren om je dan door die man te laten vermoorden. De man...Nu ik er over na denk, denk ik te weten wie het is."
"Wie?" vroegen Aneirin en Dinthe meteen. Maar Mare moest hen teleurstellen. "Niemand, ik zal wel fout zijn. Het kan simpelweg niet dat hij het is."
"Oké dan. We gaan terug gaan slapen, doe jij dat ook maar. Morgen zien we wel verder", zei Aneirin om meteen de daad bij het woord te voegen. Hij en Dinthe kropen in bed en een verwarde Mare wandelde al zuchtend de kamer uit.
"Ik hoorde haar praten." antwoordde ze.
"Dan kon je ons gewaarschuwd hebben."
"Daar dacht ik niet aan..."
"Waar praatte ze eigenlijk over? Met wie?"
Weeral dacht ze even na, maar telkens als ze zich de exacte woorden herinnerde gingen haar gedachten terug naar de verschrikkelijke beet. Je zag er niks van en nu had ze helemaal geen pijn, alsof ze niet gebeten was. Maar toch herinnerde ze het zich zo pijnlijk...
"Ze had het over een plan. Een plan dat ze in elkaar gestoken had voor de man waarmee ze praatte om jou naar hier te lokken. Door wat ik er van begreep, veronderstel ik dat iets van de plan er mee te maken had dat ze jou moest omvoeren om je dan door die man te laten vermoorden. De man...Nu ik er over na denk, denk ik te weten wie het is."
"Wie?" vroegen Aneirin en Dinthe meteen. Maar Mare moest hen teleurstellen. "Niemand, ik zal wel fout zijn. Het kan simpelweg niet dat hij het is."
"Oké dan. We gaan terug gaan slapen, doe jij dat ook maar. Morgen zien we wel verder", zei Aneirin om meteen de daad bij het woord te voegen. Hij en Dinthe kropen in bed en een verwarde Mare wandelde al zuchtend de kamer uit.
Zoals afgesproken gingen ze de volgende dag naar het paleis. Enkele telefoontjes leverden op dat ze in Farraige Ghleann ook taxiboten hadden, wat goed uitkwam. Het paleis en het kleinere eilandje waren een heel eind voor de kust.
Aneirin had er geen probleem mee gehad het hele eind te zwemmen maar Dinthe en Mare waren het voor het eerst ergens over eens: in de regen en het frisse lenteweer via de zee ergens naartoe zwemmen, niks van.
Ze gingen dus met de boot. Een verrassend rustige bootreis zonder al te veel geruzie tussen Mare en Dinthe.
Aneirin had er geen probleem mee gehad het hele eind te zwemmen maar Dinthe en Mare waren het voor het eerst ergens over eens: in de regen en het frisse lenteweer via de zee ergens naartoe zwemmen, niks van.
Ze gingen dus met de boot. Een verrassend rustige bootreis zonder al te veel geruzie tussen Mare en Dinthe.
De boot zette hem af aan de rand van het paleiseilandje, bij het havenplatform. De boot was nog maar juist weg en ze stonden er nog maar juist op wanneer ze zagen waarvoor ze gekomen waren. Ze viel dan ook erg op in de grijze lucht. "Ik hoop dat dit geen valstrik is, Aneirin, ga jij voor?" zei Mare wanneer het drietal de op haar gemak vissende zeemeervampier zagen.
Ze had hen nog niet opgemerkt.
Ze had hen nog niet opgemerkt.
Dat deed hij. "Dus, hier zit je. Vragen we ons maandenlang af waar je zit, sta je hier gewoon op je gemakje te vissen."
"Aneirin? Je liet me schrikken..."
"Jij liet Mare ook schrikken wanneer je gisterenavond besloot dat haar bloed erg lekker moet zijn. Ze heeft echter kunnen ontsnappen. Dus, waar zijn Summer en Winter?"
Ze draaide zich om zodat ze recht in zijn ogen keek. Zijn lichtpaarse, standvastige ogen - toch bespeurde ze er een vleugje verdriet in. Ze had nooit verwacht dat hij inderdaad heel de weg zou afleggen om Summer en Winter te zien. Dat hij dat wel had gedaan, toonde alleen maar aan dat ze hem veel te goed kende. Hij zou zelfs zijn eigen leven opofferen moest het een ander goed uitkomen.
