Deel 13: De confrontatie
Ontdaan stapte hij de trap op van zijn eilandje. Hij was er nog steeds niet goed van: hij had een zoon. Natuurlijk had hij altijd Dendronephtya al gehad, van wie hij de soort van de vader was. Maar zij was niet echt zijn kind. Deze jongen wel, deze jongen was zijn verdrietige, eenzame zoontje door die heks van een moeder van hem. Zonder hem zou hij niet bestaan.
En als hij niet handelde, zou hij binnenkort misschien niet meer bestaan.
Een koude rilling liep over zijn rug en hij zette de trap op de volgende trede, een slapeloze nacht tegemoet.
En als hij niet handelde, zou hij binnenkort misschien niet meer bestaan.
Een koude rilling liep over zijn rug en hij zette de trap op de volgende trede, een slapeloze nacht tegemoet.
Dat was het geweest. Hij had de hele tijd liggen woelen en hij kreeg zijn gedachten niet weg van de woorden die Aneirin tegen zichzelf - zijn pop - gezegd had. Hij had er zich ondertussen al bij neergelegd dat Acropora geen lieve, onschuldige zeemeermin was; maar een heks die haar zoontje mishandelde, dat was hem te veel. Hij kon het simpelweg niet verwerken.
Zijn voorraad zeewier raakte langzaam op, dus besloot hij om naar een van de visstekken in het dorp te gaan om wat vis te vangen en zo een maal te hebben dat niet uit zeewier bestond. Het was er prachtig, de nog gelige lucht weerkaatste in het water wat een prachtige, goudkleurige gloed gaf.
Zijn voorraad zeewier raakte langzaam op, dus besloot hij om naar een van de visstekken in het dorp te gaan om wat vis te vangen en zo een maal te hebben dat niet uit zeewier bestond. Het was er prachtig, de nog gelige lucht weerkaatste in het water wat een prachtige, goudkleurige gloed gaf.
Het was een zalige dag, naar de omstandigheden. Het was er enorm rustig, de vis was heerlijk, zijn draakje dat hem overal naar toe volgde - het beestje zag Learco als zijn moeder, Learco was natuurlijk de eerste die het beestje zag - was werkelijk een leuk beestje en de vellen papier die hij in de plaatselijke supermarkt had gekocht stonden vol met de prachtige landschappen die het eiland te bieden had.
Daarnaast was de eenzaamheid en rust die het bood perfect om zijn gedachten op een rijtje te zetten, en hij nam een besluit. Hij zou de confrontatie met Acropora aangaan, Aneirin uit haar klauwen bevrijden en dan - met Aneirin - terugkeren naar Isla Paradiso, waar hij het leven zou krijgen dat een zoon van hem verdiende.
Hij was een detail vergeten: Ellen, die plots ook bij het vijvertje rondhing en zoals altijd vrij onzedelijk gekleed was.
"Da's waar ook", dacht hij,"Dat mens heeft me gekust en na denkt ze natuurlijk dat we een relatie hebben..."
Daarnaast was de eenzaamheid en rust die het bood perfect om zijn gedachten op een rijtje te zetten, en hij nam een besluit. Hij zou de confrontatie met Acropora aangaan, Aneirin uit haar klauwen bevrijden en dan - met Aneirin - terugkeren naar Isla Paradiso, waar hij het leven zou krijgen dat een zoon van hem verdiende.
Hij was een detail vergeten: Ellen, die plots ook bij het vijvertje rondhing en zoals altijd vrij onzedelijk gekleed was.
"Da's waar ook", dacht hij,"Dat mens heeft me gekust en na denkt ze natuurlijk dat we een relatie hebben..."
"Euhm, hi", zei hij. Ellen keek hem achterdochtig aan. "Moet jij me iets vertellen?"
Ja, wou hij zeggen, heel erg veel: dat hij getrouwd is met haar koningin, een zoontje heeft, een adoptiedochter die nota bene de onbekende en verloren 'Prinses Dendronephtya' is, dat hij helemaal geen relatie met haar wilt omdat hij niks in haar ziet en die kus een grote vergissing was, en dat hij dringend met Acropora moet praten.
Maar dat deed hij niet, en het mondde uit op een verlegen: "Nee, maar ik moet nu weg, sorry",
Ja, wou hij zeggen, heel erg veel: dat hij getrouwd is met haar koningin, een zoontje heeft, een adoptiedochter die nota bene de onbekende en verloren 'Prinses Dendronephtya' is, dat hij helemaal geen relatie met haar wilt omdat hij niks in haar ziet en die kus een grote vergissing was, en dat hij dringend met Acropora moet praten.
Maar dat deed hij niet, en het mondde uit op een verlegen: "Nee, maar ik moet nu weg, sorry",
"Idioot idioot idioot idioot", zei hij vervolgens een honderdtal keren tegen zichzelf. Het was de perfecte kans geweest om Ellen de waarheid te vertellen, min of meer, toch het deel dat over hen gaat. Maar hij was een domme lafaard geweest en ondanks hij momenteel allesbehalve een relatie wil en dan al zeker niet met iemand zoals zij had hij gewoon droog gezegd dat hij dringend weg moest.
De volgende ochtend probeerde hij haar dus nog een keer te contacteren om haar het een en ander uit te leggen, zonder al te veel resultaat. Ze kwam niet opdagen, hij had haar overduidelijk kwaad gemaakt.
Vissen dan maar, om zijn voorraad aan te vullen en zijn gedachten te verzetten.
De volgende ochtend probeerde hij haar dus nog een keer te contacteren om haar het een en ander uit te leggen, zonder al te veel resultaat. Ze kwam niet opdagen, hij had haar overduidelijk kwaad gemaakt.
Vissen dan maar, om zijn voorraad aan te vullen en zijn gedachten te verzetten.
Het werkte niet en hij werd het dan ook al snel beu. Hij pakte dan maar zijn gitaar en trok naar het park, waar hij voor fooi begon te spelen. Hij had nog steeds geld genoeg, maar een paar extra centjes konden nooit kwaad.
De wezens hier bleken niet echt geïnteresseerd in Learco's 'getingel' en geld verdiende hij er dus niet mee. Maar het hele 'naar het park gaan'-gebeuren bleek later nog héél erg goed geweest te zijn: Ellen liep er rond, met een jurk, wat Learco opmerkte.
"Euhm, hallo, Ellen..."
"Ja? Je was nogal plots weg de vorige keer, heb je soms een ander?"
Ze dacht dus écht dat ze een relatie hadden.
"Euhm, hallo, Ellen..."
"Ja? Je was nogal plots weg de vorige keer, heb je soms een ander?"
Ze dacht dus écht dat ze een relatie hadden.
Hij herpakte zich en besloot het Ellen te vertellen. "Nee...Ja...Weet je, ik bedrieg wel degelijk iemand, in theorie, maar jij bent de gene waarmee ik die persoon bedrieg",
"Ben je getrouwd?"
"Ja, wettelijk gezien wel nog steeds ja, maar ik heb haar al zes jaar niet meer gezien, en euhm, sorry, nee, die kus was een vergissing ik had je mijn huis uit moeten gooien sorry",
Het was eruit. Ellen wou hem slaan, maar hield zich in en wandelde trots weg.
"Het is dus echt waar, de koningin heeft iets met indringer, dat gat Fintan niet graag horen", mompelde ze in zichzelf.
"Ben je getrouwd?"
"Ja, wettelijk gezien wel nog steeds ja, maar ik heb haar al zes jaar niet meer gezien, en euhm, sorry, nee, die kus was een vergissing ik had je mijn huis uit moeten gooien sorry",
Het was eruit. Ellen wou hem slaan, maar hield zich in en wandelde trots weg.
"Het is dus echt waar, de koningin heeft iets met indringer, dat gat Fintan niet graag horen", mompelde ze in zichzelf.
Dat was al een probleem minder. Dat hoopte hij toch, hij dacht haar de naam 'Fintan' te hebben horen mompelen.
Hij had nu de rest van die dag zijn hoofd er lopen over breken hoe hij er in zou slagen het paleis nog eens binnen te dringen. De vorige keer was hij er toen gewoon binnengewandeld. Maar toen dacht hij dat hij hoogstens wat wachters gingen rondlopen en dat hij toen gewoon met Acropora kon praten. Nu was er Aneirin waarmee hij rekening moest houden.
Learco besloot de hulp van zijn draakje, intussen tot Legolas gedoopt, in te schakelen. "Ga jij eens gaan kijken in het paleis? Vroeg hij het diertje, dat vervolgens snel wegvloog.