"Ik denk dat ik jullie wel een verklaring verschuldigd ben. Kom mee, ik denk dat jullie eerst enkele kinderen willen zien."
Het trio volgde haar naar binnen.
"Aneirin? Je liet me schrikken..."
"Jij liet Mare ook schrikken wanneer je gisterenavond besloot dat haar bloed erg lekker moet zijn. Ze heeft echter kunnen ontsnappen. Dus, waar zijn Summer en Winter?"
Ze draaide zich om zodat ze recht in zijn ogen keek. Zijn lichtpaarse, standvastige ogen - toch bespeurde ze er een vleugje verdriet in. Ze had nooit verwacht dat hij inderdaad heel de weg zou afleggen om Summer en Winter te zien. Dat hij dat wel had gedaan, toonde alleen maar aan dat ze hem veel te goed kende. Hij zou zelfs zijn eigen leven opofferen moest het een ander goed uitkomen.
"Ik denk dat ik jullie wel een verklaring verschuldigd ben. Kom mee, ik denk dat jullie eerst enkele kinderen willen zien."
Het trio volgde haar naar binnen.
Aneirin werd meteen herinnerd aan zijn slechte kindertijd wanneer hij het doolhof van kamers, trappen en gangen betrad dat het paleis was. Hij had zijn moeder alles vergeven, maar de wonde van haar leugens en mishandelingen die hij hier had moeten verdragen hadden toch wat littekens achtergelaten.
Het was vreemd om er nu terug door te wandelen, op zoek naar zijn onvaderde kinderen, zoals zijn vader ook ooit onbewust deed.
"Mama!" hoorde hij plots een kinderstemmetje zeggen. Het volgende moment zoefde Mare naar voor en sloeg haar armen om Summer. Ze zag er heel anders uit dan de vorige keer, met vlechtjes in de plaats van staartjes en ze was gelukkig dat ballonpakje al ontgroeid. Winter was er ook. Ze zijn zo groot dacht hij. De vorige keer dat hij Winter zag was het een kleuter, nu zou hij - in normale omstandigheden - op school zitten.
Het was vreemd om er nu terug door te wandelen, op zoek naar zijn onvaderde kinderen, zoals zijn vader ook ooit onbewust deed.
"Mama!" hoorde hij plots een kinderstemmetje zeggen. Het volgende moment zoefde Mare naar voor en sloeg haar armen om Summer. Ze zag er heel anders uit dan de vorige keer, met vlechtjes in de plaats van staartjes en ze was gelukkig dat ballonpakje al ontgroeid. Winter was er ook. Ze zijn zo groot dacht hij. De vorige keer dat hij Winter zag was het een kleuter, nu zou hij - in normale omstandigheden - op school zitten.
Summer ontsnapte uit Mare's armen, die zich toen op Winter richtte, en keek haar vader aan. "Sorry", zei het meisje wanneer ze naar hem toe wandelde. "Mama heeft me alles verteld na we verhuist waren. Ik was boos op haar, ze zei dat mijn papa niks meer van mij en Winter moest hebben. Maar dat de oceaan overgestoken bent bewijst dat je dat wel doet. Sorry papa."
"Het geeft niet, soms...Soms klikt het gewoon niet tussen mens bij nader inzien. Als je alter trouwt, beloof je me dan alleen maar ja te zeggen als je écht van hem of haar houdt?"
"Jaja."
Op dat moment werden ze onderbroken door Dendronephtya. "Zonder dat ik het verpest. Maar Mare, Aneirin, willen jullie het nog horen? Kom mee, er is een plek waar we rustiger kunnen praten."
Mare knuffelde haar dochter nog eens en toen volgden Mare en Aneirin Dendronephtya. Dinthe was blijkbaar al in die kamer.
"Het geeft niet, soms...Soms klikt het gewoon niet tussen mens bij nader inzien. Als je alter trouwt, beloof je me dan alleen maar ja te zeggen als je écht van hem of haar houdt?"