De postduiven van dit eiland? Misschien, hopelijk ging hij Legolas begrijpen wanneer hij terugkeerde met nieuws.
Hij had nu de rest van die dag zijn hoofd er lopen over breken hoe hij er in zou slagen het paleis nog eens binnen te dringen. De vorige keer was hij er toen gewoon binnengewandeld. Maar toen dacht hij dat hij hoogstens wat wachters gingen rondlopen en dat hij toen gewoon met Acropora kon praten. Nu was er Aneirin waarmee hij rekening moest houden.
Learco besloot de hulp van zijn draakje, intussen tot Legolas gedoopt, in te schakelen. "Ga jij eens gaan kijken in het paleis? Vroeg hij het diertje, dat vervolgens snel wegvloog.
De postduiven van dit eiland? Misschien, hopelijk ging hij Legolas begrijpen wanneer hij terugkeerde met nieuws.
Een halfuur later zag hij in de verte een klein stipje dat terug naar hem toevloog. Het diertje keerde terug en begon meteen met een takje iets in het zand te schrijven.
"Feest morgenavond", stond er. Hij kon er dan niet mee praten, Legolas was verdacht slim. Misschien wel de enige en beste vriend die hij aan dit hachelijke avontuur zou overhouden.
"Goed gedaan", zei hij tegen het draakje, dat gebaarde dat hij eten wou. Dat gaf Learco hem met plezier.
"Feest morgenavond", stond er. Hij kon er dan niet mee praten, Legolas was verdacht slim. Misschien wel de enige en beste vriend die hij aan dit hachelijke avontuur zou overhouden.
"Goed gedaan", zei hij tegen het draakje, dat gebaarde dat hij eten wou. Dat gaf Learco hem met plezier.
De volgende avond spoedde hij zich naar het zogezegde feest. Het was inderdaad de perfecte manier om er ongezien binnen te geraken: het was een openbaar feest waarop heel het eiland was uitgenodigd, waarschijnlijk om een of ander ding te vieren. Daarnaast hoorden zesjarige jongetjes dan al in hun bed te liggen.
Hij maakte kennis met Shauna O'Connell. Een mens, en volgens de andere mensen de belangrijkste persoon van het eiland. Wat ietsje verschilde van de mening van de niet-mensen.
Ze liep ook in een badpak rond, wat Learco die vanwege de huidige zes graden een dikke jas had aangetrokken maar vreemd vond. Ze was trouwens niet de enige die dit blijkbaar alledaagse klederdracht vond.
Hij maakte kennis met Shauna O'Connell. Een mens, en volgens de andere mensen de belangrijkste persoon van het eiland. Wat ietsje verschilde van de mening van de niet-mensen.
Ze liep ook in een badpak rond, wat Learco die vanwege de huidige zes graden een dikke jas had aangetrokken maar vreemd vond. Ze was trouwens niet de enige die dit blijkbaar alledaagse klederdracht vond.
Ze was hoe dan ook een zeer interessante persoon om vragen aan te stellen. Vragen die ze een pak enthousiaster beantwoordde dan haar bange soortgenoten en de zeemeersims. "Ja, de koningin is jarenlang weg geweest. Was een stomme zet, zou konden de Mithrilens de macht overnemen. Of deze soort feestjes zeldzaam zijn? Eigenlijk wel ja, voor mij toch, het is al jaren geleden dat ik hier ben binnen geweest. Zelf komt ze nooit buiten nee, zelden toch. Naar het schijnt heeft ze een zoontje, er wordt zelfs gezegd dat hij een halfbloed is. Het jongetje laat zich niet vaak zien. Hij heeft wel wat weg van jou, als ik de beschrijvingen van mijn vriendinnen mag geloven",
Deze vrouw was of een flapuit, of gewoon ontzettend vriendelijk.
Deze vrouw was of een flapuit, of gewoon ontzettend vriendelijk.
"Is dat hem?" fluisterde iemand, en doelde daarmee dus op het prinsje dat eigenlijk in zijn bed hoorde te liggen maar desondanks naar beneden was gekomen en zich bij de gasten het gevoegd. "Oh, zo'n feestje...Sorry, ik kom alleen maar een glas water halen...",
Hij vulde een bekertje met water en dronk het snel op, om dan terug te verdwijnen alsof niemand de halfbloedprins ooit gezien had, en ze zouden het snel vergeten zijn als Learco helemaal verstijfd was blijven staan en het jongetje tegen hem opbotste.