"Jaja."
Op dat moment werden ze onderbroken door Dendronephtya. "Zonder dat ik het verpest. Maar Mare, Aneirin, willen jullie het nog horen? Kom mee, er is een plek waar we rustiger kunnen praten."
Mare knuffelde haar dochter nog eens en toen volgden Mare en Aneirin Dendronephtya. Dinthe was blijkbaar al in die kamer.
"Het begon allemaal toen ik terugkwam van de universiteit", begon ze. Iedereen zat intussen in een andere soort van woonkamer - vergezeld door Summer die nieuwsgierig was wat er zou gezegd worden. "Op een dag stak er een brief in de brievenbus, met daarin de vraag of ik een man genaamd Fintan Mithrilen kon helpen jou, Aneirin, naar het eilandje Farraige Ghleann te lokken. Ik dacht dat het een stomme grap was en reageerde niet. Ik hoorde niks meer van hem, tot omstreeks de tijd dat jij achttien werd. Ik herinnerde me niks meer van de vorige brief toen ik op een dag de post haalde en er weer een brief tussen stak. Deze keer met ietsje meer uitleg. Dat hij, Fintan, jou, de rechtmatige troonopvolger van dit roteilandje, naar hier wou halen. Mijn geheugen begon te werken en ik puzzelde alle stukjes verteld verhaal na de terugkeer van jou, mama en papa in elkaar: Fintan Mithrilen was de man waarvoor jullie van hier gevlucht waren.
Ik stuurde terug. Ik vroeg hem af te spreken in het park op het hoofdeiland, 's avonds laat. Hij kon me niks maken - ik vroeg hem alleen te komen en als het nodig was, beet ik hem gewoon - wat hij daar echter vertelde, veranderde het een en ander."
Ik stuurde terug. Ik vroeg hem af te spreken in het park op het hoofdeiland, 's avonds laat. Hij kon me niks maken - ik vroeg hem alleen te komen en als het nodig was, beet ik hem gewoon - wat hij daar echter vertelde, veranderde het een en ander."
Helemaal uit het niets stopte ze met praten. Zes (Acht, Summer keek even nieuwsgierig naar de volwassenen, ze leken wel kinderen die wachtten tot hun mama zou antwoordden of ze nu naar de snoepwinkel mochten of niet, vond ze) ogen staarden Dendronephtya aan, eerst nieuwsgierig wachtend op het vervolg - toen zoekend naar de reden waarom dat gevolg niet kwam. Dat vonden ze.
"Ze logen tegen me. Vierentwintig jaar lang logen ze tegen me. Vierentwintig jaar", Dendronephtya was in huilen uitgebarsten.
"Ze logen tegen me!" herhaalde ze, nu luider - krijsend, bijna.
"Ik heb mijn biologische vader nooit gekend. Learco was een vader voor me, een goeie - maar de man die dat had moeten zijn, was zo gezegd een zeker Myrddin was. Erg veel woorden hebben ze daar echter nooit aan vuilgemaakt tegen mij.
Toen er toen een man voor me stond die zei dat hij mijn vader is en dat eigenlijk wel zou kunnen zijn, geloofde ik hem.
Ik stemde in. Dat kwam niet alleen daardoor, maar ook door de hoop dat het allemaal minder serieus is als dat het blijkt te zijn. Ik wou die kluns in de liefde wel eens belachelijk maken."
"Ze logen tegen me!" herhaalde ze, nu luider - krijsend, bijna.
"Ik heb mijn biologische vader nooit gekend. Learco was een vader voor me, een goeie - maar de man die dat had moeten zijn, was zo gezegd een zeker Myrddin was. Erg veel woorden hebben ze daar echter nooit aan vuilgemaakt tegen mij.
Toen er toen een man voor me stond die zei dat hij mijn vader is en dat eigenlijk wel zou kunnen zijn, geloofde ik hem.
Ik stemde in. Dat kwam niet alleen daardoor, maar ook door de hoop dat het allemaal minder serieus is als dat het blijkt te zijn. Ik wou die kluns in de liefde wel eens belachelijk maken."