Weeral kwam dat vreemde gevoel boven. Hij wist het natuurlijk niet zeker, maar hij voelde het gewoon. Een klein stemmetje ergens diep vanbinnen vertelde het hem en hij kon alleen maar dolblij zijn. "Je bent teruggekomen! Papa!"
Dat horen, gezegd door een jongetje met lichtpaars, piekerig haar was voor Learco genoeg om helemaal sprakeloos te zijn. Hij herkende hem, om een of andere reden.
"Hoi", zei hij uiteindelijk en het jongetje omhelsde hem.
Hij vulde een bekertje met water en dronk het snel op, om dan terug te verdwijnen alsof niemand de halfbloedprins ooit gezien had, en ze zouden het snel vergeten zijn als Learco helemaal verstijfd was blijven staan en het jongetje tegen hem opbotste.
Weeral kwam dat vreemde gevoel boven. Hij wist het natuurlijk niet zeker, maar hij voelde het gewoon. Een klein stemmetje ergens diep vanbinnen vertelde het hem en hij kon alleen maar dolblij zijn. "Je bent teruggekomen! Papa!"
Dat horen, gezegd door een jongetje met lichtpaars, piekerig haar was voor Learco genoeg om helemaal sprakeloos te zijn. Hij herkende hem, om een of andere reden.
"Hoi", zei hij uiteindelijk en het jongetje omhelsde hem.
"Het is dus écht waar. Heel het eiland de laatste jaren alleen maar vermoeden en denken, maar nu hebben we het bewijs. Zeemeersims, ons mysterieuze prinsje is een halfbloed, dacht ik het niet", Fintan had de vrij plotse hereniging tussen vader en zoon nauwlettend gevolgd en was meer dan blij wanneer hij het prinsje 'papa' zou zeggen tegen dat vies zeemeerman geworden-mens.
"Een paar dagen geleden kwam er hier plots een vreemde reiziger in dit dorp terecht, Learco Alfredo, en nu blijkt het zomaar de ex-minnaar van onze koningin te zijn, dat gaat de voorpagina van de krant halen morgen!"
"Een paar dagen geleden kwam er hier plots een vreemde reiziger in dit dorp terecht, Learco Alfredo, en nu blijkt het zomaar de ex-minnaar van onze koningin te zijn, dat gaat de voorpagina van de krant halen morgen!"
Acropora kwam plots binnengelopen en legde Fintan onmiddelijk het zwijgen op.
"Inderdaad. Enkel zijn we zeven jaar geleden getrouwd in Isla Paradiso. Hallo Learco, dat is lang geleden",
Ze klonk ontzettend vreemd. Die zoete stem van vroeger was verdwenen en vervangen door een krachtig, gezaghebbend geluid. Ze was bijlange niet zo hulpeloos als hoe Learco zich haar herinnerde.
"Hi", antwoordde Learco.
"Inderdaad. Enkel zijn we zeven jaar geleden getrouwd in Isla Paradiso. Hallo Learco, dat is lang geleden",
Ze klonk ontzettend vreemd. Die zoete stem van vroeger was verdwenen en vervangen door een krachtig, gezaghebbend geluid. Ze was bijlange niet zo hulpeloos als hoe Learco zich haar herinnerde.
"Hi", antwoordde Learco.
Toen kon hij zich niet langer inhouden. Weken van opgekropte woede vloeiden in de vorm van woorden als een waterval uit zijn mond. "Inderdaad, we waren getrouwd. Eindelijk had ik een goed leven: gewoon, ik, jij en Dendronephtya. Je was de eerste vrouw van wie ik hield. Toen besloot je zonder enig teken, enige waarschuwing, te verdwijnen. Meteen startte ik een zoektocht naar je, moest ik Dendronephtya - jouw dochtertje - duizenden keren troosten en moest ik tegen haar liegen dat haar moeder heus wel ging terugkomen.
Maar dat deed ze niet. Ze bleek in leugenares te zijn, een moordenares. Bij die vermoordde vrouw - je loog tegen me, het was wel door jou hè? Het was door jou, en door niemand anders, het meisje had de pech een mens te zijn én per toeval op jouw pad terecht te komen. Ik was toen ook een mens, maar nu heb je geen excuus meer. De oude raadsman van je vader Triton - jouw redder vertelde je me ooit? - gaf me speciaal zeewier. Ik heb nu schubben, ik krijg een staart als ik zwem",
Maar dat deed ze niet. Ze bleek in leugenares te zijn, een moordenares. Bij die vermoordde vrouw - je loog tegen me, het was wel door jou hè? Het was door jou, en door niemand anders, het meisje had de pech een mens te zijn én per toeval op jouw pad terecht te komen. Ik was toen ook een mens, maar nu heb je geen excuus meer. De oude raadsman van je vader Triton - jouw redder vertelde je me ooit? - gaf me speciaal zeewier. Ik heb nu schubben, ik krijg een staart als ik zwem",
Ze had amper de tijd om een deftige uitleg te geven, als ze die had. Ze kon geen woord zeggen of Aneirin kwam tussenbeide en begon zijn moeder allerlei vragen te stellen. "Mama, wat is er aan de hand? Vertel het me alsjeblieft! Dit is mijn papa, toch?"
Hij keek haar zo doordringend aan met zijn grote, paarse ogen dat Acropora niet wist wat te zeggen. Learco keek haar scherp en wantrouwig aan, terwijl Aneirin met de grootste puppyogen smeekte om een uitleg van zijn ouders.
Hij keek haar zo doordringend aan met zijn grote, paarse ogen dat Acropora niet wist wat te zeggen. Learco keek haar scherp en wantrouwig aan, terwijl Aneirin met de grootste puppyogen smeekte om een uitleg van zijn ouders.
Ze wist niet wat te zeggen, en hoe ze dat moest doen. Ze wist er dus niks beter op om zich om te draaien, alle starende gasten te bevelen naar huis te gaan en zelf het ijskoude water in te springen en weg te zwemmen.
Geen rode lucht. Wat ze voelde, was geen verdriet. Gewoon heel, heel veel spijt.
Geen rode lucht. Wat ze voelde, was geen verdriet. Gewoon heel, heel veel spijt.
"Naar waar is ze?" vroeg Aneirin. Learco was teleurgesteld. Hij had gehoopt dat Acropora een excuus zou hebben, een excuus voor elke domme fout die ze heeft gemaakt, dat hij haar zou kunnen vergeven en dat de korte maar mooie relatie die ze hadden gehad niet zomaar werden weggegooid. Maar ze zwom gewoon weg, de heks.
"Nergens. Ze komt wel terug, echt waar, en dat gaat ze terug lief zijn",
"Lief? Was ze ooit lief dan?"
"Ja, heel lief. En mooi",
"Wil je me een verhaaltje voorlezen?"
Aneirin lag in bed, en Learco zat aan de rand. "Ja", antwoordde hij, pakte het dichtstbijzijnde sprookjesboek en begon te vertellen.
"...En toen leefden ze nog lang en gelukkig", eindigde hij het verhaaltje. Aneirin's ogen vielen dicht en Learco gaf zijn zoontje nog snel een kusje op zijn voorhoofd. Ze kenden elkaar nog maar pas, maar het leek alsof ze elkaar al jaren kenden.
"Nergens. Ze komt wel terug, echt waar, en dat gaat ze terug lief zijn",
"Lief? Was ze ooit lief dan?"
"Ja, heel lief. En mooi",
"Wil je me een verhaaltje voorlezen?"
Aneirin lag in bed, en Learco zat aan de rand. "Ja", antwoordde hij, pakte het dichtstbijzijnde sprookjesboek en begon te vertellen.
"...En toen leefden ze nog lang en gelukkig", eindigde hij het verhaaltje. Aneirin's ogen vielen dicht en Learco gaf zijn zoontje nog snel een kusje op zijn voorhoofd. Ze kenden elkaar nog maar pas, maar het leek alsof ze elkaar al jaren kenden.
Zodra hij zeker wist dat Aneirin sliep ging hij naar buiten en sprong in het water, Acropora achterna.
"Ons gesprek was nog niet afgelopen", zei hij even later tegen haar.
"Inderdaad", antwoordde ze. Op haar gezicht verscheen een wrede, duivelse grijns.
"Inderdaad", antwoordde ze. Op haar gezicht verscheen een wrede, duivelse grijns.