"Het eerste wat hij me vroeg was om hem te bijten. Geen normale beet, een transformatiebeet. Ik zag die blik, Mare, ja dat was de man waarmee ik gisteren praatte en door mijn beet geen eindje in de zeventig is.
Zijn plan was om er voor te zorgen dat Aneirin het niet met jou kon uitmaken, smoorverliefd op je zou worden, zelfs. Hij zag je als ongevaarlijk genoeg om dan te ontvoeren en te zien hoe Aneirin je wanhopig begint te zoeken. Normale vampieren kunnen het niet, maar hybrides hebben de eigenschap emoties te controleren Ik slechts een klein beetje, hij heel erg goed... Aneirin, telkens als jij van plan was Mare de waarheid te zeggen voegde hij van op afstand een tikkeltje schuldgevoel toe aan je emoties. Ik had al meteen spijt van mijn toegeving en probeerde dat tegen te gaan door je duidelijk te maken dat je de waarheid moest zeggen. Je emoties controleren zoals hij deed, wou ik niet doen. Sorry van al die keren dat ik je lafaard noemde, het was jouw schuld niet, of Mare's schuld, het was zijn schuld."
Zijn plan was om er voor te zorgen dat Aneirin het niet met jou kon uitmaken, smoorverliefd op je zou worden, zelfs. Hij zag je als ongevaarlijk genoeg om dan te ontvoeren en te zien hoe Aneirin je wanhopig begint te zoeken. Normale vampieren kunnen het niet, maar hybrides hebben de eigenschap emoties te controleren Ik slechts een klein beetje, hij heel erg goed... Aneirin, telkens als jij van plan was Mare de waarheid te zeggen voegde hij van op afstand een tikkeltje schuldgevoel toe aan je emoties. Ik had al meteen spijt van mijn toegeving en probeerde dat tegen te gaan door je duidelijk te maken dat je de waarheid moest zeggen. Je emoties controleren zoals hij deed, wou ik niet doen. Sorry van al die keren dat ik je lafaard noemde, het was jouw schuld niet, of Mare's schuld, het was zijn schuld."
Terug stopte ze met praten. "Ik denk dat je het volgende wel kan raden", zei ze.
"Het omgekeerde deed hij bij Dinthe toen wij een relatie kregen. Hij wou dat ik haar haatte en geen relatie met haar had en terug ging naar Mare," hij keek naar Dinthe, "omdat jij en je soortgenoten nog gevaarlijker zijn als zeemeervampieren, jullie kunnen met een vingerknip iemand helemaal betoveren of naar wie weet waar verbannen. Ook hem."
"Dat is niet gelukt. Niet altijd een vingerknip trouwens Aneirin", verbeterde ze hem.
"Je kon er niet mee stoppen omdat Fintan ook jouw gedachten ook controleerde, waar je deels tegen verzette. Toen kwam je met het idee om Summer en Winter te ontvoeren en zo mij en Mare hiernaartoe te lokken, zodat hij kreeg wat hij wou. Ben ik juist?"
"Het omgekeerde deed hij bij Dinthe toen wij een relatie kregen. Hij wou dat ik haar haatte en geen relatie met haar had en terug ging naar Mare," hij keek naar Dinthe, "omdat jij en je soortgenoten nog gevaarlijker zijn als zeemeervampieren, jullie kunnen met een vingerknip iemand helemaal betoveren of naar wie weet waar verbannen. Ook hem."
"Dat is niet gelukt. Niet altijd een vingerknip trouwens Aneirin", verbeterde ze hem.
"Je kon er niet mee stoppen omdat Fintan ook jouw gedachten ook controleerde, waar je deels tegen verzette. Toen kwam je met het idee om Summer en Winter te ontvoeren en zo mij en Mare hiernaartoe te lokken, zodat hij kreeg wat hij wou. Ben ik juist?"
"Ja. Ik dacht dat het niet meer nodig was om mijn lieve dochter haar gedachten te controleren, maar je bent nu hier, het maakt niks meer uit. Leuke familiereünie hier. Enkel de lieve koningin en die walgelijke halve zeemeerman van haar ontbreken nog."
Alle ogen keken plots zijn kant op wanneer hij kwam binnengelopen.
Alle ogen keken plots zijn kant op wanneer hij kwam binnengelopen.
"Ondanks ik niet begrijp waarom weet waarom je dit doet. Jij wilt hier koning zijn en alle mensen verbannen, maar ik en mijn familie staan in de weg. Je kan geen koning zijn zolang de echte koninklijke familie nog leeft. Maar vertrouw me, we hebben dit al lang achter ons gelaten en een leven in Isla Paradiso. Ik en mijn moeder zijn helemaal niet geïnteresseerd in een kroon op ons hoofd. Laat het gewoon, alsjeblieft",
"Nee!" schreeuwde hij, van Aneirin's gegesticuleer gebruik makend en zijn bewegende arm vastgrijpend. Al snel werd duidelijk dat deze beet niet zo gewoontjes was. Hij zoog zijn lichaam bijna leeg en de twee werden in een bloedrode gloed gehuld.
Aneirins schreeuwde het uit van de pijn. Niet hoorbaar, vanbinnen. Hij had het al vaak gevoeld. Tya had hem al talloze keren gebeten in haar woedeuitbarstingen. Maar dit was anders. Het voelde niet alsof hij simpelweg in zijn arm werd gebeten, maar overal - alsof er duizend messen tegelijkertijd hem doorboorden en zijn aders deden springen. Hij bracht zijn hand naar zijn buik en voelde daar een warme vloeistof. Daar bloed ik ook? En zijn nek. Daar ook
De grote, vochtige plek op zijn buik was echter te waterig om puur bloed te zijn. En hij voelde hoe hij snakte naar de frisse zee waarvoor hij simpelweg naar buiten hoefde te wandelen.
Toen besefte hij het: Fintan zoog hem leeg. Niet zijn bloed, maar op een of andere manier ook zijn water, hij liet hem gewoon helemaal uitdrogen.
Aneirins schreeuwde het uit van de pijn. Niet hoorbaar, vanbinnen. Hij had het al vaak gevoeld. Tya had hem al talloze keren gebeten in haar woedeuitbarstingen. Maar dit was anders. Het voelde niet alsof hij simpelweg in zijn arm werd gebeten, maar overal - alsof er duizend messen tegelijkertijd hem doorboorden en zijn aders deden springen. Hij bracht zijn hand naar zijn buik en voelde daar een warme vloeistof. Daar bloed ik ook? En zijn nek. Daar ook
De grote, vochtige plek op zijn buik was echter te waterig om puur bloed te zijn. En hij voelde hoe hij snakte naar de frisse zee waarvoor hij simpelweg naar buiten hoefde te wandelen.
Toen besefte hij het: Fintan zoog hem leeg. Niet zijn bloed, maar op een of andere manier ook zijn water, hij liet hem gewoon helemaal uitdrogen.
Toen was het gedaan. Aneirin viel met een boel bloedplekken neer op de grond. Summer pakte een emmer en rende vliegensvlug naar de zee en terug, om een grote emmer water over hem te gooien.
"Gaat niet werken meisje", grijnsde Fintan. "Ik heb hem zeg maar...Vloeistof dicht gemaakt. Daarom begint hij overal te bloeden, zijn lichaam wilt de vloeistoffen eruit."
Verdrietig zette het meisje haar emmer terug op de grond. "Juist nu hij terug was", snikte ze.
"Is hij dood", vervolgde de nog steeds grijnzende Fintan.
"Gaat niet werken meisje", grijnsde Fintan. "Ik heb hem zeg maar...Vloeistof dicht gemaakt. Daarom begint hij overal te bloeden, zijn lichaam wilt de vloeistoffen eruit."
Verdrietig zette het meisje haar emmer terug op de grond. "Juist nu hij terug was", snikte ze.
"Is hij dood", vervolgde de nog steeds grijnzende Fintan.
"De volgende", zei hij droog, en richtte toen zijn blik op Dendronephtya. Ze keek hem verstomd aan. "Hoe bedoel je?"
"Je weet wat ik bedoel. Je bent ook van de Aqua-dynastie. Eerst spaarde ik je omdat je mogelijk mijn dochter bent en me diende, maar je trouw valt nu te betwijfelen."
Ze voelde haar gestolde bloed koken. Ze was zowel woedend op haar zelf als op hem. Op hem omdat hij verschrikkelijk was, op haarzelf omdat ze zo stom was dat niet te zien. "Ik vertrouwde je! En hoezo, 'mogelijk'?"
"Oh? Ja, je moeder heeft het echt nooit geweten blijkbaar. Het is goed mogelijk dat die Myrdill inderdaad je vader is, jouw haar is ietsje meer naar de groene kant, net zoals het zijne."
"Ik wou dat ik je kon laten verdwijnen, maar dat kan ik niet."
"Je weet wat ik bedoel. Je bent ook van de Aqua-dynastie. Eerst spaarde ik je omdat je mogelijk mijn dochter bent en me diende, maar je trouw valt nu te betwijfelen."
Ze voelde haar gestolde bloed koken. Ze was zowel woedend op haar zelf als op hem. Op hem omdat hij verschrikkelijk was, op haarzelf omdat ze zo stom was dat niet te zien. "Ik vertrouwde je! En hoezo, 'mogelijk'?"
"Oh? Ja, je moeder heeft het echt nooit geweten blijkbaar. Het is goed mogelijk dat die Myrdill inderdaad je vader is, jouw haar is ietsje meer naar de groene kant, net zoals het zijne."
"Ik wou dat ik je kon laten verdwijnen, maar dat kan ik niet."
"Ik wel!" klonk er een stem. Het was Dinthe. Ze had verbluft toegekeken hoe Aneirin op de grond viel en toen besefte ze dat ze iets moest doen. Ze wou het niet doen. Haar vader had haar geleerd haar 'gevaarlijke' krachten enkel uit noodzaak te gebruiken - of in ieder geval niet even roekeloos te zijn als haar grootvader.
Wel, dit was een noodzaak. Ze voelde hoe ze enkele centimeters boven de grond begon te zweven, hoe een paars, glitterende mist zich rond haar vormde en toen maakte ze het gebaar met haar armen - en verbande hem.
Wel, dit was een noodzaak. Ze voelde hoe ze enkele centimeters boven de grond begon te zweven, hoe een paars, glitterende mist zich rond haar vormde en toen maakte ze het gebaar met haar armen - en verbande hem.
"Wat is hij zwaar met dat harnas, moesten jullie nu echt een verkleedpartijtje doen?" klaagde Dendronephtya - zachtjes huilend, ze verborg het goed - toen Mare, zij en Dinthe hem naar buiten droegen. Ze hoopten dat Fintan blufte en hij niet immuun was voor water, of eender ander vocht en deden een pogingen hem in de zee te krijgen.
Het was echter te laat. Vlak voor de kant van het water lieten ze hem vallen en kwam de dood om de hoek kijken.
Het was echter te laat. Vlak voor de kant van het water lieten ze hem vallen en kwam de dood om de hoek kijken.
"Alsjeblieft", smeekte zijn geest nog. Maar het had geen zin. Hij was immuun voor water, en moest hij nu terug tot leven gewekt worden, nog steeds. Hij zou niet lang daarna toch sterven. Dat vertelde de dood ook, die toch medelijden bleek te hebben om te zien dat deze jongeman, achtentwintig jaar oud, velen zou achterlaten.
"Sorry Dinthe. Jij was de ware voor hem, ik zie dat. Sorry dat ik zo rot deed. Het was gewoon...Alles had niet zou mogen lopen. Vergeef je me? Wapenstilstand?" vroeg Mare. Ze voelde zich oprecht slecht wanneer ze een non stop huilende Dinthe zag.
"Ja," zei die, "als je me belooft me te helpen er alles aan te doen hem terug te krijgen."
"Beloofd."
"Ja," zei die, "als je me belooft me te helpen er alles aan te doen hem terug te krijgen."
"Beloofd."